Bob Munten

Nieuwe mobiliteitsconcepten lage parkeernormen en hubs doen het goed bij beleidsmakers en gebiedsontwikkelaars. Iedereen lijkt een overgang van ‘bezit naar gebruik’ toe te juichen en de auto in te willen ruilen voor meer ruimte en schoner vervoer. Mooie ambities maar tot nu toe nog zonder uitgebreide successen. Zijn we in staat deze transitie aan te laten sluiten bij de (toekomstige) mobiliteitsbehoefte van verschillende bewoners en gebruikers van een nieuwe wijk? Hoe zorgen we ervoor dat het nieuwe aanbod geschikt is voor álle doelgroepen en er genoeg andere betaalbare opties (openbaar vervoer deelmobiliteit) binnen korte afstand beschikbaar zijn? En ook interessant: wie is of voelt zich daarvoor verantwoordelijk?

Over Morgen onderzocht in opdracht van enkele woningcorporaties waaronder Stadgenoot de gevolgen van de keuzes in het gemeentelijk mobiliteitsplan. Er is specifiek gekeken naar de nieuwe wijk Strandeiland in Amsterdam waar conform het parkeerbeleid wordt gewerkt met een minimale parkeernorm voor sociale huurwoningen van 0.0 en een maximale parkeernorm van 1.0. Stadgenoot en Over Morgen lichten de uitkomsten van hun onderzoek toe en gaan in op de vraag wat de gevolgen zijn voor andere gebiedsontwikkelingen.

Om onze grote dromen voor een flexibele stad waar te maken moeten we af van het statische systeem van ruimtegebruik. Nu wordt een plek maar voor één doel gebruikt, bijvoorbeeld als laad-en loszone, parkeerplaats of terras. Hoe mooi zou het zijn als we hetzelfde stukje stad afhankelijk van het moment door digitale middelen op verschillende manieren kunnen gebruiken? Coding the Curbs maakt dat mogelijk!

In deze online sessie vertellen we je wat de eerste geleerde lessen zijn bij het uitvoeren van deze innovatieve oplossing. Wat zijn de kansen en uitdagingen? Wat kost het en wat levert het op? Wie moet betrokken worden om het een succes te maken? We sluiten aan bij inzichten die we hebben opgedaan bij meerdere steden in Nederland, én daarbuiten.

Slimme mobiliteit: is het een doel of een middel? Waarom eigenlijk slim? En wat is slim voor jou? Sinds corona is de mobiliteit van werkend Nederland in een nieuwe fase terecht gekomen. Van de ene dag op de andere is thuiswerken de norm, ook daar waar het vroeger onbespreekbaar was. Het slimst op dit moment is thuiswerken, dus geen mobiliteit.

"De duurzaamste kilometers zijn de kilometers die je niet maakt.” Voor een platform Smart Mobility is dit wellicht de wereld op zijn kop. Maar voor ons begint ‘slim’ bij preventie als de beste oplossing en daarin is nog een wereld te winnen. Dit is hét moment om het ‘waarom’ van reizen terug op de agenda te zetten. Als werkgever en beleidsmaker kunnen gemeenten hier een voorbeeldfunctie in hebben. Een open vraag aan gemeenten om hierin de rol van koploper te nemen.

In de sessie brengen we naast inspiratie ook handige hulpmiddelen. Rein Aarts en Rutger van der Veen nemen je mee in de Breikers werkgeversaanpak. Hoe ondersteunen wij werkgevers in de overgang naar duurzame mobiliteit? En op welke manier kunnen gemeenten de rol van aanjager pakken? Hierover gaan we in gesprek met wethouders Gerard Slegers van Zaanstad en Rineke van Korrel van Ouder-Amstel. Ook gaan we in op knelpunten en participatie, waaronder het betrekken van ondernemers.

Het wordt een leuke, interactieve sessie met voorbeelden uit de praktijk en de mogelijkheid om met de wethouders en Breikers in gesprek te gaan. Heb je vooraf al vragen? Stuur ze alvast naar rutger@wijzijnbreikers.nl.

Bij het vormgeven van nieuw mobiliteitsbeleid wordt er vooral gedacht aan regelingen en voorzieningen. Er is steeds meer mogelijk door de komst van innovatieve mobiliteitsconcepten zoals MaaS. Echter als je geen aandacht besteed aan gedrag en draagvlak laat je als werkgever kansen liggen om de gehele potentie van nieuw mobiliteitsbeleid te benutten. Sterker nog: Met alleen aandacht voor regelingen en voorzieningen zullen werknemers maar marginaal ander reisgedrag vertonen. Reisgedrag is namelijk gewoontegedrag en moeilijk te veranderen. In deze masterclass geven we 5 concrete en praktische gedragstips om tot goed en gedragen mobiliteitsbeleid te komen en een werkelijke impact op gedrag te realiseren!

Het belang van data voor verkeer en vervoer en zeker ook voor wegbeheer neemt sterk toe. Terwijl voorheen weggebonden meetsystemen domineerden ontstaan nieuwe mogelijkheden door sensoren in het voertuig. Zo worden steeds meer voertuigen waarbij allerlei gegevens in real-time uit de IT-systemen van voertuigen te halen zijn. Voor de toepassing van verkeersveiligheid wordt deze sensordata uit voertuigen (Probe Vehicle Data) door automobielfabrikanten beschikbaar gesteld. Sinds enige tijd ontvangt NDW deze data van verschillende fabrikanten. Deze probe vehicle data bestaat uit geanonimiseerde sensordata zoals van het gebruik van de ABS of ruitenwissers van voertuigen.

Deze data kan variëren in format en functie. De afgelopen maanden heeft NDW middels use cases toepassingen op het gebied van verkeersmanagement voor deze datasoort ontwikkeld en getest. Dit omvat onder andere het ontwikkelen van een datafeed met incidenten en pechgevallen. In de masterclass zullen wij hier uitgebreid op in gaan.

In het kader van het SOCRATES 2.0 project is afgelopen jaren een samenwerking opgezet tussen drie verkeerscentrales vier private serviceproviders en twee intermediairs. Het doel van de samenwerking is om het gezamenlijke wegennet beter te benutten. Om dit mogelijk te maken zijn systemen van de betrokken partners aan elkaar gekoppeld met een Europese standaard voor data uitwisseling. Centrale rol in deze pilot is belegd bij de Netwerk Manager. Hier komt de actuele en voorspelde data van de verkeerssituatie binnen. Beleidsmatig wordt met KPIs bepaald of er moet worden gecoördineerd. Bij voorspelde netwerkbrede problemen (alleen) worden aan verkeerscentrales en serviceproviders gevraagd om bepaalde services te nemen. Bij de uitvoering van die services hebben zij een grote autonomie en daarmee ruimte voor een eigen business ontwikkeling. De effecten van de gecoördineerde inzet van services wordt beoordeeld door de MRA-verkeerskundigen. Vervolgens kunnen aanpassingen doorgevoerd worden in de configuratie.