Longread: Lokale initiatieven als volwaardige partner in de energietransitie
LONGREAD: In my last blogpost for Amsterdam Smart City I identify a series of benchmarks which can be used by Amsterdam’s local energy initiatives in order to become a better collaboration partner for the municipality. In random order, these are: the mobilisation of residents in the neighbourhood, perseverance in combination with a strong and shared ambition, access and usage of networks, a solid organisational structure (such as a energy cooperative), an understanding of relevant subject matters and processes, and lastly, being able to work with municipal frameworks and schemes. Disclaimer: The generated list of criteria takes academic literature, conversations with local energy initiatives, and input from presentations into consideration. With this in mind, financial barriers and possibilities were not taken into account. To find out more, read on (in Dutch)!
Hi Amsterdam Smart City Community,
Mijn tijd bij Amsterdam Smart City zit er helaas bijna op, wat betekent dat dit de laatste blogpost van mijn onderzoek zal zijn. In de vorige twee posts (blog 1, blog 2) schreef ik over huidige ontwikkelingen in de energietransitie binnen Amsterdam en factoren die bijdragen aan het succes van een lokaal energie-initiatief. In de praktijk is duidelijk te zien dat steeds meer initiatieven ontstaan, meer tractie hebben en ook steeds meer succes krijgen (hier een voorbeeld) bij het realiseren van zonneprojecten en verduurzaming van de bestaande bouw. Waarschijnlijk hebben lokale initiatieven ook een belangrijke rol bij aardgasvrije wijken of bij het verhandelen van lokaal opgewekte energie onder bewoners (zie bijvoorbeeld wattslocal). Ik heb onderzocht hoe deze initiatieven zich zouden kunnen ontwikkelen om ook bij intensieve gebiedsgerichte verduurzaming een belangrijke rol te spelen in planvorming, realisatie en/of beheer van nieuwe energieoplossingen. Zoals besproken in mijn eerste blogpost, is ook de gemeente Amsterdam actief bezig met ondersteuning en samenwerking met deze initiatieven.
Op basis van academische literatuur, gesprekken met lokale initiatieven en de input op meerdere presentaties bij ASC demodagen, een energieontbijt van 02025, en bij het team Amsterdam Klimaatneutraal (AKN) heb ik een lijst met criteria, dan wel succesfactoren voor lokale energie-initiatieven opgesteld. Deze kunnen lokale (energie) initiatieven helpen om uit te groeien tot een volwaardige partner van overheden en bedrijfsleven in de energietransitie. Voor elk van de punten geef ik een korte toelichting en een handelsperspectief voor lokale initiatieven. In willekeurige volgorde:
SUCCESFACTOREN VOOR LOKALE ENERGIE-INITIATIEVEN:
Draagvlak - mobiliseren van bewoners, daadwerkelijke support van iedereen in de buurt:
Voldoende draagvlak is moeilijk te definiëren, maar is erg belangrijk voor een wijk-intensief project, zoals een aardgasvrije wijk. Bij zulke initiatieven is het erg belangrijk om iedereen in de buurt te betrekken dan wel mee te krijgen. Ook bewoners die minder enthousiast zijn moeten betrokken zijn. Draagvlak kan niet per se gedefinieerd worden door het aantal leden in de coöperatie, de coöperatie kan ook op andere manieren, bijvoorbeeld met inspraak en stemrecht het lokale draagvlak vergroten en daarmee een goede vertegenwoordiging van de wensen van de buurt zijn.
Handelsperspectief: Voorbeelden van het versterken of creëren van draagvlak zijn:
- Laagdrempelige toegang tot planvorming. Creëer een fysieke plek voor de visualisatie van mogelijke innovaties/technologieën. Zo krijgen bewoners een beeld van wat er mogelijk is en hoe verandering van de wijk eruit komt te zien. Dit kan een voorbeeldwoning zijn. Organiseer informatieavonden, waarbij bewoners de mogelijkheid krijgen om vragen te stellen of bezwaar kunnen maken.
- Communiceer “Straight to the point”. Licht je activiteiten zo concreet mogelijk toe. De buurt is al druk bezig, dus hiermee voorkom je dat er onduidelijkheid ontstaat over de bezigheden.
Doorzettingsvermogen en een sterke en gedeelde ambitie:
Veel initiatiefnemers hebben een sociaal leven, een baan en tal van andere dagelijkse bezigheden. Het is echter ontzettend belangrijk om doorzettingsvermogen te laten zien. Dat begint met een sterke en gedeelde ambitie. Je laat tevens zien dat er een behoefte is om verandering door te voeren, waarom dat nodig is en dat de activiteiten een positieve impact zullen hebben op de buurt, ofwel een maatschappelijke meerwaarde hebben.
Handelsperspectief: Neem de ruimte om motivatie en ambities goed toe te lichten aan nieuwe deelnemers of bewoners. Een plan van aanpak waarin kleine praktische stappen zijn vastgesteld, geeft de ambitie een structuur. Dit geeft niet alleen richting aan leer- en ontwikkelprocessen maar helpt ook om draagvlak te stimuleren.
Toegang tot en gebruik maken van netwerken:
Middelen en kennis zijn schaars. Daarom is het noodzakelijk om goed gebruik te maken je netwerk. Dit helpt bij een optimale samenwerking binnen het lokale initiatief, in samenwerking met soortgelijke initiatieven, en met stakeholders zoals de gemeente.
Handelsperspectief:
- Samenwerken met andere initiatieven. Zo kan er makkelijk kennis en informatie worden gedeeld, en leer je van elkaars ervaringen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van communities of practice zoals de energie-ontbijten van 02025.
- Zorg dat je initiatief vermeld wordt via kanalen van betrouwbare organisaties, zoals de website van de gemeente. Zo kunnen potentiële partners zien dat je een serieuze partij bent, en kom je makkelijker aan nodige middelen of hulp.
Goede organisatievorm, zoals een formele coöperatie:
In de praktijk en in academisch literatuur is duidelijk te zien dat een coöperatie de meest geëigende organisatievorm is voor lokaal initiatief. Dit heeft vele voordelen (deze beschreef ik in mijn tweede blogpost) maar de belangrijkste reden is dat een coöperatie door bewoners is opgericht om andere bewoners te helpen.
Handelsperspectief:
- Beschik over een toegewijde leider die zich fulltime met het initiatief bezig kan houden. Dit is iets wat in het praktijk vaak ontbreekt. Hierdoor ontstaat er continuïteit in het ontwikkelproces en in het beheer.
- Een sterk financieel plan. Hier geef je inzicht in het financiële verhaal voor de komende jaren en inzicht in potentiële financiële consequenties.
Diversiteit aan vaardigheden en kennis van processen:
Om minder afhankelijk te zijn van hulp van externe partijen (tegen vergoeding) en de gemeente, is kennis van bepaalde processen nodig, bijvoorbeeld van de techniek, het recht, communicatie, en financiën.
Handelsperspectief:
Techniek: Basiskennis van de werking en beheer van relevante technologieën (zoals warmtepompen, warmtekoude opslag of warmtenetwerken) en innovaties is belangrijk. Deze competentie kan bijvoorbeeld worden opgedaan via het eerder genoemde netwerk. Ook is veel online te vinden, bijvoorbeeld via HierOpgewekt.
Rechtspleging: Als energiecoöperatie ben je een formeel rechtspersoon, die rollen en verantwoordelijkheden goed moet inrichten. Stel dat de coöperatie eigenaar wordt van een warmtenetwerk, dan geeft dat mogelijk een verantwoordelijkheid van beheer, veiligheid en financiering. Hierbij is juridische ondersteuning noodzakelijk.
Communicatie: Goede communicatie met de wijk is cruciaal. Om draagvlak te creëren en om onduidelijkheid te vermijden, moet je helder communiceren en hiermee voldoende bereik creëren. Denk aan actief gebruik van social media, maar ook juist andere middelen voor minder actieve social media gebruikers in de buurt.
Financiën: Kennis van financiën is belangrijk. Niet alleen omdat je als initiatief ook inkomsten genereert en die moet incasseren en mogelijk weer verdelen, maar ook omdat je vaak in gecompliceerde subsidieprocessen kan belanden.
Om kunnen gaan met kaders vanuit overheidsinstanties:
Kennis van de kaders waarmee overheidsinstanties werken is van belang voor een lokaal energie-initiatief. Relaties met overheidsinstanties zijn belangrijk, bijvoorbeeld vanwege subsidieaanvragen en andere soortgelijke processen. Door hier kennis van te hebben, weet je hoe besluitvormingsprocessen werken krijg je een beter idee van hoe je binnen de schaal van activiteiten past. Verder is het van belang om te kunnen omgaan met bestaande infrastructuren en investeringen in de wijk. Dit is belangrijk voor conflicterende aanpassingen zoals groenvoorzieningen.
Handelsperspectief: Het beschikken over een contactpersoon binnen een overheidsinstantie zoals de gemeente is cruciaal. Omdat Amsterdam veel verschillende initiatieven kent en de gemeente geen homogene organisatie is, kan de kennis die een initiatief nodig heeft zeer project- en contextspecifiek zijn.
REFLECTIE:
Bovenstaande resultaten zijn uitkomsten van een (bescheiden) onderzoek, en de vraag is of deze punten echt in de praktijk gebruikt kunnen worden. Daarom hebben we het publiek tijdens mijn presentatie voor het AKN programma gevraagd of ze wel of niet eens waren met mijn hypotheses. Hier zie je de resultaten:
Draagvlak en ambitie kwamen hierin naar voren als belangrijkste voorwaarden voor een bewonersinitiatief. Vanuit de zaal werd er gevraagd of de andere vier criteria relevant zijn voor alle typen initiatieven. Amsterdam is natuurlijk een diverse stad met mensen van verschillende afkomsten en met verschillende achtergronden. Niet iedereen heeft de capaciteit en middelen om (bijvoorbeeld) kennis te vergaren over de relevante vaardigheden en expertises. Met dit in gedachten is het belangrijk om te vermelden dat deze lijst is opgesteld zonder inachtneming van beschikbare (financiële) middelen voor lokale initiatieven.
Ondanks deze mogelijke ontwikkelpunten voor lokale initiatieven, zie ik juist de meerwaarde voor een community-brede aanpak bij een intensieve transitie, zoals richting een aardgasvrije wijk. De energietransitie is naar mijn mening een kwestie van elkaar helpen en samenwerken om een collectief en gewenst doel te bereiken. Als het niet lukt om lokaal samen te werken kan het zijn dat er weerstand ontstaat vanuit top-down instanties, zoals wat er onlangs is gebeurd in de Wegener Sleeswijkbuurt. Ten slotte, zijn deze criteria gebaseerd op een combinatie van wijdverbreide succesfactoren en gesprekken met enkele lokale energie-initiatieven waarmee de gemeente Amsterdam samenwerkt. Als het elders kan, waarom niet in Amsterdam?
CONCLUSIE:
In de afgelopen vier maanden heb ik veel geleerd over de rol van lokale energie-initiatieven in de Amsterdamse energietransitie. Door bijvoorbeeld aanwezig te zijn op de energie-ontbijten van 02025 was duidelijk te zien dat er al veel goeds wordt gedaan door de bewoners van de stad. Om te zorgen dat lokale initiatieven optimaal bijdragen aan de doelen en ambities van de gemeente Amsterdam, moet er nog veel gebeuren. Alle woningen aardgasvrij voor 2040 is ten slotte een behoorlijke opgave. Zonder een verhoogde participatie of betrokkenheid wordt het bijna onmogelijk om een succesvolle energietransitie te realiseren. Een actieve bijdrage van bewoners om dit voor elkaar te krijgen is dus van het grootste belang. Alle hens aan dek!