Nicholas Been

Activity

  • 3
    Updates
  • 0
    Thumbs up
  • 0
    Comments
Nicholas Been, Intern , posted

Longread: Lokale initiatieven als volwaardige partner in de energietransitie

LONGREAD: In my last blogpost for Amsterdam Smart City I identify a series of benchmarks which can be used by Amsterdam’s local energy initiatives in order to become a better collaboration partner for the municipality. In random order, these are: the mobilisation of residents in the neighbourhood, perseverance in combination with a strong and shared ambition, access and usage of networks, a solid organisational structure (such as a energy cooperative), an understanding of relevant subject matters and processes, and lastly, being able to work with municipal frameworks and schemes. Disclaimer: The generated list of criteria takes academic literature, conversations with local energy initiatives, and input from presentations into consideration. With this in mind, financial barriers and possibilities were not taken into account. To find out more, read on (in Dutch)!

Hi Amsterdam Smart City Community,

Mijn tijd bij Amsterdam Smart City zit er helaas bijna op, wat betekent dat dit de laatste blogpost van mijn onderzoek zal zijn. In de vorige twee posts (blog 1, blog 2) schreef ik over huidige ontwikkelingen in de energietransitie binnen Amsterdam en factoren die bijdragen aan het succes van een lokaal energie-initiatief. In de praktijk is duidelijk te zien dat steeds meer initiatieven ontstaan, meer tractie hebben en ook steeds meer succes krijgen (hier een voorbeeld) bij het realiseren van zonneprojecten en verduurzaming van de bestaande bouw. Waarschijnlijk hebben lokale initiatieven ook een belangrijke rol bij aardgasvrije wijken of bij het verhandelen van lokaal opgewekte energie onder bewoners (zie bijvoorbeeld wattslocal). Ik heb onderzocht hoe deze initiatieven zich zouden kunnen ontwikkelen om ook bij intensieve gebiedsgerichte verduurzaming een belangrijke rol te spelen in planvorming, realisatie en/of beheer van nieuwe energieoplossingen. Zoals besproken in mijn eerste blogpost, is ook de gemeente Amsterdam actief bezig met ondersteuning en samenwerking met deze initiatieven.

Op basis van academische literatuur, gesprekken met lokale initiatieven en de input op meerdere presentaties bij ASC demodagen, een energieontbijt van 02025, en bij het team Amsterdam Klimaatneutraal (AKN) heb ik een lijst met criteria, dan wel succesfactoren voor lokale energie-initiatieven opgesteld. Deze kunnen lokale (energie) initiatieven helpen om uit te groeien tot een volwaardige partner van overheden en bedrijfsleven in de energietransitie. Voor elk van de punten geef ik een korte toelichting en een handelsperspectief voor lokale initiatieven. In willekeurige volgorde:

SUCCESFACTOREN VOOR LOKALE ENERGIE-INITIATIEVEN:
Draagvlak - mobiliseren van bewoners, daadwerkelijke support van iedereen in de buurt:
Voldoende draagvlak is moeilijk te definiëren, maar is erg belangrijk voor een wijk-intensief project, zoals een aardgasvrije wijk. Bij zulke initiatieven is het erg belangrijk om iedereen in de buurt te betrekken dan wel mee te krijgen. Ook bewoners die minder enthousiast zijn moeten betrokken zijn. Draagvlak kan niet per se gedefinieerd worden door het aantal leden in de coöperatie, de coöperatie kan ook op andere manieren, bijvoorbeeld met inspraak en stemrecht het lokale draagvlak vergroten en daarmee een goede vertegenwoordiging van de wensen van de buurt zijn.

Handelsperspectief: Voorbeelden van het versterken of creëren van draagvlak zijn:

  • Laagdrempelige toegang tot planvorming. Creëer een fysieke plek voor de visualisatie van mogelijke innovaties/technologieën. Zo krijgen bewoners een beeld van wat er mogelijk is en hoe verandering van de wijk eruit komt te zien. Dit kan een voorbeeldwoning zijn. Organiseer informatieavonden, waarbij bewoners de mogelijkheid krijgen om vragen te stellen of bezwaar kunnen maken.
  • Communiceer “Straight to the point”. Licht je activiteiten zo concreet mogelijk toe. De buurt is al druk bezig, dus hiermee voorkom je dat er onduidelijkheid ontstaat over de bezigheden.

Doorzettingsvermogen en een sterke en gedeelde ambitie:
Veel initiatiefnemers hebben een sociaal leven, een baan en tal van andere dagelijkse bezigheden. Het is echter ontzettend belangrijk om doorzettingsvermogen te laten zien. Dat begint met een sterke en gedeelde ambitie. Je laat tevens zien dat er een behoefte is om verandering door te voeren, waarom dat nodig is en dat de activiteiten een positieve impact zullen hebben op de buurt, ofwel een maatschappelijke meerwaarde hebben.

Handelsperspectief: Neem de ruimte om motivatie en ambities goed toe te lichten aan nieuwe deelnemers of bewoners. Een plan van aanpak waarin kleine praktische stappen zijn vastgesteld, geeft de ambitie een structuur. Dit geeft niet alleen richting aan leer- en ontwikkelprocessen maar helpt ook om draagvlak te stimuleren.

Toegang tot en gebruik maken van netwerken:
Middelen en kennis zijn schaars. Daarom is het noodzakelijk om goed gebruik te maken je netwerk. Dit helpt bij een optimale samenwerking binnen het lokale initiatief, in samenwerking met soortgelijke initiatieven, en met stakeholders zoals de gemeente.

Handelsperspectief:

  • Samenwerken met andere initiatieven. Zo kan er makkelijk kennis en informatie worden gedeeld, en leer je van elkaars ervaringen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van communities of practice zoals de energie-ontbijten van 02025.
  • Zorg dat je initiatief vermeld wordt via kanalen van betrouwbare organisaties, zoals de website van de gemeente. Zo kunnen potentiële partners zien dat je een serieuze partij bent, en kom je makkelijker aan nodige middelen of hulp.

Goede organisatievorm, zoals een formele coöperatie:
In de praktijk en in academisch literatuur is duidelijk te zien dat een coöperatie de meest geëigende organisatievorm is voor lokaal initiatief. Dit heeft vele voordelen (deze beschreef ik in mijn tweede blogpost) maar de belangrijkste reden is dat een coöperatie door bewoners is opgericht om andere bewoners te helpen.

Handelsperspectief:

  • Beschik over een toegewijde leider die zich fulltime met het initiatief bezig kan houden. Dit is iets wat in het praktijk vaak ontbreekt. Hierdoor ontstaat er continuïteit in het ontwikkelproces en in het beheer.
  • Een sterk financieel plan. Hier geef je inzicht in het financiële verhaal voor de komende jaren en inzicht in potentiële financiële consequenties.

Diversiteit aan vaardigheden en kennis van processen:
Om minder afhankelijk te zijn van hulp van externe partijen (tegen vergoeding) en de gemeente, is kennis van bepaalde processen nodig, bijvoorbeeld van de techniek, het recht, communicatie, en financiën.

Handelsperspectief:
Techniek: Basiskennis van de werking en beheer van relevante technologieën (zoals warmtepompen, warmtekoude opslag of warmtenetwerken) en innovaties is belangrijk. Deze competentie kan bijvoorbeeld worden opgedaan via het eerder genoemde netwerk. Ook is veel online te vinden, bijvoorbeeld via HierOpgewekt.

Rechtspleging: Als energiecoöperatie ben je een formeel rechtspersoon, die rollen en verantwoordelijkheden goed moet inrichten. Stel dat de coöperatie eigenaar wordt van een warmtenetwerk, dan geeft dat mogelijk een verantwoordelijkheid van beheer, veiligheid en financiering. Hierbij is juridische ondersteuning noodzakelijk.

Communicatie: Goede communicatie met de wijk is cruciaal. Om draagvlak te creëren en om onduidelijkheid te vermijden, moet je helder communiceren en hiermee voldoende bereik creëren. Denk aan actief gebruik van social media, maar ook juist andere middelen voor minder actieve social media gebruikers in de buurt.

Financiën: Kennis van financiën is belangrijk. Niet alleen omdat je als initiatief ook inkomsten genereert en die moet incasseren en mogelijk weer verdelen, maar ook omdat je vaak in gecompliceerde subsidieprocessen kan belanden.

Om kunnen gaan met kaders vanuit overheidsinstanties:
Kennis van de kaders waarmee overheidsinstanties werken is van belang voor een lokaal energie-initiatief. Relaties met overheidsinstanties zijn belangrijk, bijvoorbeeld vanwege subsidieaanvragen en andere soortgelijke processen. Door hier kennis van te hebben, weet je hoe besluitvormingsprocessen werken krijg je een beter idee van hoe je binnen de schaal van activiteiten past. Verder is het van belang om te kunnen omgaan met bestaande infrastructuren en investeringen in de wijk. Dit is belangrijk voor conflicterende aanpassingen zoals groenvoorzieningen.

Handelsperspectief: Het beschikken over een contactpersoon binnen een overheidsinstantie zoals de gemeente is cruciaal. Omdat Amsterdam veel verschillende initiatieven kent en de gemeente geen homogene organisatie is, kan de kennis die een initiatief nodig heeft zeer project- en contextspecifiek zijn.

REFLECTIE:
Bovenstaande resultaten zijn uitkomsten van een (bescheiden) onderzoek, en de vraag is of deze punten echt in de praktijk gebruikt kunnen worden. Daarom hebben we het publiek tijdens mijn presentatie voor het AKN programma gevraagd of ze wel of niet eens waren met mijn hypotheses. Hier zie je de resultaten:

Draagvlak en ambitie kwamen hierin naar voren als belangrijkste voorwaarden voor een bewonersinitiatief. Vanuit de zaal werd er gevraagd of de andere vier criteria relevant zijn voor alle typen initiatieven. Amsterdam is natuurlijk een diverse stad met mensen van verschillende afkomsten en met verschillende achtergronden. Niet iedereen heeft de capaciteit en middelen om (bijvoorbeeld) kennis te vergaren over de relevante vaardigheden en expertises. Met dit in gedachten is het belangrijk om te vermelden dat deze lijst is opgesteld zonder inachtneming van beschikbare (financiële) middelen voor lokale initiatieven.

Ondanks deze mogelijke ontwikkelpunten voor lokale initiatieven, zie ik juist de meerwaarde voor een community-brede aanpak bij een intensieve transitie, zoals richting een aardgasvrije wijk. De energietransitie is naar mijn mening een kwestie van elkaar helpen en samenwerken om een collectief en gewenst doel te bereiken. Als het niet lukt om lokaal samen te werken kan het zijn dat er weerstand ontstaat vanuit top-down instanties, zoals wat er onlangs is gebeurd in de Wegener Sleeswijkbuurt. Ten slotte, zijn deze criteria gebaseerd op een combinatie van wijdverbreide succesfactoren en gesprekken met enkele lokale energie-initiatieven waarmee de gemeente Amsterdam samenwerkt. Als het elders kan, waarom niet in Amsterdam?

CONCLUSIE:
In de afgelopen vier maanden heb ik veel geleerd over de rol van lokale energie-initiatieven in de Amsterdamse energietransitie. Door bijvoorbeeld aanwezig te zijn op de energie-ontbijten van 02025 was duidelijk te zien dat er al veel goeds wordt gedaan door de bewoners van de stad. Om te zorgen dat lokale initiatieven optimaal bijdragen aan de doelen en ambities van de gemeente Amsterdam, moet er nog veel gebeuren. Alle woningen aardgasvrij voor 2040 is ten slotte een behoorlijke opgave. Zonder een verhoogde participatie of betrokkenheid wordt het bijna onmogelijk om een succesvolle energietransitie te realiseren. Een actieve bijdrage van bewoners om dit voor elkaar te krijgen is dus van het grootste belang. Alle hens aan dek!

Nicholas Been's picture #Energy
Nicholas Been, Intern , posted

Succesfactoren voor Lokale Energie-initiatieven

My research for Amsterdam Smart City revolves around the need to identify what local energy initiatives must do in order to become a better collaboration partner for the municipality. In this blogpost I make use of a combination of lessons learnt from literature, interviews conducted with local energy initiatives, and input generated from my Amsterdam Smart City demodag presentation to determine factors that contribute towards the success of a local energy initiative. Possessing over a cooperative organisational structure allows for substantial participation and engagement from the community. These are crucial components which lead to success. Characteristics of this organisational structure, such as internal democracy, additionally give citizens the possibility to partake in the initiative’s activities. Furthermore, the specific division of tasks into a board of directors and management committee, allows citizens to take up formal roles and responsibilities (based on their backgrounds and knowledge). This serves in the best interest of a local energy initiative. Additionally, a diversity of professionalism which takes shape in the form of possessing specific knowledge and skill sets is considered to be of importance. To find out more read on (in Dutch!).

Hi Amsterdam Smart City Community,

In deze blogpost schrijf ik over de factoren die bijdragen aan het succes van een lokaal energie-initiatief. Wat blijkt uit de toename in actief burgerschap en andere sociale trends is dat er serieuzer gekeken moet worden naar de rol van deze initiatieven binnen de energietransitie. Naast het in kaart brengen van het huidige beleid over de energietransitie binnen Amsterdam heb ik ook deze noodzaak besproken in mijn vorige blogpost. Energie-initiatieven hebben het vermogen om de kleinschalige implementatie van hernieuwbare energie te bevorderen. Hierdoor hebben ze een belangrijke rol in het realiseren van doelen voor de energietransitie. Echter moet er nog veel gebeuren om ervoor te zorgen dat een betere relatie ontstaat tussen deze initiatieven en overheidsinstanties zoals de gemeente.

Ik maak gebruik van literatuur, gesprekken die ik met lokale energie-initiatieven heb gevoerd (Ketelhuis WG, Buurtcoöperatie Oostelijk Havengebied, en een VvE aan de Lindengracht), en de input die ik heb opgedaan tijdens Amsterdam Smart City’s recente netwerkmiddag/demodag. Hieronder licht ik deze initiatieven toe. Uit dit onderzoek blijkt dat er drie belangrijke succesfactoren voor lokale energie-initiatieven zijn, namelijk het hebben van een coöperatieve organisatievorm, de verdeling van taken binnen het initiatief, en de behoefte aan specifieke vaardigheden en expertises.

ORGANISATIEVORM EN INTERNE DEMOCRATIE: Binnen de Amsterdamse Metropoolregio zien we een verscheidenheid aan lokale initiatieven die betrokken zijn bij de energietransitie. Ze manifesteren zich vooral in de vorm van energiecoöperaties, verenigingen van eigenaren die aan het verduurzamen zijn, en zogenaamde “community of practices”.

Energiecoöperaties zijn bijzonder populair in Amsterdam. Een energiecoöperatie bestaat meestal uit een energiebedrijf en een samenwerkingsverband tussen bewoners (5). Als je specifiek naar de organisatie en interne beheer van initiatieven kijkt, is de energiecoöperatie blijkbaar de meest geëigende organisatievorm. Leden van het initiatief zijn tegelijkertijd eigenaar. Door middel van het één stem per lid concept, is er gelijk stemrecht tussen de leden. Door deze vorm van interne democratie krijgen bewoners de mogelijkheid om bij te dragen aan het besluitvormingsproces, bijvoorbeeld tijdens een algemene ledenvergadering.

Het succes van een energiecoöperatie is afhankelijk van de betrokkenheid en mobilisatie van bewoners in de buurt. Zeggenschap en gelijk stemrecht (kernconcepten van interne democratie) worden allebei beschouwd als de basis hiervoor. Om de zogenaamde “motor” van het initiatief optimaal te laten draaien is het voor een coöperatie van groot belang om zoveel mogelijk mensen bij de initiatieven te betrekken. Hiermee maak je het dus aantrekkelijk voor anderen in de buurt om ook mee te werken (6).

Verder werkt het concept van gedeeld eigenaarschap in het voordeel van een energiecoöperatie. Door energie lokaal op te wekken verdient de coöperatie collectief geld. De winsten worden verdeeld onder de leden, en wie het meest heeft ingelegd, krijgt het grootste deel. Zo maak je het aantrekkelijk om zonnepanelen en andere innovaties aan te schaffen (7). Samen sta je dus sterker!

SPECIFIEKE VERDELING VAN TAKEN: Verder is de specifieke verdeling van taken binnen het initiatief van belang. Een bestuur zorgt voor overzicht, een goede begeleiding en een juridische status (wat nodig is voor zakendoen). Het is belangrijk dat het bestuur niet alles zelf gaat doen. Zo gaan draagvlak en eigen energie verloren. Naast het bestuur, neemt het management operationele beslissingen die invloed hebben op de loop van activiteiten van het initiatief. Met deze structuur zorg je voor formele verantwoordelijkheden en flexibiliteit. Bewoners kunnen rollen en verantwoordelijkheden op zich nemen die passen bij hun capaciteiten en interesses.

VAARDIGHEDEN EN EXPERTISES: Naast de specifieke factoren voor de organisatie en beheer van een initiatief, zijn er onder de leden bepaalde vaardigheden en expertises nodig. Kennis van processen zoals regelgeving, beleid, techniek, en financiën zijn belangrijk. In de praktijk zien we dat leden van initiatieven zich verdelen in werkgroepen gebaseerd op hun expertises en kennis. Cruciaal voor succes zijn daarnaast een ondernemersmentaliteit en doorzettingsvermogen (2). Als je als initiatief laat zien dat je je activiteiten wil nastreven, zelfs zonder subsidie, maak je duidelijk hoe ambitieus je bent.

NETWERKMIDDAG INPUT: Op Amsterdam Smart City’s recente netwerkmiddag over de digitale stad en energie heb ik de eerste conclusies en hypotheses van mijn onderzoek gepresenteerd. Ik heb het publiek meegenomen in mijn onderzoek en een brainstormsessie volgde. Om mijn lijst met criteria voor samenwerking verder uit te breiden, werden onder andere creatieve manieren genoemd om draagvlak en betrokkenheid te genereren (twee belangrijke succesfactoren) onder de bewoners. Dit kan bijvoorbeeld door energie-initiatieven of -innovaties op fysieke plekken te visualiseren (voorbeeldwoningen, etc.). Zo kunnen ook andere bewoners geïnspireerd raken door wat er al wordt gedaan in de buurt!

Kortom, er zijn drie belangrijke succesfactoren te benoemen voor lokale energie-initiatieven. Ten eerste het bezitten van een coöperatieve organisatiestructuur waarin interne democratie een belangrijke rol speelt. Ten tweede is de specifieke taakverdeling van belang. Als laatst is het bezitten van specifieke vaardigheden en expertises onmisbaar.

Zijn jullie eens met mijn conclusies? Welke andere eigenschappen zouden cruciaal kunnen zijn voor een energiecoöperatie?

Gebaseerd op deze succesfactoren, presenteer ik in mijn volgende blogpost een lijst met criteria waar lokale initiatieven aan moeten voldoen om als betere samenwerkingspartner te kunnen opereren met de gemeente.

BRONNEN: (1) Becker, S., Kunze, C. and Vancea, M. (2017). Community energy and social entrepreneurship: Addressing purpose, organisation and embeddedness of renewable energy projects. Journal of Cleaner Production, 147, pp.25-36.

(2) de Vries, A. (2015). CRE INITIATIVES IN THE NETHERLANDS; How do trust, diversity of professionalism, collectiveness and involvement correlate with CRE success?. Master. University of Groningen.

(3) Forrest, N., & Wiek, A. (2015). Success factors and strategies for sustainability transitions of small-scale communities – Evidence from a cross-case analysis. Environmental Innovation and Societal Transitions, 17, 22–40. https://doi.org/10.1016/j.eist.2015.05.005

(4) Schoffelen, J. (2015). How to support bottom-up energy transitions?. Master. Wageningen UR.

(5) Proka, A., Hisschemöller, M., Loorbach, D. and Overbeke, S. (2017). [online] Drift. Available at: https://www.drift.eur.nl/wp-content/uploads/2017/05/Naar-een-Strategie-voor-de-Nederlandse-energiecooperaties.pdf [Accessed 12 Mar. 2019].

(6) Raad voor het Openbaar Bestuur (2017). Democratie is méér dan politiek alleen. [online] ROB. Available at: https://www.dagvandelokaledemocratie.nl/wp-content/uploads/2018/11/AV-Brothers-1e-ronde-RoB-Democratie_is_meer_dan_politiek_alleen_RoB.pdf [Accessed 12 Mar. 2019].

(7) Een energiecoöperatie: waarom?. (2016). [Blog] Energie Actie. Available at: https://www.energieactie.net/een-energiecooperatie-waarom/ [Accessed 12 Mar. 2019].

(8) HIER opgewekt. (2019). Tips voor het opstarten en behouden van coöperaties. [online] Available at: https://www.hieropgewekt.nl/kennisdossiers/tips-voor-het-opstarten-en-behouden-van-cooperaties [Accessed 12 Mar. 2019].

Nicholas Been's picture #Energy
Nicholas Been, Intern , posted

Een Amsterdamse Energietransitie Situatieschets

The energy transition in Amsterdam is underway. In an attempt to meet national climate related targets, the municipality has set itself a series of targets addressing carbon dioxide emission reduction and the need for fundamental changes in all sectors of society. In order for the transition to be a success, citizens of the metropolitan region must be engaged in the process and are encouraged to contribute by means of ‘bottom-up energy initiatives’. The municipality seeks to stimulate initiatives by providing subsidies and non-financial aid. A variety of obstacles do however stand in the way, preventing a meaningful contribution of these initiatives. In my upcoming blog posts I hope to understand the roles played by these initiatives by taking a closer look at how they are organised and what they need in order to be able to efficiently collaborate with stakeholders such as the municipality. Read on in Dutch.

Hi Amsterdam Smart City community,

Mijn naam is Nicholas en deze maanden loop ik stage bij Amsterdam Smart City. Ik hoop binnen de energietransitie in Amsterdam antwoord te vinden op twee vraagstukken. Ten eerste wil ik beter begrijpen hoe lokale energie-initiatieven (bottom up/bewonersinitiatieven) zich organiseren en hoe ze tot stand zijn gekomen, en ten tweede, wat deze initiatieven nodig hebben om als samenwerkingspartner te kunnen opereren met grote partijen zoals de gemeente. Ik ga jullie meenemen in mijn onderzoek door middel van een reeks van blogposts. Om mijn onderzoek context te geven zal ik in deze post focussen op een situatieschets, gebaseerd op recente ontwikkelingen op het gebied van energietransitie in de stad Amsterdam. Uiteraard ben ik ook benieuwd naar jullie input!

DE ENERGIETRANSITIE IN AMSTERDAM: Om de doelen van de Parijs klimaatconferentie te halen heeft de Nederlandse regering besloten om van het aardgas af te gaan. Dit is een transitie naar een energieneutraal en klimaatvriendelijke samenleving. Gemeenten en andere overheidsinstanties dragen bij aan dit proces door middel van het stellen van specifieke en lokale doelen. Ook in de Gemeente Amsterdam moet er in de komende jaren ontzettend veel gebeuren. Relevant hiervoor zijn de ‘2040 Energy Strategy’, de ‘Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050’ en het ‘2018 Amsterdam Coalitieakkoord’ waarin de stad onder andere haar ambitie toont om CO2 uitstoot aanzienlijk te verminderen.

In de ‘2040 Energy Strategy’ zijn drie thema's gepresenteerd, in lijn met de trias energetica. Door een combinatie van energiebesparing, het maximale gebruik van duurzame energiebronnen, en het efficiënte gebruik van fossiele energiebronnen hoopt de gemeente een duurzame toekomst te kunnen garanderen. Onder deze transitiepaden zijn vier sectoren geïdentificeerd waar verandering moet worden geïmplementeerd: gebouwen, haven en industrie, transport en duurzame energie. Soortgelijke ambities zijn vermeld in het Coalitieakkoord van de gemeente en in de ‘Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050’. Nieuwbouwprojecten zullen energieneutraal moeten worden gebouwd, daken moeten goed worden benut door de installatie van zonnepanelen, en de kolencentrale aan de Hemweg, zal moeten worden gesloten.

EEN CENTRALE ROL VOOR BEWONERS IN DE ENERGIETRANSITIE: De energietransitie is naar verwachting zo ingrijpend, dat de sociale component in de transitie belangrijker wordt. De impact voor de ‘gewone’ Amsterdammer reikt tot achter de voordeuren dus is het noodzakelijk om mensen zorgvuldig te betrekken, zoals ook vermeld in het Coalitieakkoord’. Lokale energie-initiatieven spelen hier een belangrijke rol en zijn voor gemeenten onmisbaar om de transitie waar te kunnen maken. Anders dan via traditionele rollen als informeren of een subsidieverstrekking, zien we onder meer in Amsterdam ook een andere interactie tussen overheid en de inwoner. Vanuit zelforganisatie ontstaan er lokale initiatieven, waarbij bewoners de mogelijkheid zien om sociale cohesie en samenwerking te kweken in de gemeenschappen en buurten. De gemeente ondersteunt ook deze initiatieven in de vorm van subsidies en niet financiële activiteiten zoals informatieverstrekking. Zo kun je onder de onderwerpen ‘duurzaam en groen’ en ‘wonen en leefomgeving’ gebruik maken van een verscheidenheid aan aantrekkelijke subsidies.

Er zijn veel obstakels die de optimale bijdrage van lokale initiatieven voorkomen. Uit een onderzoek van de Nationale ombudsman blijkt dat gemeenten het lastig vinden om een balans te vinden tussen een vorm van ondersteuning en het geven van zelfstandigheid. Lokale initiatieven passen niet altijd in de bestaande kaders en regels, en er is soms bij ambtenaren onvoldoende bereidheid om hier flexibel en creatief mee om te gaan. Als een lokaal initiatief zich bekend maakt, vragen gemeenten zich nog vaak af wat zij daarmee moeten doen, meldt platform ‘HIER Opgewekt’. Hierdoor gaat de slagkracht verloren en belanden bewonersinitiatieven (of lokale, wat je wil!) vaak in gecompliceerde ambtelijke processen en lange wachtrijen voor hulp.

Door middel van mijn onderzoek en blogposts hoop ik beter te kunnen aankaarten wat lokale energie-initiatieven nodig hebben voor een goede relatie met de gemeente en om voldoende slagkracht te hebben in de energietransitie. In mijn volgende post kijk ik naar de organisatiestructuur van lokale energie-initiatieven.

Ik ben ook benieuwd naar jullie verhalen! Als bewonersinitiatief in de energietransitie, wat denken jullie dat er is nodig om beter te kunnen presteren?

Nicholas Been's picture #Energy