#Data
News

Topic within Circular City
Jochem Kootstra, Lecturer at Amsterdam University of Applied Sciences, posted

Circulair: Hout ter grootte van Oosterpark hergebruiken

Featured image

Onderzoek van HvA en Metabolic maakt de impact van vrijgekomen hout uit Amsterdamse renovatieprojecten van woningcorporaties zichtbaar: ‘Het Oosterpark zou 30 jaar nodig hebben om al het hout te produceren dat hier beschikbaar komt.’

Hout, metaal, kunststof, steen: er komen veel materialen vrij bij renovatieprojecten. Maar een duidelijk overzicht hiervan ontbreekt. Zonde, want deze materialen bieden mogelijkheden voor hergebruik. Een materiaalstroomanalyse van woningcorporaties Ymere en Rochdale, uitgevoerd door de Hogeschool van Amsterdam (HvA) en Metabolic als expert op gebied van circulair bouwen en materiaalgebruik, laat zien dat er vooral veel hout vrijkomt. Een materiaal dat nog te vaak in de afvalverbrandingsinstallatie belandt, terwijl het een hoog hergebruikpotentie heeft. Het onderzoek is voor de woningcorporaties een eerste stap om meer te doen met hout dat vrijkomt uit hun renovaties.

De cijfers liegen er niet om, in totaal kan er 281 m3 hout uit een selectie van 12 Amsterdamse renovatieprojecten van woningcorporaties Ymere en Rochdale worden gehaald. Dat staat gelijk aan het hout waar een bos ter grootte van het Amsterdamse Oosterpark 30 jaar voor nodig heeft om het te produceren. Meer dan 60% van dit hout wordt verbrand, wat zorgt voor 110.270 kg CO2-uitstoot; evenveel als de jaarlijkse energie- en warmtegerelateerde uitstoot van 29 huishoudens. Als we ons dan realiseren dat dit om slechts een fractie gaat van de renovatieprojecten in Nederland, laat dat concreet zien hoe groot de impact van de gebouwde omgeving is, vertelt Nico Schouten, Green building consultant bij Metabolic.

Hout voor circulaire toepassingen in de Robot Studio

De analyse toont aan dat er met name veel hout vrijkomt van raamkozijnen en deuren, dat mogelijkheden biedt voor circulaire toepassingen, zegt Tony Schoen, projectleider van het onderzoek Circular Wood for the Neighbourhood. ‘In de Robot Studio leren we hoe we dit soort hout kunnen verwerken met industriële robots. Het plan is om met de robots prototypes te maken van praktijkcases gerelateerd aan dit soort renovatieprojecten, waarin we de grootste impact kunnen maken. Wij denken met robots het hout efficiënt te kunnen verwerken, terwijl handmatige verwerking veel te duur zou zijn.’

Hout herproductie

Hout herproductie 2

Studenten en onderzoekers van HvA kunnen in de Robot Studio gaan ontwerpen met de reststromen, wat ervoor zorgt dat de toepassingen makkelijk schaalbaar zijn, verklaart Schouten van Metabolic. ‘Het demontabel in elkaar zetten van producten en het ontwerpen met reststromen is een belangrijke stap om de impact van de bouwsector te minimaliseren. En robottechnieken zijn essentieel om dit lokaal te doen.’

Digitale marktplaats en ontwerpersplatform

Op de lange termijn wil de HvA de gehele keten van houtinzameling tot verwerken in nieuwe toepassingen onderzoeken en ‘in de vingers krijgen’, sluit Marta Malé-Alemany, hoofd van de Robot Studio, af. ‘In dit project kijken we vooral naar de potentie van twee woningcorporaties en zien we nu al de voordelen van een intensievere samenwerking voor circulaire toepassingen. Door bijvoorbeeld de planning en logistiek van gebouwrenovaties per gebied te gaan coördineren, kunnen houten materialen worden vrijgemaakt voor hergebruik waarvan verschillende bedrijven in dat gebied profiteren. Ook gaan we de technische stappen verder onderzoeken in samenwerking met de houtverwerkende industrie. Hiermee willen we ervoor zorgen dat onze ideeën van houtverwerking tot circulaire ontwerptoepassingen geïmplementeerd kunnen worden door de bedrijven’.

Hout circulair

Hout circulair 2

Meer informatie Circular Wood for the Neighbourhood

De HvA voert het project Circular Wood for the Neighborhood (RAAK-publiek-project van Regieorgaan SiA) uit samen met Ymere , Rochdale , TU Delft , Metabolic en andere partners. Het project wordt uitgevoerd door de Digital Production Research Group van het Centre of Expertise Urban Technology van de HvA, waar onderzoek wordt gedaan hoe geavanceerde ontwerp- en productiemethoden (ook wel ‘Digitale Productie’ genoemd) gebruikt kunnen worden om maatschappelijke vraagstukken aan te vliegen. De groep werkt aan onderzoeks- en onderwijsactiviteiten in de Robot Studio.

Metabolic  doet in Nederland veel werk aan het in kaart brengen van materiaalstromen en het onderzoeken van hergebruikpotentie van materialen. Zo hebben zij voor het Economisch Instituut voor de Bouw  (EIB) de nationale consumptie en afstoot van de Nederlandse bouwsector in kaart gebracht en werken zij op nationaal en regionaal gebied veel aan urban mining . Ook doen zij dit op kleinere schaal voor gebiedsontwikkeling en bouwprojecten. De kennis die zij over de jaren hebben opgedaan, zetten zij nu in als achtergrondinformatie voor Circular Wood for the Neighbourhood.

Jochem Kootstra's picture #CircularCity
Amsterdam Smart City, Connector of opportunities at Amsterdam Smart City, posted

Meet the speakers of Data Dilemma’s event: “Measuring the Circular Economy”

Featured image

A tool that gives strategic insights in the materials that are being used in the city and how we use them. That’s what the Monitor Circular Economy - created by the city of Amsterdam - does. And it doesn’t stop there.

What we buy, build & throw away has significant social and environmental impact abroad. And since the city has adopted the Doughnut Economics framework, these impacts need to be quantified and addressed.

Introducing Our Speakers

We’re looking forward to discussing different ways to include this information in the data during this session with our three talented speakers on June 3rd, 16:00 - 17:15. It’s in English and (also) aimed at (inter)national city-to-city knowledge exchange & collaboration.

Jorren Bosga – City of Amsterdam
Jorren has quite recently begun working at the city of Amsterdam, but has quite a background in data science in sustainability and monitoring the impact of sustainability interventions. At the city of Amsterdam, he is now working on the development of their Circular Economy Monitor and dashboard.

Nina Lander Svendsen – PlanMiljø
Nina has a master in Political Sciences and is specialised in Environmental and Climate policies. Since she has joined consultancy platform PlanMiljø, she has worked on policy analyses and strategies for topics in the Circular Economy and UN Sustainability Goals, where she also focuses on monitoring systems.

Luc Alaerts – KU Leuven / Leuven 2030
Luc works at the KU Leuven in the department of Sustainable Material Management. He’s also part of the expert group of Leuven 2030, which is focused on making Leuven a climate neutral city. Luc works on the knowledge and monitoring of both sustainability pilots as well as evaluating and optimizing organisational practices.

Get your (free) ticket

Amsterdam Smart City's picture #CircularCity
AMS Institute, Re-inventing the city (urban innovation) at AMS Institute, posted

Data visualization: how does the lockdown impact city life?

Featured image

Over a year ago, the lockdown was introduced in the Netherlands. This “new normal” impacted our lives in many ways. Our data visualization team wondered: how does the lockdown impact city life?

From cardboard and glass waste numbers, happiness levels for people living in cities versus residents of rural areas to data on car traffic, water usage and CO2 emissions in the city. Check out what they investigated: https://www.ams-institute.org/news/data-visualization-how-does-lockdown-impact-city-life/

AMS Institute's picture #CircularCity
Jochem Kootstra, Lecturer at Amsterdam University of Applied Sciences, posted

We zijn nog niet zo goed in afval scheiden

De HvA start project BASSTA naar gedragsinterventies om huishoudens ervan bewust maken of ze op de juiste manier hun afval weggooien en hoe dit te verbeteren.

Chipszakken bij plastic afval, theezakjes bij gft? Afval scheiden wordt niet altijd op goede wijze gedaan, en überhaupt nog te weinig. Dat is zonde, want goed gescheiden afval biedt kansen voor recycling en andere circulaire toepassingen. De Hogeschool van Amsterdam (HvA) start met het project BASSTA een onderzoek naar het verbeteren van het scheidingsgedrag van huishoudens, met een focus op de stedelijke omgeving.

Afval scheiden

We willen in 2050 volledig circulair zijn. Voor de transitie naar een circulaire economie moet het afval dat ontstaat goed herbruikbaar zijn als grondstof voor nieuwe producten. Een goede scheiding van het afval is een belangrijke voorwaarde hiervoor. Met ongeveer 8 miljard kilo huishoudelijk afval per jaar in Nederland zorgt elk percentage betere scheiding voor enorme resultaten. BASSTA behandelt daarom zowel het verhogen van de scheidingsgraad (de hoeveelheid afval die gescheiden wordt), als het verlagen van de vervuiling van de gescheiden afvalfracties (papier, gft, plastic). Om dat te realiseren, is gedragsverandering nodig.

Automatisch gedrag onder de loep

Mensen gooien hun afval vaak op dezelfde, veelal onbewuste manier weg. BASSTA richt zich daarom op dit automatisch gedrag, vertelt projectleider Maarten Mulder. ‘Door het automatisch gedrag onder de loep te nemen, vormt dit project een belangrijke aanvulling op het bestaande onderzoek naar gedragsinterventies. De nieuwe interventies die het onderzoek opleveren, moeten helpen om het gewoontegedrag te onderbreken en huishoudens ervan bewust maken of ze op de juiste manier hun afval weggooien. Ook voor de mensen die nu nog niet (graag) afval scheiden. Met een duidelijke uitleg hoe en waarom deze interventies werken, is het streven dat zoveel mogelijk Nederlandse stedelijke gemeenten hiermee aan de slag gaan. Zo kunnen ze betere bronscheiding realiseren.’

Dagboek van huishoudens

De interventies worden ontworpen en getest in nauwe samenwerking tussen industrieel ontwerpers en gedragspsychologen van de HvA. Mulder: ‘Middels dagboekstudies bij bewoners thuis analyseren we op welke momenten het automatisch gedrag veranderd kan worden. In de zomer verwachten we de resultaten. Hiermee kunnen we de ‘customer journey’ schetsen: het in detail weergeven van het proces van afval weggooien. Vervolgens ontwerpen we de gedragsinterventies die we gaan testen in verschillende steden. Dat zal begin 2022 gaan gebeuren.’

Samenwerking binnen de HvA

BASSTA is een samenwerkingsproject van Centres of Expertise Urban Technology en Urban Governance and Social Innovation. De verbonden lectoraten Circulair ontwerpen en ondernemen & Psychologie voor een Duurzame Stad onderzoeken en ontwikkelen innovaties om tot een circulaire economie en maatschappij te komen.

Diverse praktijkpartners zijn bij het onderzoek van belang en betrokken. Gemeenten zoals Amsterdam, Rotterdam en Utrecht zijn aangesloten om met bewoners de interventies te testen. Ook helpen stuurgroepen als Rijkswaterstaat en branchevereniging NVRD het onderzoek verder. Daarnaast brengen ROVA, De Afvalspiegel en Giraf Results expertise in rondom afvalinzameling, en verspreiden Milieu Centraal en VVM de resultaten.

Heb je vragen of wil je meer weten? Benader projectleider Maarten Mulder. En blijf via de projectpagina van BASSTA op de hoogte van de ontwikkelingen.

dhr.  Ir. M. Mulder

Projectleider en onderzoeker rondom afval, duurzaamheid en de circulaire economie
m.mulder3@hva.nl | T: 0611391085
Ga naar detailpagina

Meer informatie

Jochem Kootstra's picture #CircularCity
Anonymous posted

Green Deal - mogelijkheid voor gemeenten om energietransitie, CO2 reductie en innovatie te stimuleren.

Featured image

Frans Timmermans, Chef Klimaat van de Europese Commissie, lanceerde op 11 december de Europese Green Deal, het baanbrekende klimaatplan dat van Europa in 2050 het eerste klimaatneutrale continent in de wereld moet maken.

Met de Green Deal gaat Europa een ongekende uitdaging aan, die tegelijk ook nieuwe kansen biedt. Het eerste doel ligt al in 2030. Dan moet de CO2-uitstoot met 55 procent zijn teruggedrongen (versus 1990).

13 procent van het totale elektriciteitsgebruik schrijven we vandaag op het conto van verlichting – in 2006 was dat nog 19%. Met de totale omschakeling naar LED kan dat worden teruggebracht naar maar liefst 8 procent of bijna de helft in 2030. De missie moet dan ook zijn om LED-verlichting tot een algemeen goed en zelfs een verplichting te maken; niet alleen in de Benelux, maar ook zeker in Europa.

Ter illustratie: Als we vandaag zouden overgaan naar een totale ver-LED-ding van Europa, betekent dat over de periode 2006 – het jaar waarin werd opgeroepen om de gloeilamp wereldwijd uit te faseren – tot 2030 een besparing van 198 megaton aan CO2. Dat staat gelijk aan 267 elektriciteitscentrales of pakweg 50.000 (vijftig duizend!) windmolens.* De besparing voor Nederland alleen is 3,5 megaton aan CO2. Dat staat gelijk aan het elektriciteitsgebruik van drie miljoen huishoudens volgens de Nederlandse Licht Associatie en Fedet.**

Met de Green Deal ligt de weg open om de ver-LED-ding in Europa te versnellen. Dat is echt noodzakelijk en haalbaar: bijna 85 procent van alle lichtpunten in de Benelux kan nog vervangen worden door (connected) LED-lampen.

De voordelen voor gemeenten:
- Significante reductie van de CO2 uitstoot
- Energiebesparing
- Data gedreven onderhoud - transparant - veilig
- Veiligheid stad
- Toekomstbestendig - klaar voor digitalisatie
- Te integreren met een Smart City applicatie
- Eenvoudig beheer

Met het gebruik van de Green Deal kunnen gemeentes hen project laten subsideren als deze voldoet aan een aantal voorwaarden. Wij denken hier graag in mee.

Meer info over de Green Deal via de link.

#Energy
Roelof Hellemans, posted

Siemens Mobility bouwt landelijk MaaS-platform Rivier NS, RET en HTM zetten in op digitale ontsluiting van heel Nederland

NS, RET en HTM laten
hun landelijke MaaS-platform bouwen door Siemens Mobility. Het platform maakt het mogelijk om een reis met verschillende vervoermiddelen in één keer online te plannen, boeken en betalen. RET-directeur Maurice Unck namens Rivier, de joint venture van de drie partijen: “Na de pandemie verandert ons reisgedrag.

We reizen, werken en leren flexibeler: in tijd, plaats en keuze van het
vervoermiddel. Daarom investeren we juist nu in de beste reismogelijkheden voor de consument. We willen de drempel verlagen om een reis met meerdere
vervoermiddelen eenvoudig digitaal te plannen, boeken en betalen. Daarom roepen
we alle Nederlandse mobiliteitsaanbieders op om zich aan te sluiten.”

 Naar verwachting zien
in het najaar de eerste apps van MaaS-providers het licht waarmee consumenten
hun multimodale reis in heel Nederland kunnen plannen.

Stel: je wil
graag bij een vriend, een klant of iemand anders op bezoek en gemakkelijk weten
hoe je daar het snelst bent en hoeveel dat kost. Hoe krijg je dat voor elkaar?
Je kunt kijken of er files zijn, een deelauto boeken, uitzoeken of het OV goed
werkt, nadenken over de fiets als alternatief en meer. Maar een reis
samenstellen waarbij deze verschillende vervoermiddelen van
mobiliteitsaanbieders optimaal worden ingezet, moet je nu nog helemaal zelf
doen. Dat is best een complexe puzzel die veel mensen liever overslaan. Terwijl
juist de combinatie van vervoermiddelen je als reiziger veel tijdwinst en
bewegingsvrijheid oplevert. Daarnaast helpt zo’n combinatie onze infrastructuur
zo goed mogelijk te benutten.

 Reisopties in één
keer zichtbaar, één keer afrekenen

Met het nieuwe platform
is het straks voor consumenten veel makkelijker om gebruik te maken van
beschikbare vervoermiddelen. Het platform kan verbonden worden met al bestaande
apps van MaaS-providers zoals de NS, RET, HTM. Maar het platform kan ook andere
bestaande apps en nieuwe apps bedienen. De snelheidswinst zit ‘m erin dat alle
afzonderlijke vervoersmogelijkheden op de route in één keer inzichtelijk
worden. Maak je bijvoorbeeld graag gebruik van een deelscooter of reis je
liever per trein of metro? De app houdt rekening met ieders persoonlijke
voorkeuren en past het advies daarop aan. Bovendien is er geen gedoe met
verschillende vervoersbewijzen en de betaling ervan: ook dat regel je heel
makkelijk vanuit je favoriete app of website.

Toegankelijk voor alle mobiliteitsaanbieders:

De initiatiefnemers
willen de mobiliteitsdiensten van zoveel mogelijk aanbieders in Nederland
samenbrengen. Of het nu gaat om taxibedrijven of deelfietsen, e-scooters of
zelfs particuliere automobilisten. Hoe meer partijen hun diensten aanbieden,
hoe beter het écht mogelijk wordt om heel Nederland digitaal te ontsluiten.
Aanbieders profiteren van het gemak van eenmalig laagdrempelig aansluiten en
hebben direct een landelijk bereik te met een platform dat doorontwikkeld is om
de klantbeleving te optimaliseren. Daarom roepen de initiatiefnemers alle
aanbieders op om zich aan te sluiten.

Roelof Hellemans's picture #Mobility
Eline Meijer, Communication Specialist , posted

Metropolitan Mobility Podcast met Maurits van Hövell: van walkietalkies naar het Operationeel Mobiliteitscentrum

Featured image

“Voorheen werd er gewoon rondgebeld: ‘Wij zitten in de instroom van de ArenA. We hebben nu 20.000 man binnen. Hoe gaat het bij jullie op straat?’” In de achtste aflevering van de serie A Radical Redesign for Amsterdam, spreken Carin ten Hage en Geert Kloppenburg met Maurits van Hövell (Johan Cruijff ArenA). Hoe houdt je een wijk met de drie grootste evenementenlocaties van het land, bereikbaar en veilig? Ze spreken elkaar in het Operationeel Mobiliteitscentrum over de rol van de stad Amsterdam, data delen en het houden van regie. A Radical Redesign for Amsterdam wordt gemaakt in opdracht van de Gemeente Amsterdam.

Luister de podcast hier: http://bit.ly/mvhovell

Eline Meijer's picture #DigitalCity
Yvonne Roos, Smart Health Amsterdam at Smart Health Amsterdam, posted

Smart Health Amsterdam is looking for an intern Communication & Events

Featured image

Featured image
Looking for an internship where you can develop new skills in communications, marketing, PR and event management? Do you have an interest in how AI & data science can contribute to a healthier society and better medical care? Want to work as part of a fun and inspiring team?

As Amsterdam’s key network for data- and AI-driven innovation Smart Health Amsterdam (Gemeente Amsterdam & Amsterdam Economic Board) in #the #life #sciences and #health sector, we’re looking for an intern. Interested? Get in touch today.

https://smarthealthamsterdam.com/p/jobs-at--smart--health--amsterdam Smart

Yvonne Roos's picture #DigitalCity
Jochem Kootstra, Lecturer at Amsterdam University of Applied Sciences, posted

Robot maakt Johan Cruijff ArenA-balie van resthout

Studenten en onderzoekers van de HvA Robot Studio ontwikkelden voor Johan Cruijff ArenA een circulaire ontvangstbalie

'Binnenkort gaan we robots vragen om objecten te produceren uit resthout volgens onze ontwerpkeuzes', verklaart Marta Malé-Alemany, leider van de Robot Studio en hoofddocent Digitale productie aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Samen met haar multidisciplinaire team (van architecten tot ingenieurs en tech-experts) en projectpartners onderzoekt de Digital Production Research Group (DPRG) hoe robots afvalhout kunnen verwerken tot nieuwe objecten. Het resultaat is een ontvangstbalie voor de Johan Cruijff ArenA. 'De eerste stap naar grootschalige en geautomatiseerde verwerking van resthout is gezet. ‘Deze aanpak biedt kansen voor de circulaire economie’, aldus Marta Malé-Alemany.

Circulaire balie
Fotocredits: Sander Heezen

Resthout is een complexe materiaalstroom, omdat het een gevarieerde verzameling overgebleven stukken hout is; grote, kleine, lichte, donkere en heel verschillende vezelpatronen. Bestaande technieken zijn niet geschikt om dit materiaal te bewerken, vanwege het ontbreken van standaardeigenschappen. Het komt dus neer op handmatig werk dat altijd (te) duur is. Gevolg: het materiaal belandt als afval in de open haard. 'Jammer, want het is nog steeds waardevol hout', zegt Malé-Alemany.

‘CONVERSATION-PIECE’

Alle reden voor de DPRG om bij de Robot Studio onderzoek te doen naar de verwerking van resthout door middel van computationeel ontwerp en robotproductie. Het eerste experiment was een loungestoel, gemaakt van hout verzameld bij afvalscheidingsstations. Een ‘conversation-piece' noemt Malé-Alemany het. 'Je hebt showcases zoals deze nodig om belanghebbenden te inspireren en het onderzoek verder te brengen.' Dat werd duidelijk toen Frank de Leeuw, coördinator duurzaamheid van de Johan Cruijff ArenA , de HvA bezocht: 'In de Robot Studio rook je bij binnenkomst gelijk de fijne geur van het resterend hardhout. We vonden het zo zonde om dit mooie materiaal te verbranden. De loungestoel liet ons de mogelijkheden zien van digitale productie om dit soort hout een nieuwe bestemming te geven. Voor ons: een circulair interieur in het stadion.'

ONTVANGSTBALIE IN DE SKYCLUB EN HOUSE OF LEGENDS

De Leeuw en zijn vaste leveranciers (ontwerpers en aannemers) besloten samen met de DPRG om een circulaire ontvangstbalie te creëren voor de nieuwe Level 6 Skyclub en House of Legends in het stadion. Antoine Pruyn, teamleider bij Heineken Interior Design: 'We ontwerpen op papier en wilden meer weten over deze technologie. We begrijpen de waarde van het materiaal en willen hergebruik bij onze klanten stimuleren.'

Voor interieurbouwer Nijboer  was het een mooie kans om tegen een betaalbare prijs met high-end hardhout te gaan werken. Houthandel Amsterdamsche Fijnhout  leverde het materiaal voor de balie; overgebleven stukken niet-verontreinigd hout van hoge kwaliteit, die overblijven na het zagen van grotere planken. Het zijn restanten hout die normaal als afval worden gezien en in de open haard verdwijnen. De DPRG ontwierp de balie samen met Lizzy Kroese, HvA-afstudeerder Product Design.


Fotocredits: Sander Heezen

ROBOTS AAN HET WERK

De opdracht was voor de HvA een uitgelezen kans om haar onderzoek naar digitale productie voort te zetten. 'De technologieën die we hebben geïntegreerd en ontwikkeld om de balie te produceren, zijn essentieel om grootschalige en geautomatiseerde verwerking van resthout mogelijk te maken', zegt Malé-Alemany trots. 'Het innovatieve aan onze aanpak is dat we technologieën zoals 3D-scannen en CNC (computergestuurd) frezen integreren in een continue workflow, met behulp van onze robots. Terwijl CNC-frezen vooral wordt gebruikt om vlakke oppervlakken te bewerken, kunnen robots deze techniek toepassen op objecten om elke gewenste vorm te creëren.'

MATERIAAL ALS UITGANGSPUNT

Malé-Alemany: 'Afvalmateriaal leidt hier een nieuw ontwerpproces. Vaak wordt eerst het ontwerp gemaakt en daarna pas gekeken naar het materiaal. In dit proces begint de robot met het 3D-scannen van de eigenschappen van het beschikbare resthout, zoals maat, vorm, kleur. De gegevens worden opgeslagen in een database en geïmporteerd in het 3D-ontwerp, dat zich aanpast aan het beschikbare hout. Zo ontstaan unieke objecten, afgestemd op de houtafmetingen en kenmerken. Zo werd voor de ontvangstbalie het hout gesorteerd op maat en kleur, wat zorgt voor een unieke baliestructuur en kleurverloop. Een proces dat met de hand te intensief en duur zou zijn.'

MEERDERE WAARDECREATIE

De ontvangstbalie in de Johan Cruijff ArenA is een bewijs dat het gebruik van robots voor materiaalhergebruik een nieuw en belangrijk potentieel voor de circulaire transitie is. Bovendien zijn de projectpartners tevreden met het resultaat en willen ze de ontwikkelde technologie verder implementeren. Malé-Alemany ziet het als het begin van een ontdekkingsreis: 'In de toekomst bepalen ontwerpers impactdoelen, in plaats van de vorm van een specifiek object; we krijgen meer algoritmen en robots, die ontwerpen kunnen genereren en produceren op basis van bestaande materialen; en wanneer we meer vanuit de waarde van allerlei (afval)materialen denken, kunnen we gemakkelijker duurzame objecten creëren om circulariteit te ondersteunen.’


Fotocredits: Sander Heezen

HvA & de Week van de Circulaire Economie

Hoe versnellen we de circulaire transitie? In het kader van de Week van de Circulaire Economie  staan de Digital Production Research Group en het lectoraat Circulair ontwerpen en ondernemen van Centre of Expertise Urban Technology en Faculteit Techniek in het teken van een andere kijk op produceren én consumeren. Dagelijks licht de HvA onderzoeken, masterclasses en studentenprojecten uit die de transitie naar circulaire steden een boost geven.

Twitter, LinkedIn & Facebook

Jochem Kootstra's picture #CircularCity
Dimitri Bak, Strategic Communication Advisor at City of Amsterdam, posted

Amsterdam: circulaire stad in 2050

Featured image

Amsterdam: circulaire stad in 2050

Ondanks de coronacrisis zijn tal van bedrijven in regio Amsterdam bezig met circulaire projecten, business cases en onderzoeken. Net als de gemeente Amsterdam streven zij naar een circulaire stad in 2050.

Benieuwd? Bekijk de video Amsterdam: circulaire stad in 2050. Voor meer informatie kun je ook kijken op de CACR pagina of op amsterdam.nl/circulair.

Dimitri Bak's picture #CircularCity
AMS Institute, Re-inventing the city (urban innovation) at AMS Institute, posted

Accelerating circularity: monitoring tool geoFluxus helps cities turn company waste into value

Featured image

Amsterdam 100% circular by 2050
The City of Amsterdam wants to be fully circular by 2050. That means that everything we use on a daily basis – from coffee cups to building materials – must consist of materials that have already had a previous life.

When it comes to household waste – this consists of, among others, vegetable, fruit and garden waste, paper, glass and textiles – the City has a duty to collect and process this. To give you an impression, the total household waste came down to about 380kg per year per person.

When comparing the amount of household versus company waste produced in the Amsterdam Metropolitan Area (AMA), still only 11% is household related, whereas 89% is company waste – such as sludge, scrap metals, wood and scrap lumber and very dedicated to the company processes related waste flows.

These company waste materials, as compared to consumer waste flows, often enter the waste flow in relatively good condition. This holds for instance for glass and wood, which are suitable for making window frames. If managed differently, these used materials in company 'waste' flows could be directly integrated at the start of the design process of new products.

So… How to boost the efficient re-use of company waste materials within the AMA?

geoFluxus: Turning data into comprehensible maps and graphs
With geoFluxus, incomprehensible waste data tables – including a.o. import and export and treatment methods – are converted into comprehensible maps and graphs. This is extremely valuable for spatial strategies in many other cities world-wide, and therefore TU Delft researchers Rusne Sileryte and Arnout Sabbe have founded the like-named spin off company geoFluxus, which has recently gone through a Arcadis City of 2030 Accelerator powered by Techstars.

Next to mapping waste, the geoFluxus team has connected open EU data on GHG emissions to the mapped waste flows by using transport, economic sector and waste treatment statistics. The resulting tool can provide governments with data evidence on what economic sectors, materials and locations hold the highest potential not only for waste reduction but also reductions of carbon emissions. Governments can use the tool to monitor progress towards circularity.

One company’s waste could be another one’s gain
The insights on the waste data generated by geoFluxus enable users to develop and test the impact of spatial strategies, for very specific locations, before actually implementing them. In addition, geoFluxus takes on a “match making” role: to have companies select company materials from other actors close by to re-use these instead of transporting the materials for waste treatment outside the AMA... Click on the link to read the full article >>

AMS Institute's picture #CircularCity
Jochem Kootstra, Lecturer at Amsterdam University of Applied Sciences, posted

Kate Raworth en Inge Oskam in gesprek over de circulaire economie

Brits econoom Kate Raworth (HvA Professor of Practice), bekend van de Donuteconomie, en lector Circulair ontwerpen en ondernemen Inge Oskam (HvA Centre of Expertise Urban Technology) interviewen elkaar over de circulaire economie, Donutstad Amsterdam en systeemverandering op regionaal niveau. ‘We moeten multinationals in de grootste circulaire stad Amsterdam bij elkaar krijgen en vragen: wil je bij de stad blijven horen, hoe ga je dan bijdragen aan onze circulaire doelstellingen? Amsterdam kan de éérste stad te zijn die dit doet. Meer zullen volgen.’

KR: Nederland heeft hoge ambities: In 2030 de helft minder verbruik van grondstoffen, in 2050 moeten jullie volledig circulair zijn (Grondstoffenakkoord van 2017). In hoeverre drijven deze kaders en grenzen innovatie in Amsterdam?

IO: Ik zie het akkoord en de doelstellingen als heilige graal, waar de organisaties die eraan meedoen motivatie en ambitie uit putten. 180 partijen ondertekenden het Grondstoffenakkoord. Van kennisinstellingen tot gemeenten en particuliere bedrijven. De regering en gemeenten namen het akkoord over als beleid, bedrijven en ondernemers als doelstelling. Alle stakeholders voelden de noodzaak om deze richting op te gaan.

KR: Ik ken geen ander land die circulaire ambities zo integreert in beleid als Nederland.

IO: Dat heeft denk ik te maken met ons welbekende ‘poldermodel’; we willen vaak rekening houden met iedereen. Daarnaast hebben we in Nederland een grote creatieve industrie die kundig is in het schetsen van toekomstscenario's, altijd met inachtneming van duurzaamheid. Dat zit in ons dna, kun je misschien wel zeggen. Die Nederlandse mentaliteit en het gedeelde begrip zorgen er volgens mij voor dat we collectief ons best willen doen. En dat terwijl niemand echt weet wat de circulaire economie en een afvalloos 2050 omvat.

KR: Ook weinig mensen weten goed uit te leggen wat de Donuteconomie inhoudt, haha. Het is een model dat door verschillende organisaties omarmd wordt, maar waar vaak nog concrete invulling aan gegeven moet worden.

Kate Raworth beschrijft in haar boek 'Donuteconomie' een economisch model waarin de ecologische grenzen van de aarde worden gerespecteerd. Zij gebruikt een donut om de balans tussen sociale voorspoed van mensen (de binnenste ring) en het tegengaan van aantasting van het klimaat (de buitenste ring) weer te geven. Voor het welzijn van mens en natuur is het belangrijk dat de juiste balans (de donut) wordt gevonden. In samenwerking met de gemeente Amsterdam ontwikkelde zij de Stadsdonut voor Amsterdam. Hierin wordt de stad bekeken vanuit vier perspectieven: sociaal, ecologisch, lokaal en mondiaal.

Donutmodel

IO: Maar het Donutmodel biedt wel handvatten voor de transitie naar een circulaire economie. Het helpt je te kijken naar álle waarden die binnen een circulaire economie belangrijk zijn: zowel ecologische als economische en sociale waarde. Dat laatste wordt nog wel eens vergeten. Waar het Nederlandse beleid focust op materialen, gebouwen, infrastructuur, combineert gemeente Amsterdam, met haar Stadsdonut voor Amsterdam, dat met de sociale waarden; het gehele systeem. Zij betrekken alle stakeholders die daarvoor nodig zijn.

Wat voor mogelijkheden zie jij voor de circulaire economie op regionaal- of stadsniveau, zoals de toepassing van Stadsdonut voor Amsterdam?

KR: Amsterdam heeft een enorm bereik en vele mogelijkheden. Kijken we naar de multinationals, dan willen ze allemaal een winkel in Amsterdam hebben. Van Zara tot Apple. En als stad met een duidelijke circulaire strategie, indrukwekkende regelgeving en integriteit, dan denk ik dat je sneller een open gesprek kan voeren met de grote merken in de belangrijkste winkelstraten. Nodig de multinationals uit, wijs ze op het Grondstoffenakkoord en vraag ze hoe zij denken bij te dragen aan het collectieve belang. Hoeveel kleding of elektronica verkoop je, waar gaat het plastic heen, wat doe je met reststromen?

Ik heb het vaak over twee verschillende visies van circulariteit die zich kunnen voordoen. Een is wat ik noem siloed circularity, waarin individuele bedrijven zelf de producten of materialen terugnemen, repareren en hergebruiken. Dan houd je een gesloten kringloop, waarin bestuur en productie uitsluitend intern opereren. De ander is een circulair ecosysteem, een transparante markt met gezamenlijke waarden. Waarin we onderling data delen over wat voor materialen er zijn, waar die zich bevinden, wat er binnenkomt en uitgaat. Het verschil zit dus in de structuur: intern handelen tegenover een samenwerkend ecosysteem. Amsterdam, als eerste stad met duidelijk gedocumenteerde circulaire ambities, heeft de kracht om competitieve bedrijven bij elkaar te krijgen om richting een circulair ecosysteem te bewegen.

Maar één stad alleen gaat niet dé reden zijn om circulaire doelstellingen door te zetten in de honderden andere steden waar zij hun winkel hebben staan. Maar, je gaat wel de éérste stad zijn die deze vraag stelt. En als ze slim zijn, dan weten ze dat andere steden er ook naar gaan vragen.

IO: In Nederland zijn we net begonnen met het voeren van deze gesprekken met en tussen de bedrijven. En alhoewel ons nationale beleid een goede ontwikkeling is, denk ik dat de regelgevingen soms ook in de weg staan. Er is onderzoek gaande tussen steden om inzichten te krijgen in wat voor regelgeving beperkend werkt, denk aan bepaalde grondstoffen of materialen die een officieel label ‘afval’ krijgen waardoor je het niet meer als bron mag gebruiken, en hoe de huidige regelgeving zo aan te passen dat het juist stimuleert. Het zit nu nog soms samenwerking en daarmee algehele systeemverandering in de weg. We zitten echt nog in de voorontwikkelingsfase van de circulaire transitie.

KR: Vertel eens, van wat voor circulaire initiatieven in jouw omgeving word jij enthousiast en waar liggen kansen?

Ik zie kansen in overstappen van producteigendom naar materiaaleigendom binnen de circulaire economie. Een shift van siloed circulairty-bedrijven die hun eigen gemaakte producten terugnemen en daar nieuwe producten van maken, met de kans dat bepaalde materialen verloren gaan; naar specialistische bedrijven die nadenken over de levenscyclus van een materiaal en de meerdere toepassingsmogelijkheden in de cyclus. Dat creëert nieuwe businessmodellen en compleet nieuwe bedrijven. Zij moeten samenwerkingsverbanden aangaan met een variëteit aan producenten door ze als het ware materialen te leasen.

KR: Met wat voor materialen zie je dit de komende jaren gebeuren?

IO: Begin met materialen die erg schaars zijn. En materialen waarmee de waarde behouden kan worden, zoals hout en metaal. Materialen die meerdere levens kunnen hebben en waarvoor minder werk nodig is om dat te realiseren.

Daarnaast word ik enthousiast van de groeiende hoeveelheid initiatieven van ontwerpers en kunstenaars die nieuwe dingen maken van gebruikte materialen. En de nieuwe manieren waarop verkooppunten deze producten op de markt kunnen brengen. Hun verhalen vind ik interessant en zijn essentieel voor de transitie naar een circulaire economie. Ze kunnen iets vertellen over de herkomst van het nieuwe product. Dat creëert bewustzijn over de waarde van afval bij consumenten. Betrek daarom de burgers en consumenten, zij moeten andere producten willen en daar naar vragen. Maak ze onderdeel van de circulaire doelstellingen van de stad, bedrijven en andere organisaties.

KR: Gerelateerd aan verhalen over hergebruikte producten, denk ik ook dat de circulaire economie een zeer creatieve kan zijn. Kijk naar de vele restaurants of koffiezaakjes die vroeger een fietsenwinkel waren, mensen houden van nieuwe bestemmingen voor afgedankte maar waardevolle producten en materialen. De witty ways waarop ze de herkenbare, historische lagen in de nieuwe zaak zichtbaar houden, zoals een oude houtstructuur of fietselementen. Net als een oud kledingstuk van je moeder waarvan jij een rok hebt gemaakt. We houden van die speelsheid en verhalen. Daar liggen kansen!

Ik word nu met name enthousiast om in Amsterdam een ‘Dialogue Day’ te beginnen! Breng alle grote bedrijven bij elkaar, van supermarkten tot kledingwinkels. We heten je welkom in onze stad met een winkel, maar vertel: wat ga jij doen om kracht achter de circulaire transitie en onze doelstellingen te zetten, zodat je bij de stad kan blijven horen? Ik denk dat dat een zeer krachtige boodschap is.

IO: Ik denk dat het heel interessant is om dat met meerdere steden samen te doen, die bijvoorbeeld ook het Donutmodel gebruiken.

KR: Topidee! Ik wil graag hun verhalen horen. Dus breng internationale bedrijven in die steden samen om in gesprek te gaan over wat zij gaan bijdragen. Hoe zij willen ‘transformeren’ om onderdeel uit te maken van onze collectieve circulaire reis. Van Amsterdam tot Kopenhagen, Brussel, Nanaimo, Californië. Zij beginnen net met ontzettend mooie initiatieven.

IO: Dat zou fantastisch zijn. Laten we uitzoeken hoe we dat kunnen realiseren!

HvA & de Week van de Circulaire Economie

Hoe versnellen we de circulaire transitie? In het kader van de Week van de Circulaire Economie  staan lectoraat Circulair ontwerpen en ondernemen en de Digital Production Research Group van Centre of Expertise Urban Technology en Faculteit Techniek in het teken van een andere kijk op produceren én consumeren. Dagelijks licht de HvA onderzoeken, masterclasses en studentenprojecten uit die de transitie naar circulaire steden een boost geven.

Twitter, LinkedIn & Facebook

Jochem Kootstra's picture #CircularCity
Jochem Kootstra, Lecturer at Amsterdam University of Applied Sciences, posted

Zo geef je afval een nieuw leven

Video over Repurpose en circulaire economie: gebruikte producten, materialen en onderdelen een nieuwe bestemming geven

Oude kantoorkasten en gebruikte stoffen van een tentoonstelling uit het Rijksmuseum. Stuk voor stuk producten of materialen die in onze circulaire economie te waardevol zijn om weg te gooien na gebruik. We kunnen ze namelijk een herbestemming geven (Repurpose). Alleen, hoe maak je er een nieuw waardevol product van? Onderzoekers, afstudeerders en partners van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) maken je in de video bekend met de mogelijkheden van Repurpose-toepassingen, en vertellen meer over de impact en noodzaak van de circulaire techniek. ‘Als we in 2050 echt volledig circulair willen gaan, dan ontkom je er niet aan Repurpose in te zetten’.

Bekijk de video hier!

De HvA onderzoekt binnen het project Repurpose Driven Design & Manufacturing nieuwe ontwerp-, productie- en businessmodelstrategieën voor Repurpose-toepassingen. Daarvoor zetten zij ook afstudeerders en studenten van de leerroute ‘Product Ontwerpen’ in, die samen met partners in de praktijk aan de slag gaan. Het onderzoek is verbonden aan het lectoraat Circulair ontwerpen en ondernemen, waarin de circulaire transitie centraal staat.

HvA & Week vd Circulaire Economie

HvA & de Week van de Circulaire Economie

Hoe versnellen we de circulaire transitie? In het kader van de Week van de Circulaire Economie staat lectoraat Circulair ontwerpen en ondernemen van het Centre of Expertise Urban Technology van de Faculteit Techniek in het teken van een andere kijk op produceren én consumeren. Dagelijks licht de HvA onderzoeken, masterclasses en studentenprojecten uit die de transitie naar circulaire steden een boost geven.

Twitter & Facebook

Jochem Kootstra's picture #CircularCity
Jochem Kootstra, Lecturer at Amsterdam University of Applied Sciences, posted

'Rethink' de verpakkingscultuur

Hoe kunnen we product-verpakkingscombinaties verduurzamen? 'We moeten vraagtekens zetten bij het gehele ontwerp- en productieproces', aldus Nikki Groote Schaarsberg, HvA-onderzoeker Duurzaam verpakken

Paaseitjes zonder aluminiumfolie, worsten in een glazen behuizing in plaats van plastic. Het klinkt nu nog vreemd, maar veel traditionele product-verpakkingscombinaties kunnen en moeten op de schop voor een duurzame, circulaire economie. Als het aan projectgroep ‘Duurzaam verpakken’ van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) ligt. Zij doet daar samen met bedrijfspartners onderzoek naar, en dat begint al bij de vraag: ‘hebben we überhaupt verpakking nodig?’

Duurzaam verpakken pindarotsjes

‘Eigenlijk wil je met zo min mogelijk materialen en grondstoffen zoveel mogelijk waarde creëren en die waarde behouden over de hele levenscyclus van het product’, vertelt onderzoeker en projectleider Nikki Groote Schaarsberg. ‘Daar hoeft niet altijd verpakkingsmateriaal aan te pas te komen. Soms heeft verpakking een esthetische waarde, maar vind de gebruiker dat wel altijd belangrijk? Wat wij belangrijk vinden is eerst de vraag te stellen: wat willen de eindgebruikers, en hoe kunnen we ze in die behoefte zo duurzaam mogelijk voorzien? Wij gaan met bedrijven daarom niet alleen aan de slag duurzamere verpakkingen te ontwerpen, maar vooral om vraagtekens te zetten bij het gehele ontwerp- en productieproces. ‘Rethink’ noemen we dat binnen de circulaire economie.’


Op welke gebieden zijn ontwerpregels nodig? Een schets van Nikki Groote Schaarsberg (HvA)

RETHINK

Rethink is een strategie op de R-ladder, die de mate van circulariteit meet. Hoe hoger een strategie op deze lijst (ladder) van circulariteitsstrategieën staat, hoe circulairder die is. De trap gaat van R1 (Refuse/Rethink) tot en met R6 (Recycle/Recover).

’Bedrijven die duurzamer willen ontwerpen en ondernemen hanteren vaak recycling als circulariteitsstrategie, die laag op de ladder staat. Maar liefst 80% van de duurzame ondernemers. Dat is een goede stap hoor, maar ik vraag me dan wel af: is dat het hoogst haalbare? Bij duurzaam verpakken wordt vaak over recyclebare materialen gesproken om een product zowel duurzaam als veilig of gezond bij je thuis te brengen; welk dopje, welk label, plastic of karton? Maar dan behandel je symptomen van een probleem - low hanging fruit - en pak je niet het begin van het probleem aan.’

KETEN- EN SYSTEEMBENADERING NODIG

‘Daar is een keten- en systeembenadering voor nodig. Van ontwerp tot productie, transport en verkoop. Zo wil HEMA misschien wel paaseitjes zonder aluminiumfolie in hun schappen, maar dan moet de producent De Chocoladefabriek daar ook wat in zien. We zouden prima zonder die folie kunnen. Kan je dan melk en puur niet meer uit elkaar halen? Dan produceer je de chocolade toch op een manier waardoor dit op de chocolade zelf duidelijk wordt? Daar liggen ook kansen!’

‘Wij gaan met de stakeholders om tafel om de gehele keten bloot te leggen. Wij interviewen de bedrijven om hun duurzaamheidsvisie te leren kennen, zoeken verbinding en achterhalen samen in welke fases binnen de ketensamenwerking uitdagingen en kansen liggen. Daarnaast helpen wij ze beseffen dat circulair ontwerpen en ondernemen ook winstgevend kan zijn, en helpen ze verder te denken dan bijvoorbeeld recycling met een langetermijnvisie. Dat doen we inmiddels binnen diverse sectoren: food, cosmetica, tuinbranche en luchtvaart.’


Verpakkingsoplossingen voor KLM door HvA-studenten ‘Wereld van Verpakken’

STUDENTEN BIEDEN DUURZAME PRODUCT-VERPAKKINGSCOMBINATIES

‘Binnen de luchtvaart zien we duidelijk de behoefte van twee gebruikersgroepen veranderen: passagiers en crewleden. Passagiers willen goed kunnen eten tijdens intercontinentale vluchten. De crew wil bij passagiers graag de juiste customer experience realiseren bij het uitserveren van maaltijden vanuit de pantry (keuken) en het organiseren van de retourstroom naar en in de pantry (en daarna). DE STER, producent van maaltijdoplossingen voor luchtvaartmaatschappijen, vroeg ons om een product-service-system dat past in de circulaire economie en dat de service tijdens een vlucht menselijker en warmer maakt.’

‘Onze studenten ‘Wereld van Verpakken’ zijn aan de slag gegaan met verpakkingsoplossingen. Zo kwamen zij met duurzame materialen als bamboe en PET en verpakkingen die ruimte besparen, efficiënt in elkaar zitten en een huiselijke sfeer creëren. Het is mooi om te zien dat zij ‘Rethink’ volledig omarmen en onze methoden en ontwerpregels gebruiken om aan de slag te gaan met mogelijke oplossingsrichtingen voor duurzaam verpakken: eerst de problemen en behoeften blootleggen van alle stakeholders - van passagiers tot crewleden en producten -, zelfs nog meer vragen stellen dan wij ze geven en dan zo duurzaam mogelijk ontwerpen. Ze zijn de circulaire professionals van de toekomst!’

De week van de circulaire economie & HvA

HvA & de Week van de Circulaire Economie

Hoe versnellen we de circulaire transitie? In het kader van de Week van de Circulaire Economie staat lectoraat Circulair ontwerpen en ondernemen van het Centre of Expertise Urban Technology van de Faculteit Techniek in het teken van een andere kijk op produceren én consumeren. Dagelijks licht de HvA onderzoeken, masterclasses en studentenprojecten uit die de transitie naar circulaire steden een boost geven.

Jochem Kootstra's picture #CircularCity
Jochem Kootstra, Lecturer at Amsterdam University of Applied Sciences, posted

'Weg met de wegwerpmentaliteit'

Wat is er nodig om de circulaire transitie te versnellen? Een andere kijk op produceren en consumeren is cruciaal, vertelt Inge Oskam, HvA-lector Circulair ontwerpen en ondernemen

De Nederlandse economie moet in 2050 volledig draaien op herbruikbare grondstoffen, is de ambitie. Dat vraagt van consumenten om een shift van ‘bezit naar gebruik’. En van producenten vraagt het een omslag in de visie op afval. Want deze restmaterialen zijn te gebruiken voor nieuwe, waardevolle producten. Zeker als bedrijven vaker samenwerken, waarbij het afval van de één de grondstof is in het productieproces van een ander bedrijf. ‘Gezamenlijk een nieuw businessmodel realiseren is de weg naar systeemverandering en een circulaire wereld’.

Circulaire economie

‘Ik werk thuis aan een bureau van Ahrend, dat gerefurbished is; samengesteld uit herbruikbare onderdelen van oude bureaus’, vertelt Inge Oskam, lector Circulair ontwerpen en ondernemen aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Ahrend ontwikkelt duurzame producten voor de werkomgeving. Het is een van de partners waarmee de HvA de waarde van oude materialen en grondstoffen onderzoekt en deze toepast in nieuwe producten. ‘Zij zijn daar succesvol in omdat ze een circulair businessmodel hebben, met een duidelijke waardepropositie: de verbinding tussen ecologische, economische en sociale waarde. En de verbinding tussen producent en consument. De gebruiker moet natuurlijk ook circulair willen.’

Oskam pleit daarom voor een herijking van ons economisch systeem en voor nieuwe businessmodellen die niet alleen duurzaamheid en circulariteit centraal zetten, maar ook sociale waarde nastreven. ‘Dat vereist meer samenwerking, van ondernemers tot samenleving’, verklaart Oskam. ‘Een algehele systeemverandering.’

Ecologische, economische en sociale waarde

‘In het onderzoek naar de circulaire transitie bij de HvA denken we vanuit de waarde van een restmateriaal; hoe we dat opnieuw kunnen inzetten voor andere producten en doeleinden. Zo maken we van oude plastic ArenA-stoeltjes designstoelen en van afvalhout nieuwe interieurproducten. Dat levert duidelijk ecologische waarde op. Je hebt geen nieuwe grondstoffen nodig. Daarnaast creëer je economische waarde, omdat je een nieuw, aantrekkelijk product op de markt brengt. En waar je misschien wel een nieuwe doelgroep mee aanspreekt. Tenslotte ontwikkel je sociale waarde, door bewustzijn te creëren bij de gebruiker over circulariteit en duurzaamheid. Vertel iets over de herkomst van het product. Bij de nieuwe designstoelen, gemaakt van oude ArenA-stoeltjes, was sprake van een grote emotionele waarde voor de nieuwe eigenaren.’

Studenten experimenteren bij partners

‘HvA-studenten ‘Engineering’, ‘Technische bedrijfskunde’ en ‘Product ontwerpen’ zetten zich in bij partners als Ahrend en Bugaboo (producent kinderwagens) om casestudies te doen. Samen met onze onderzoekers helpen zij de bedrijven om vanuit een restmateriaal te denken en tot een nieuwe waardepropositie te komen: wat voor waarde zit er in het materiaal, wat voor toepassingen kunnen we ermee realiseren, hoe ontwerp je daarmee en hoe breng je het op de markt? Samen doen we onderzoek naar het ontwerpproces, creëren we nieuwe producten uit de restmaterialen om tastbaar te maken wat er mogelijk is. Ook ontwikkelen we nieuwe, circulaire businessmodellen.’

Samenwerking voor systeemverandering

Logischerwijs wil je reststromen van producten en materialen nieuwe waarde geven binnen je eigen sector. Zoals partner Bugaboo oude onderdelen of materialen van een kinderwagen wil inzetten voor nieuwe producten voor ouders en kinderen. Of partner Ahrend die reststromen van kantoorproducten hergebruiken voor de werkomgeving. Maar dat kan niet altijd. Wat nou als je reststromen hebt waar lokale makers en ontwerpers maar al te graag mee willen werken? Oskam: ‘Die verbinding maken tussen stakeholders, daar ligt een enorme kans waarmee systeemverandering gerealiseerd kan worden; een gezamenlijk businessmodel tussen en voor meerdere bedrijven.’

‘Een netwerk kan zijn: afvalbedrijven, gemeente, lokale makers, ontwerpers, producenten, verkopers én consumenten en bewoners. Stel, de consument brengt reststromen afval bij de gemeente of ander centraal punt. Die kan vervolgens werken met lokale ontwerpers en makers om het een nieuw leven te geven. Verkoop kan daarna mogelijk plaatsvinden via andere kanalen dan gebruikelijk. Omdat er ook een nieuwe doelgroep aangesproken moet worden.’

Van bezit naar gebruik

Gezien vanuit consumenten vraagt de transitie om een andere kijk op eigendom; een shift van ‘bezit naar gebruik’, zoals abonnementen of P**roduct-as-a-Service (PaaS). ‘Straks zien we veel meer deelauto’s en huren we elektronische producten’, verklaart Oskam. ‘Is er iets mis met je ‘gehuurde’ speaker en kun je het niet maken? Dan belandt het niet meer in de afvalbak, maar stuur je het terug naar de fabrikant voor reparatie of een nodige software-update. Of producten worden na een verhuurperiode door de producent (als eigenaar) gerecycled of gerefurbished en opnieuw in de markt gezet. We moeten af van de wegwerpmentaliteit.’

‘Er komen veel nieuwe schakelpunten bij kijken om kracht te zetten achter dit soort nieuwe services en samenwerkingen. Het is niet makkelijk, maar wel essentieel. Gezamenlijk, van bedrijven tot gebruikers, een nieuw, circulair businessmodel realiseren is de weg naar systeemverandering en een circulaire wereld.’

HvA week van de circulaire economie

HvA & de Week van de Circulaire Economie

Hoe versnellen we de circulaire transitie? In het kader van de Week van de Circulaire Economie  staat lectoraat Circulair ontwerpen en ondernemen van het Centre of Expertise Urban Technology van de Faculteit Techniek in het teken van een andere kijk op produceren én consumeren. Dagelijks licht de HvA onderzoeken, masterclasses en studentenprojecten uit die de transitie naar circulaire steden een boost geven.

Jochem Kootstra's picture #CircularCity
Communication Alliance for a Circular Region (CACR), posted

Smart data use in the circular economy: this is what companies can do themselves

Featured image

scroll down for the English version

Data zijn de zuurstof van de circulaire economie: deel 3

De circulaire economie wordt het nieuwe normaal. In de Metropool Amsterdam werken tal van organisaties hier al hard aan. Maar pas als we slimmer omgaan met data, kunnen we echt grote stappen zetten en initiatieven winstgevend maken. Met deze artikelenreeks helpen we bedrijven op weg. Aflevering 3: dit is wat bedrijven zelf kunnen doen.

In 2050 is de Metropool Amsterdam een circulaire hub, waarin producten, materialen en grondstoffen als een dynamische stofwisseling in de rondte gaan. Afgedankte bouwmaterialen, elektronica en kleding vinden herhaaldelijk hun weg terug naar verwerkers die ze strippen, sorteren en als nieuwe grondstof aanbieden voor een nieuw leven. Bedrijven delen massaal data met elkaar, zodat op online handelsplatforms vraag en aanbod van materialen snel op elkaar wordenafgestemd. Met een paar drukken op de knop reserveer je een partij materialen, die je vervolgens op de gewenste plaats en tijd ontvangt.

Een idealistische droom denk je? Als het aan ons en heel veel andere partijen ligt niet. Dan zorgt een opgetuigd data-ecosysteem er in 2050 - en hopelijk al eerder - voor dat bedrijven en andere organisaties geen nieuwe materialen en grondstoffen meer hoeven aan te schaffen en alleen circulair inkopen. Het is een realiteit waarin we dankzij goede datastromen geen afvalstromen meer hebben.

In deel 2 van deze reeks beschreven we het belang van data voor de circulaire economie. In dit artikel bieden we ondernemers en professionals handvatten om zelf aan de slag te gaan.

Het startpunt: neem je eigen cijfers onder de loep

Het startpunt van je circulaire ambities is inzicht in alle materialen- en grondstoffenstromen binnen de eigen organisatie: een goed inzichtelijke administratie van grondstoffen, producten en materialen die er binnenkomen en die er weer uitgaan. We noemen dat een Material Flow Analysis. Bij de meeste organisaties zijn al veel data beschikbaar in de vorm van rapportages die ze moeten aanleveren aan banken, de (lokale) overheid en de belastingdienst. Data die ook van nut kunnen zijn voor de verdere volwassenwording van de circulaire economie.

Probeer alles wat je organisatie binnenkomt, waar het vandaan komt en alles wat je organisatie uitgaat en waar het heengaat op te schrijven. Begin met grondstoffen die je organisatie binnenkomen en het afval dat eruit gaat en bouw dat langzamerhand uit. Dat kan natuurlijk in een fancy dashboard, maar een eenvoudige excel-sheet volstaat ook. Door al die gegevens bij elkaar te zetten zie je waar er grote circulaire winst te behalen is.

Wordt al jouw afval verbrand of zijn er misschien materiaalstromen die interessant zijn voor anderen? Zijn er afvalproducten die - al dan niet refurbished - hergebruikt kunnen worden?

Ook is het interessant om de inkoop- en productiekant van je organisatie onder de loep te nemen. Want voor een circulaire economie is natuurlijk niet alleen aanbod, maar ook vraag nodig. Welke materialen kan jouw organisatie circulair inkopen? Waar in het productieproces kun je verspilling voorkomen? Is het mogelijk om minder in te kopen?

Bij deze analyse hoort ook je energie- en waterverbruik. Als er bij productie veel restwarmte vrijkomt kun je je afvragen of die misschien bruikbaar is voor een andere organisatie of voor een ander proces in jouw productiefaciliteit.

Denk na over nieuwe circulaire businessmodellen

Inzichten in alle materiaalstromen in je organisatie kunnen niet alleen bestaande processen goedkoper, duurzamer en/of beter maken. Ze kunnen ook helpen bij het bedenken van nieuwe businessmodellen. In het vorige artikel noemden we al even het ‘as-a-service’-model, waarin je je producten niet meer verkoopt maar verhuurt of verleaset tegen een bepaald bedrag per periode. Interessant aan dit model is dat je verzekerd bent van langdurige inkomsten en eigenaar blijft van de producten en materialen, zodat je ze na hun eerste leven weer goed kunt inzetten in een tweede leven. Producten die goed herbruikbaar en goed te repareren zijn, passen goed in dit model.

Ook zijn er bedrijven die zich hebben gespecialiseerd in circulair ontwerpen en hun businessmodel daarop hebben gebouwd. Hier vind je enkele principes voor circulair ontwerpen. Andere organisaties werken met statiegeld op hun producten. Zo zorgen ze ervoor dat ze producten die verbruikt zijn weer terugkrijgen zodat ze daar de herbruikbare materialen weer uit kunnen halen voor een nieuw product. Ook Yoghurt Barn heeft een mooi voorbeeld: die zamelt kiwischillen gescheiden in om daar vervolgens siroop van te maken die in de winkels wordt verkocht.

Maak gebruik van wat er al gebeurt

Je kunt je als ondernemer ook aansluiten bij of gebruik maken van bestaande initiatieven in de Metropool Amsterdam. Bijvoorbeeld bij Excess Materials Exchange. Dit is een digitale marktplaats waar bedrijven hun gebruikte materialen kunnen aanbieden aan andere bedrijven die dit weer als “grondstof” kunnen gebruiken voor nieuwe toepassingen. Startup Seenons biedt een online platform waarop bedrijven hun eigen afval kunnen managen, zodat verschillende afvalstromen gescheiden ingezameld kunnen worden. Oogstkaart.nl is een platform voor professioneel hergebruik van restmaterialen, met name voor bouw en interieur. Hier kunnen organisaties en ondernemers zelf gebruikte materialen aanbieden, waar andere ze juist inkopen. Op het platform van Madaster kunnen eigenaren van vastgoed en bouwers een materialenpaspoort van een gebouw maken.

Houd de circulaire ontwikkelingen in de gaten

Sommige andere initiatieven staan nog in de kinderschoenen of zijn nog in de onderzoeksfase, maar zijn wel interessant om in de gaten te houden. Zo werkt de gemeente Amsterdam met AMS Institute aan een monitor voor afvalstromen. Hierin is straks te zien welke materialen de stad inkomen en weer uitgaan, zodat gekeken kan worden in hoeverre materiaalstromen al dan niet circulair zijn.

Daarnaast werkt Dexes samen met Madaster, aan een open, betrouwbare en eerlijke markt voor data in Amsterdam. Dexes wil het delen van data door publieke en private organisaties faciliteren door drempels weg te nemen. Op het platform-in-ontwikkeling, dat aansluit bij de Amsterdam Data Exchange, kunnen verschillende partijen onder bepaalde voorwaarden datadeals sluiten en zo data met elkaar delen. Zo’n platform is erg welkom voor de circulaire economie van de toekomst. Een ander voorbeeld is het Big Data Value Center, dat met de gemeente Amsterdam en Instock Market onderzoekt van welke voedselstromen er een overschot is in de regio van Amsterdam en of een B2B-marktplaats tegen voedselverspilling rendabel is. En laat je vooral ook inspireren op www.circulairondernemen.nl, een website van het Versnellingshuis: Nederland circulair!. Hier vind je veel inspirerende voorbeelden, uitdagingen waarover je kunt meedenken en een grote bibliotheek met interessante achtergrondinformatie.

Sluit je aan

Met de bovengenoemde data-initiatieven in de regio zetten we al goede stappen richting een meer circulaire economie. In de volgende artikelen geven we je een inkijkje bij enkele bedrijven die een circulair businessmodel hebben waarbij data een belangrijke rol speelt.

Deze artikelenreeks is een initiatief van Hogeschool van Amsterdam | Gemeente Amsterdam | Amsterdam Economic Board | Amsterdam Smart City | Metabolic en AMS Institute. Samen willen zij de circulaire economie in de Metropoolregio Amsterdam versnellen met praktische verhalen voor en over ondernemers en bedrijven. We nodigen iedereen uit mee te doen met de discussie op amsterdamsmartcity.com.

Lees verder

• Volop kansen in de nieuwe circulaire werkelijkheid
• Slim datagebruik in de circulaire economie: de drie belangrijkste redenen
• 100.000 bedrijven restafvalvrij in 2025

Smart data use in the circular economy: this is what companies can do themselves

Data is the oxygen on which the circular economy thrives: part 3

*The circular economy is becoming the new normal, and data is propelling it. In the Amsterdam Metropolitan Area, numerous organisations are already hard at work on circular initiatives that prioritise the application of data. This series of articles is aimed at helping companies to learn about the circular economy and data.
*

In part 2 of this series, we described the importance of data for the circular economy. In this article, we offer businesses and professionals tools to get started.

Where to start: take a close look at your figures
The first crucial step is to gain an insight into all the material flows within an organisation: transparent accounting of all the materials and products entering and leaving the business. This is known as Material Flow Analysis. Most organisations already have a lot of data available in the form of reports they have to supply to banks, the tax authorities, and local or central government.

Try to keep records of everything that enters your organisation and where it comes from, and everything that leaves your organisation and where it goes. Start with raw materials as input and waste as output, and build on that over time, creating a bit more detail. You can use a fancy dashboard to do this, of course, but a simple Excel sheet can be a good start. By bringing all this data together, you will be able to see where major circular gains can be made.

Does all your waste need to be incinerated or does it perhaps include material flows that would interest others? Are there any waste products that can be refurbished if necessary and reused? Perhaps one of your waste flows is still valuable.

It’s also interesting to look closely at the purchasing and production side of your organisation, because a circular economy naturally requires not only supply, but also demand. Is one particular flow associated with a high environmental impact? Perhaps some materials can be purchased through circular procurement locally, or at least closer to home and potentially at lower cost.

This analysis should also include your energy and water consumption. If your production process releases a lot of residual heat, you can consider whether it could be used by another organisation or – even better, of course – elsewhere in your own production facility.

Think about new circular business models
Insights into all the material flows in your organisation may not only make existing processes cheaper, more sustainable and/or more effective, but they can also help you come up with new business models. Some waste flows may have real market value as inputs for other local businesses. It may even be valuable to recapture your own waste flows, for example with deposit schemes, return systems, or just by sorting and reusing the waste. Yoghurt Barn collects kiwi peel separately and uses it to make syrup which they sell in their shops.

In the previous article we also mentioned the ‘as-a-service’ model, in which products are leased or rented. The appeal of this model is that you are assured of long-term income and you remain the owner of the products and materials, so that at the end of their first life you can use them again in a second. ‘As-a-service’ models benefit from high repairability and reusability.

Take advantage of what’s already happening
As an entrepreneur, you can also join or make use of existing. For example, Excess Materials Exchange is a digital marketplace where companies can offer their used materials to other companies, which in turn can use them as raw materials for new applications. The startup Seenons allows for different waste streams to be collected separately. Oogstkaart.nl is a platform for the professional reuse of residual materials, particularly in construction and interiors, where organisations and businesses can purchase used materials or offer them for sale. While on the Madaster platform, property owners and builders can create a comprehensive materials passport for a building.

Join in
These data initiatives in the region are already taking positive steps towards a more circular economy. In the following articles we’ll offer an insight into a number of companies that have a circular business model in which data plays an important role.

This series of articles is an initiative by Amsterdam University of Applied Sciences | City of Amsterdam | Amsterdam Economic Board | Amsterdam Smart City | Metabolic and AMS Institute. Together we are working to accelerate the circular economy in the Amsterdam Metropolitan Area, sharing practical stories for and about entrepreneurs and businesses. We invite everybody to join the discussion on!

Communication Alliance for a Circular Region (CACR)'s picture #CircularCity
Jochem Kootstra, Lecturer at Amsterdam University of Applied Sciences, posted

Aandacht voor klimaatverandering in het onderwijs

In gesprek met docent-onderzoeker Lisette Klok (HvA) over klimaat in het onderwijs

Hoe wordt er binnen het onderwijs aandacht besteed aan klimaatverandering? Docent-onderzoeker Lisette Klok (HvA minor Klimaatbestendige stad) spreekt over hoe de thematiek van klimaatverandering in hun opleiding terugkomt, wat de opleiding de studenten hierover wil meegeven en hoe zij zelf tegen deze thematiek aankijken. ‘Zij kennen de urgentie van het wereldwijde klimaatprobleem en weten dat we ons moeten aanpassen aan de klimaatverandering die gaande is.’

‘Bij de minor Klimaatbestendige stad van de Hogeschool van Amsterdam leren studenten alles over klimaatverandering, de gevolgen hiervan voor de stad en hoe stedelijk gebied klimaatbestendig ingericht kan worden. Klimaatverandering betekent meer extremen: heftiger regenval en meer hitte. Extreme buien leiden tot wateroverlast en waterschade. Hitte geeft gezondheidsproblemen en zet de leefbaarheid van steden onder druk. Ook droogte en zeespiegelstijging zijn thema’s binnen de minor. Om al deze nadelige gevolgen van klimaatverandering te voorkomen en prettig te kunnen blijven leven, moet de inrichting van het stedelijk gebied worden aangepast. De belangrijkste vraag binnen de minor is daarom: Hoe kunnen steden, wijken en straten klimaatbestendig worden ingericht rekening houdend met meer hitte, extreme regenval, droogte en overstromingen?

MINOR KLIMAATBESTENDIGE STAD

De studenten die voor deze minor kiezen doen dit, omdat zij weten dat er in de nabije toekomst veel werk verricht zal moeten worden om Nederland klimaatbestendig in te richten. Zij kennen de urgentie van het wereldwijde klimaatprobleem en weten dat we ons moeten aanpassen aan de klimaatverandering die gaande is.

MEETONDERZOEKEN IN DE EIGEN WOONOMGEVING

Naast theoretische kennis, gastcolleges en excursies, voeren studenten ook meetonderzoeken uit om temperaturen en neerslagpatronen in de eigen woonomgeving in kaart te brengen. Ook doen de studenten praktijkervaring op doordat zij een actueel klimaatbestendig project voor een echte opdrachtgever moeten uitvoeren. De meeste studenten vinden dit onderdeel van de minor het leukst. Gemeentes, waterschappen of adviesbureaus dienen vaak als opdrachtgever en de studenten oefenen in de rol van opdrachtnemer. Hierdoor proeven zij de sfeer die er in ‘de echte wereld’ hangt met de bijbehorende ‘officiële’ vergaderingen.

AAN DE SLAG MET UITEENLOPENDE VRAAGSTUKKEN

Ze werken daarbij aan veel verschillende vraagstukken: Wat zijn de meest urgente locaties om maatregelen te nemen met het oog op wateroverlast, droogte en hitte? Met welke inrichtingsmaatregelen kan een bepaalde wijk of straat klimaatbestendig ingericht worden? Hoe verhouden de baten van deze maatregelen zich met de kosten? Hoe zou een klimaatbestendig ontwerp voor een bepaalde buurt eruit kunnen zien? Hoeveel oppervlaktewater, waterberging, groen of groene daken zijn nodig om te voldoen aan de klimaatbestendige beleidsdoelen van een gemeente?

KLIMAATBESTENDIG ONTWERPEN

Het gewenste eindresultaat van zo’n praktijkopdracht is in de meeste gevallen een klimaatbestendig ontwerp van een gebied onderbouwd met een gedegen kwetsbaarheidsanalyse, kloppende argumentaties, juiste berekeningen en ondersteund door mooie visualisaties. Zo werken we in de minor samen met praktijkpartijen om verder te werken aan technische en ontwerp gerelateerde vraagstukken rondom klimaatverandering.’

STUDENTEN IN ACTIE:

Studenten zetten straten onder water
HvA-dak proeftuin voor 10.000m2 klimaatbestendige daken
Gezocht: verkoeling in Amsterdam
Studenten onderzoeken waterpasserende bestrating

Jochem Kootstra's picture #Energy
Communication Alliance for a Circular Region (CACR), posted

100,000 companies residual waste-free by 2025

Featured image

Scroll down for the English version

Seenons zamelt met datagedreven logistiek stromen gescheiden in

De circulaire economie wordt het nieuwe normaal. En data zijn de zuurstof van dat nieuwe normaal. In de Metropool Amsterdam werken tal van organisaties al hard aan circulaire initiatieven waarbij data een belangrijke rol speelt. Zo ook Seenons, dat bedrijven helpt bij duurzame afvalscheiding en -inzameling. ‘Wij willen de weeffouten uit het systeem halen.’

Echt eigentijds is de huidige afvaldienstverlening voor bedrijven niet. Grote wagens rijden op door hen bepaalde tijdstippen door onze straten. Het merendeel van het afval wordt verbrand. En los van papier en glas is het vrij ingewikkeld om aparte afvalstromen in te zamelen en op te laten halen. ‘Ik viel van de ene in de andere verbazing toen ik me in deze wereld ging verdiepen’, vertelt Jorn Eiting van Liempt, eigenaar van Seenons. ‘“Hier moet iets veranderen”, dacht ik. Ooit was afvalverbranding misschien een goed alternatief, nu kunnen we echt beter.’

Samen met Joost Kamermans startte Eiting van Liempt in september 2019 Seenons, een bedrijf dat wil bijdragen aan de circulaire economie door de afvaldienstverlening te verbeteren. Ze ontmoetten elkaar in de Amsterdamse startup-gemeenschap. Kamermans: ‘Als we in 2050 100 procent circulair willen zijn, dan moeten we iets doen, zo dachten we. We moeten ervoor zorgen dat onze grondstoffen straks eindeloos kunnen rondgaan in ons systeem. Dus daar proberen we aan bij te dragen. Het is onze ambitie dat er in 2025 100.000 bedrijven restafvalvrij zijn.’

Afvalstromen managen

Seenons helpt bedrijven om afvalstromen gescheiden in te zamelen. Het is een digitaal platform waarop bedrijven hun eigen afval kunnen managen. Ze krijgen inzicht in hun stromen en de waarde ervan, ze kiezen welke stromen zij apart willen laten ophalen en betalen daarvoor. Seenons regelt vervolgens de logistiek. Soms nemen pakketbezorgers de gescheiden afvalstromen mee, soms wordt het afval door een elektrische bakfiets opgehaald of door een traditionele afvaldienstverlener. Zelf heeft Seenons ‘geen wielen’, legt Eiting van Liempt uit. ‘Wij verbinden partijen aan elkaar: zo werken we met pakketbezorgers, maar ook met de sociale dienst: mensen die voor de plantsoenendienst door de stad rijden halen soms ook bij bedrijven reststromen op.’

Hun bedrijf is naar eigen zeggen de ontbrekende schakel tussen de data en de daadwerkelijke uitvoering. Kamermans: ‘Wij zagen dat veel startups in de circulaire economie zich vooral richten op data, op het in kaart brengen van afvalstromen. Maar daarmee breng je nog geen sinaasappelschillen van Schiphol naar Brabant. Vandaar dat wij ons ook zijn gaan focussen op de logistiek.’

Kamermans en Eiting van Liempt werken volgens de lean-startupmethode. Kamermans: ‘We hebben dus eerst de markt gescand en veel mensen gesproken over hun afvaluitdagingen. Op basis daarvan bedachten we dit platform en gingen we op zoek naar klanten. Binnen no-time hadden we vijftig aanmeldingen: van restaurants tot voetbalverenigingen en een infrastructuurbedrijf. Toen moesten we aan de bak en zijn we het product gaan bouwen.’

Pulp en koffiedrab

Zo’n 150 organisaties maken nu gebruik van Seenons. Bij het ene bedrijf zorgt Seenons ervoor dat alleen de koffiedrab wordt opgehaald, bij het andere bedrijf zijn het sinaasappelschillen — daar zit waardevolle olie in —  en bij weer een ander bedrijf zijn het vooral elektronische apparaten.

Eiting van Liempt: ‘Bedrijven denken er vaak heel moeilijk over, maar het is gewoon een kwestie van beginnen. Je begint met een of twee stromen gescheiden inzamelen en breidt dat langzaam uit. Kijk naar Yoghurt Barn, een klant van ons: zij hebben binnen twee weken hun restafval met 82 procent kunnen verminderen. Zelfs de kiwischillen die overblijven na het maken van fruitshakes zijn nog bruikbaar: deze zamelen we gescheiden in om er siroop van te maken, wat Yoghurt Barn weer kan verkopen in hun winkel.’

In samenwerking met de KNVB helpt Seenons ook voetbalclubs. Daar worden blik en petflesjes apart ingezameld, wat die clubs geld oplevert. Ook deed Seenons een geslaagde pilot met Dijkstra Plastics, het bedrijf dat de emmers voor sauzen van Remia produceert. Daarbij haalden pakketbezorgers bij snackbars lege mayonaise-emmers op. ‘Wij zagen in onze data van snackbars dat deze emmers met het restafval meegingen en hebben toen contact gezocht met Dijkstra Plastics’, zegt Kamermans. ‘De pilot liet zien dat je die emmers gescheiden kunt ophalen, maar dat het tegelijkertijd ook complex is om zo’n systeem te veranderen. Je kunt die emmers bijvoorbeeld niet zomaar opnieuw gebruiken voor saus, daar zijn allerlei regels voor. Als tussenoplossing gaat Dijkstra deze emmers nu verwerken tot verfemmers.’

Wetten in de weg

Hoewel ze dus een voorspoedige start kennen, zijn er ook uitdagingen. Vooral de huidige regelgeving ervaren de ondernemers als een belemmering. Bijvoorbeeld dat het in veel gevallen nog goedkoper is om bepaalde stromen met het restafval weg te gooien. En dat er geen financiële prikkel is die het gebruik van gerecyclede materialen interessanter maakt dan het gebruiken van virgin-materialen.

En dan is er natuurlijk ook nog de coronacrisis. Horeca en sportverenigingen waren de grootste klantgroep van Seenons, maar hun activiteiten liggen nu grotendeels stil. Gelukkig hebben zich andere grote partijen gemeld: reguliere klanten, maar ook financiële instellingen. Die hebben interesse in de datagedreven afvalprofielen die Seenons opstelt. Kamermans: ‘Bedrijven die een lening nodig hebben kunnen met dat profiel hun duurzaamheidsambities aantonen. Dat is voor die dienstverleners waardevolle informatie en voor ons een interessante nieuwe markt die we aan het ontdekken zijn. Dankzij de data.’

Om hun ambities waar te maken zijn Kamermans en Eiting van Liempt op zoek naar een investeerder die hen kan helpen om door te pakken. Hun tip aan andere bedrijven die circulaire businessplannen hebben? ‘Vraag je altijd af of je idee ook zou aanslaan als duurzaamheid geen rol zou spelen. Natuurlijk, voor potentiële klanten is circulariteit interessant: maar je moet er ook voor zorgen dat je iets aanbiedt dat tegelijkertijd ook beter, eenvoudiger en/of goedkoper is dan iets dat al bestaat.’

Deze artikelenreeks is een initiatief van Hogeschool van Amsterdam | Gemeente Amsterdam | Amsterdam Economic Board | Amsterdam Smart City | Metabolic en AMS Institute. Samen willen zij de circulaire economie in de Metropoolregio Amsterdam versnellen met praktische verhalen voor en over ondernemers en bedrijven.

Lees verder

Volop kansen in de nieuwe circulaire werkelijkheid
Slim datagebruik in de circulaire economie: de drie belangrijkste redenen

_____________________________________________________

100,000 companies residual waste-free by 2025

Seenons uses data-driven logistics to collect waste streams separately

The circular economy is becoming the new normal, and data is propelling it. In the Amsterdam Metropolitan Area, numerous organisations are already hard at work on circular initiatives that prioritise the application of data. Among them is Seenons, which helps businesses manage their sustainable waste separation and collection. ‘We want to fix the flaws in the system.’

Waste disposal services for businesses have not exactly kept up with the times. Big bin lorries drive through the streets at certain times of day. Most of the waste is incinerated. And paper and glass aside, it’s quite complicated to separate waste streams and have them collected. ‘I got one surprise after another when I began delving into this world,’ says owner of Seenons Jorn Eiting van Liempt. ‘“Something has got to change here,” I thought. Waste incineration once might have been a good option, but now we really can do better.’

In September 2019, together with Joost Kamermans, Eiting van Liempt founded Seenons, a company aimed at contributing to the circular economy by improving waste services. The two co-founders met in the Amsterdam start-up community. ‘We realized that if we want to be 100 per cent circular by 2050, then we would have to do something about it,’ Kamermans says. ‘We would need to enable our raw materials to circulate endlessly in the system. So this is where we are trying to make a contribution. Our goal is for 100,000 companies to be residual waste-free by 2025.’

Managing waste streams

Seenons helps businesses get their waste streams collected separately. The Seenons digital platform lets companies manage their own waste. It provides insights into the waste streams and their worth, which helps them choose which streams to have collected separately and pay for it. Seenons then arranges the logistics. The separated waste might be picked up by a parcel deliverer, an electric cargo bike or a traditional waste service provider. Seenons has no wheels of its own, Eiting van Liempt explains. ‘We connect the parties. We work with parcel deliverers, but also with the municipal services, as the people who drive around the city doing parks service sometimes also collect waste from companies.’

Seenons is the missing link between the data and the actual implementation, Kamermans says. ‘We saw that a lot of start-ups in the circular economy mainly focus on data, on mapping waste streams. But that doesn’t actually get discarded orange peels from Schiphol to Brabant. This is why we also focus on logistics.’

Kamermans and Eiting van Liempt apply the lean start-up methodology in their work. ‘We first scanned the market and talked to a lot of people about their waste challenges,’ says Kamermans. ‘From there, we came up with this platform and started looking for customers. In no time, we had 50 customers signed up, from restaurants to football clubs, and we had an infrastructure company on-board. Then we had to get to work on building the product.’

Pulp and coffee grounds

Around 150 organisations now use Seenons. For one company, Seenons might arrange the collection of coffee grounds, for another it might be orange peels – which contains valuable oil – and for another it might be mainly electronic devices.

‘Companies often assume it has to be very hard, but it’s just a matter of getting started,’ says Eiting van Liempt. ‘You begin with one or two separate collection streams and expand slowly. Take our client Yoghurt Barn: they were able to reduce their residual waste by 82 per cent within two weeks. Even the kiwi skins left over from making fruit shakes are still usable: we collect them separately to make syrup, which Yoghurt Barn can then sell in their shops.’

In collaboration with the Royal Dutch Football Association, Seenons also helps football clubs. The clubs have their cans and PET bottles collected separately, which generates money. Seenons also ran a successful pilot with Dijkstra Plastics, the company that produces the containers for Remia sauces. Parcel deliverers pick up the empty mayonnaise containers from snack bars. ‘We saw in our data from snack bars that these containers were being disposed as residual waste, and then we contacted Dijkstra Plastics,’ says Kamermans. ‘The pilot showed that you can collect the containers separately, but at the same time, it’s complex to change a system like this. You can’t just reuse the containers for sauce, as there are all sorts of rules about that. As an interim solution, Dijkstra is now going to process the containers into paint buckets.’

Regulations in the way

Although Seenons is off to a good start, there are also challenges. The co-founders find current regulations to be particularly constraining. For example, it is often less costly to dispose some streams along with the residual waste. Moreover, no financial incentive makes it more economical to use recycled materials than virgin ones.

And then of course the corona crisis is an issue. Cafés, restaurants and sports clubs were Seenons’ biggest group of customers, but their activities have now largely come to a standstill. Fortunately, sign-ups have come from other organisations, not only the usual customers, but also financial institutions interested in the data-driven waste profiles that Seenons creates. ‘Companies that need a loan can use this profile to demonstrate their ambitions for sustainability,’ Kamermans says. ‘This is valuable information for these service providers. For us, it’s an interesting new market to discover. All thanks to data.’

To realise their goals, Kamermans and Eiting van Liempt are seeking an investor who can help them to push ahead. Their advice to other businesses with circular business plans? ‘Always ask yourself whether your idea would also work if sustainability didn’t play a role. Of course, circularity appeals to potential customers, but you also have to ensure that what you’re offering is better, simpler and/or cheaper than something that already exists.’

This article is an initiative by Amsterdam University of Applied Sciences | City of Amsterdam | Amsterdam Economic Board | Amsterdam Smart City | Metabolic | AMS Institute. Together we are working to accelerate the circular economy in the Amsterdam Metropolitan Area, sharing practical stories for and about entrepreneurs and businesses.

Read more

A wealth of opportunities in the new circular reality
Smart data usage in the circular economy: 3 key reasons

Communication Alliance for a Circular Region (CACR)'s picture #CircularCity