Paul Strijp

Activity

  • 2
    Updates
  • 0
    Thumbs up
  • 0
    Comments
Paul Strijp, Sectormanager , posted

Negen tips om veilig en bewust het AI-tijdperk in te gaan

Featured image

‘Digital transformation requires a governmental transformation’. Deze boodschap resoneerde op het recente Gartner IT-congres in Barcelona. Waarin zit die digitale transformatie? In de definitieve doorbraak van Artificial Intelligence (AI). Elke overheidsorganisatie moet ermee aan de slag, AI is niet langer ‘iets van Europa’. In dit artikel negen tips.

Op 2 november 2023 werd Max Welling, een autoriteit op het terrein van kunstmatige intelligentie, geïnterviewd in het FD. De kop van het artikel loog er niet om: ‘AI streeft mens voorbij qua intelligentie’. Een dag later luidde het hoofdredactioneel commentaar van NRC: ‘Omgang met AI zal toekomst extreem beïnvloeden.’ Om drie dagen later in NRC te lezen dat één van de prominentste AI-experts ter wereld, Stuart Russell, overheden nog twaalf maanden geeft. Als zij zich dan niet gewapend hebben tegen AI, dan dreigt het totale verlies aan controle over onze financiële systemen.

De hype voorbij

De moraal van deze artikelen? We zijn de hype voorbij. Of we nu willen of niet, AI is here to stay. We voelen inmiddels aan den lijve dat AI een, zoals de WRR het noemde, ‘systeemtechnologie’ is. Een technologie die maar eens in de honderd jaar voorkomt en dan de hele wereld op zijn kop zet. En juist deze gedachte verlamt. Oók overheden. Daarin schuilt een groot risico.

AI is groot en ongrijpbaar. En is daarmee voor veel overheden een ver-van-mijn-bed-show. Zij vragen zich af: wat nu? Desinformatie, deep-fakes, vergroting van de ongelijkheid, de grip op de grote tech-bedrijven, het vervalsen van de verkiezingen, het namaken van stemmen: dat is toch allemaal iets voor Europa? Jazeker, gelukkig hebben we de Europese Commissie met haar AI-Act. En gelukkig zijn sommige handhavingsorganisaties zoals de politie, een aantal grote gemeenten, de waterschappen en een handjevol provincies ook actief. Maar de overgrote meerderheid van overheidsorganisaties staat erbij en kijkt ernaar. Deze groep kent een collectieve handelingsverlegenheid. Deze moet omgezet worden in een positieve houding.

Negen tips

Daarom hierbij negen tips. Niet om een filosofische discussie te starten over de toekomst van de mensheid. Maar gewoon praktisch. Voor overheidsorganisaties die zich het hoofd buigen over de vraag wat ze met AI ‘moeten’. Of die zich dat hoofd niet buigen, maar gewoon wakker geschud moeten worden.

TIP 1: ZORG DAT UW VERDEDIGING OP ORDE IS
Misschien overbodig maar toch: zorg dat uw beveiliging op orde is. Bedenk daarbij dat technologieën zelden alléén komen. We hebben het over AI, maar op dit moment klopt ook de kwantumtechnologie al aan de poort. Naar verwachting zijn kwantumcomputers over vijf tot tien jaar in voldoende mate beschikbaar. Zij zorgen voor een ongekende vergroting van de rekenkracht. En zijn dan in staat tot het kraken van veel encryptietechnologie die nu beschikbaar is.

TIP 2: VERMIJD HET ‘TECHNOLOGIE ZOEKT PROBLEEM’-SYNDROOM
Moet u nu in één keer voor 100 procent op AI overstappen? Door voor al uw maatschappelijke opgaven alle heil in AI te zoeken? Nee, dat moet u vooral niet doen. Daar zijn twee redenen voor. In de eerste plaats omdat niet alle overheidsorganisaties daarvoor de noodzakelijke datapositie innemen. Voor toepassing van AI moet je over grote hoeveelheden data beschikken die ook nog eens van voldoende kwaliteit is. Maar zelfs als u wel aan die voorwaarde zou voldoen, dan nog zou zo’n 100 procent draai niet wenselijk zijn. U moet vooral die datatechnologieën inzetten die uw maatschappelijke opgaven verder brengen. Dat kunnen in voorkomende gevallen ook klassieke monitoringstechnieken zijn. Beetje saai misschien, maar vele malen verstandiger dan dat u krampachtig op zoek gaat naar een probleem dat zich leent voor AI. Blijf dus redeneren vanuit de opgaven, niet vanuit de technologie.

TIP 3: JE KUNT ALLÉÉN VERANDEREN IN EN MET JE OMGEVING
Maar als u dan toch met AI aan de slag gaat: houd dan vooral uw externe omgeving in de gaten. Deze verandert namelijk óók onder invloed van AI. En u heeft die omgeving nodig! Waarom? Omdat u alléén kunt veranderen in en met de context. Een context-loze veranderstrategie bestaat niet. De veranderingen die AI in gang zet, zijn zogezegd eco-systemisch. Welke impact heeft AI op bijvoorbeeld de energietransitie, de mobiliteit en de landbouw? En wat betekent dat voor de rol en werkwijze van overheden? Veel van die veranderingen zijn nu nog nauwelijks voor te stellen. Een scenario-aanpak met veel ruimte voor verbeelding, in koepel- dan wel interbestuurlijk verband, ligt hier voor de hand.

TIP 4: DENK NA OVER DE GEVOLGEN VAN AI VOOR DE WERKGELEGENHEID DIE U TE BIEDEN HEEFT
Er wordt al vele decennia gespeculeerd over de impact van technologie op de werkgelegenheid. Staat ons een toekomst te wachten waarin we ons allemaal vervelen? Russell sluit dat scenario niet uit. ‘Uiteindelijk kan, verwacht ik, AI alles wat wij mensen nu kunnen.’ Dit zwarte scenario ontslaat overheden niet van de verantwoordelijkheid om nu in actie te komen. Door vanuit haar rol als goed werkgever de consequenties voor diezelfde werkgelegenheid te doordenken. Deze exercitie hebben we tot dusver altijd voor ons uit geschoven. Dat kan nu niet langer. Bij wijze van vingeroefening kan de suggestie van Brynjollfson, geopperd tijdens het genoemde Gartner Congres, opgepakt worden. Splits alle functies uit naar taken. En bekijk per taak waar AI waarde kan toevoegen. Dat geeft een eerste beeld van de taken die zullen verdwijnen. Misschien valt een groot verlies aan overheidsbanen op enig moment niet te voorkomen. Maar het zou een bloody shame zijn als overheden zo’n verlies zou ‘overkomen’.

TIP 5: GA UW MEDEWERKERS OM-, HER- EN BIJSCHOLEN
Nadat u zich dat eerste beeld van de werkgelegenheidsconsequenties heeft gevormd, ligt meteen een nieuwe opdracht op tafel. Dat is de noodzaak om uw mensen te gaan om-, her- en bijscholen. Dat is natuurlijk razend ingewikkeld. Want welke functies hebben straks nog toegevoegde waarde als AI uiteindelijk alle werk kan overnemen? Wie moet dan nog waarvoor worden omgeschoold? Maar zo ver is het nog niet, als dit scenario überhaupt al ooit bewaarheid wordt. Dat neemt niet weg dat banenverlies dreigt voor zowel de administratieve als adviserende functies. Voor de administratieve functies is dat niet zo’n verrassing. Er wordt al langer rekening mee gehouden dat die op enig moment verdwijnen. Maar de snelle opkomst van de taalmodellen heeft nu ook de beleidswereld wakker geschud. Zijn beleidsadviseurs nog wel zeker van hun baan als je ziet wat ChatGPT nu al vermag? Wat kunnen de taalmodellen over vijf jaar wel niet allemaal? Dezelfde Brynjolffson had daar wel ideeën over. Het gebruik van taalmodellen vereist dat we nieuwe vragen leren stellen. En ons op die manier op een intelligente manier tot de computer verhouden. Met andere woorden: beleidsmedewerkers moeten worden geprikkeld om niet slaafs te volgen wat de computer uitspuugt.

TIP 6: EXPERIMENTEER
De afgelopen maanden heeft menigeen al geëxperimenteerd met ChatGPT. De koudwatervrees lijkt kleiner dan verwacht, de nodige ambtenaren doen er al ervaring mee op. Overheden doen er goed aan om deze experimenten vrijmoedig te stimuleren. Zoals de provincie Noord-Brabant doet met Sammie: een digitale assistent die medewerkers ondersteunt bij het stikstofvraagstuk. Sammie wordt getraind op de eigen stikstofdata. En Sammie vermeldt ook welke regels en data aan zijn antwoorden ten grondslag liggen.

TIP 7: STEL ETHISCHE KADERS VAST
Het gebruik van AI heeft ook keerzijden. Zo heeft de Interprovinciale Ethische Commissie onlangs een uitstekend advies uitgebracht uitgebracht over het gebruik van ChatGPT. Daarbij wees de commissie bijvoorbeeld op het belang van duurzaamheid. AI slurpt grote hoeveelheden energie. Vroeg of laat zal elke organisatie moeten aangeven waar voor haar de grenzen liggen. Dat type afwegingen kan niet aan individuele medewerkers overgelaten worden. Experimenteren is dus mooi, maar moet op enig moment stollen in ethische kaders. Het is aan besturen om deze vast te stellen.

TIP 8: ARTIFICIAL INTELLIGENCE MOET AAN TAFEL IN HET KABINET, COLLEGES EN DIRECTIES
‘Ik kan me voorstellen dat AI een zetel krijgt in de raad van bestuur van bedrijven. Om vragen aan te stellen, om advies van te krijgen.’ Een suggestie van Max Welling. Deze suggestie is uiteraard niet voorbehouden aan het bedrijfsleven. Waarom kan AI geen zetel krijgen in de ministerraad? En bij colleges, besturen en directies van waterschappen, gemeenten en provincies? De secretaris van deze organen kan ervoor zorgen dat de computer bij elk punt van de agenda advies geeft. Wat een symboliek zou hiervan uitgaan!

TIP 9: WEEG AF OF U WEL DE AI-APPLICATIES VAN EEN GROTE AANBIEDER WILT
Ook als u zelf geen datascientists in dienst heeft die actief met AI aan de slag gaan, komt AI bij elke overheidsorganisatie binnen. Via de veelheid aan tools en applicaties. Zo heeft Microsoft aangegeven dat al haar toekomstige diensten op AI gebaseerd zullen zijn. Te beginnen over een paar jaar met Copilot. Een softwareprogramma dat lange mails kan samenvatten. En desgewenst het antwoord op een binnenkomende mail kan dichten. Bedenk dat u de software van de grote tech-bedrijven niet hoeft te gebruiken. Weeg dat af! Als u de afhankelijkheid van grote aanbieders wilt verminderen, dan kunt u zich oriënteren op alternatieven. Zoals die van de Public Spaces en de Pub Hubs van José van Dijck. Of de op open source gerichte benaderingen.

Tot slot: Transformeer tot in de wortel!

Weleens van het Latijnse woord radix gehoord? Radix betekent wortel. Radicaal is daarvan afgeleid en staat voor ‘tot in de wortel’. Overheden moeten zich openstellen voor een radicaal veranderingsproces. Een transitie zogezegd. Waarom? Omdat de omgeving van overheden inmiddels al vergaand digitaal getransformeerd is. De legitimatie, het bestaansrecht van overheden blijft alléén overeind als zij zelf de vorm van die omgeving aannemen. Dat wil zeggen: als zij zelf ook transformeren. We moeten af van het frame dat we ons verhouden tot AI of, beter, dat we AI adopteren. Neen, we zullen bij het herontwerp van de overheid uit moeten gaan van de enkelvoudige logica van AI en data. In termen van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR): overheden zullen een op publieke waarden gebaseerde AI-identiteit moeten aannemen. Met een daarbij horende AI-wijsheid. Daarin is de dialoog met de samenleving essentieel. Die wijsheid is de bron voor de maatschappelijke meerwaarde.

*Dit artikel is geschreven door Jan van Ginkel (Concerndirecteur provincie Zuid-Holland) en Paul Strijp (Adviseur provincie Noord-Holland) en gepubliceerd op iBestuur.

Beeld: Shutterstock, AI gegenereerd*

Paul Strijp's picture #DigitalCity
Paul Strijp, Sectormanager , posted

Digitale tweeling als gesprekspartner in gebiedsontwikkeling

Featured image

Zie digitale tweelingen niet als dé oplossing voor maatschappelijke vraagstukken die in gebieden spelen. Data en modellen belichten namelijk slechts een deel van de werkelijkheid. Bij ruimtelijke opgaven, zoals het woningtekort, de energietransitie en natuurherstel, gaat het om het gesprek om te komen tot een gedeelde werkelijkheid. Zorg dat digitalisering hierbij een constructieve rol speelt.

Op de grens van Brabant en Limburg ligt de Peel. Daar komen onder grote tijdsdruk verschillende opgaven samen: transitie van de landbouw, omslag naar hernieuwbare energie inclusief netverzwaringen, woningtekort, verdroging van de Peel en de mogelijke heropening van de vliegbasis Vredepeel. Het maken van die ruimtelijke puzzel vergt samenwerking tussen twintig gemeenten, drie waterschappen, twee provincies, diverse departementen en tal van bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers. Daarnaast vraagt die puzzel een integrale afweging: ingrepen voor de ene opgave kunnen immers vergaande gevolgen hebben voor andere opgaven.

Voor de digitale tweeling is echter geen vraagstuk te complex, schreef Microsoft in een artikel op Ibestuur. Het bedrijf werkt zelfs aan een digitale tweeling van de aarde, met de ambitie om deze beter te besturen voor mens en natuur. Tijdens een conferentie over slimme steden in Barcelona viel de sterke aantrekkingskracht van de digitale tweeling voor beleidsmakers en bestuurders op. ‘Doe mij ook maar zo’n digitale tweeling’ leek de dominante gedachte te zijn. De talrijke pilots en experimenten met digitale tweelingen in het ruimtelijk domein onderstrepen dit.

Hype?

Er lijkt sprake van een ‘hype’: digitale tweelingen als panacee voor gebiedsontwikkeling. Deze ‘hype’ hangt samen met de toenemende hoeveelheid en beschikbaarheid van (real-time) data over onze leefomgeving, zoals lucht-, grond- en waterkwaliteit en energieverbruik. Dit is mede het gevolg van het beter en goedkoper worden van monitoringstechnieken, zoals slimme meters in huis en allerlei soorten sensoren op straat, in drones en satellieten. Daarnaast stimuleert en verplicht de aankomende Omgevingswet het gebruik van data.

Partijen gebruiken verschillende definities voor de digitale tweeling. Doorgaans verwijst de term ‘digitale tweeling’ naar het idee dat een fysieke en virtuele ‘tweeling’ met elkaar in verbinding staan door de uitwisseling van data en informatie. Data over de fysieke wereld voeden de virtuele tweeling en inzichten daaruit kunnen weer worden gebruikt om te interveniëren in de fysieke wereld. Dat helpt bij het maken van allerlei producten – van de bouw van de Boekelose brug tot de BMW fabriek – en het verbeteren van bedrijfsprocessen, zoals het onderhoud en beperking van de CO2-uitstoot van de Airbus.

Hierdoor geïnspireerd, zien veel beleidsmakers en bestuurders de digitale tweeling als een belangrijk middel om besluitvorming – van beleidsvoorbereiding tot implementatie – te verbeteren door de gevolgen van keuzes te simuleren en te visualiseren. In het domein van politiek en bestuur is de digitale tweeling dus meer dan een technologische innovatie; het is een democratische innovatie. Dit roept de vraag op: hoe kan een digitale tweeling de besluitvorming daadwerkelijk verbeteren?

Er bestaat geen eenduidige werkelijkheid

Dat kan door de variëteit en veelzijdigheid van een gebied te erkennen. Een gebied is nooit één monolithische werkelijkheid; er spelen vaak duizend-en-een belangen en processen tegelijk. Toch is zo’n eenduidige werkelijkheid wel precies wat een digitale tweeling suggereert. En daarin schuilt zowel de kracht als het risico van dit instrument. Kracht, omdat het zorgt voor een basis voor een gesprek. En een goed gesprek is de basis voor goede besluitvorming. Risico, omdat zo’n eenduidige werkelijkheid ons kan doen vergeten dat de digitale tweeling selectief is. Hij laat slechts een beperkt aantal variabelen zien. Bovendien, datgene wat subjectief of lastiger meetbaar is, bijvoorbeeld de betekenis van een gebied voor haar inwoners, kunnen we gemakkelijk over het hoofd zien. Terwijl een democratisch proces juist ook voor die zachte waarden aandacht behoort te hebben.

Gesprekspartner

Beschouw een digitale tweeling dus niet als de gedeelde werkelijkheid zelf, maar als gesprekspartner in een breder democratisch proces. Daarbij is ook transparantie van belang over welke data wel aanwezig zijn en welke niet. En over welke modellen gebruikt worden en de aannames die daarbij gemaakt worden. Zo laat de maatschappelijke aandacht voor bijvoorbeeld de stikstofmodellen van het RIVM zien dat data en modellen niet neutraal zijn en ook niet apolitiek, ook al worden ze soms wel zo gepresenteerd. Data, modellen en algoritmes hebben namelijk invloed op hoe we problemen definiëren en begrijpen, wie daarbij betrokken worden en hoe we vervolgens handelen. Of toegepast op besluitvorming: ze bepalen welke maatschappelijke opgaven wel en niet worden opgepakt en hoe en wie wel of niet mee mag praten en beslissen.

Praktijkcases?

Dit artikel is een weergave van een aantal eerste inzichten in een project van het Rathenau Instituut naar de wijze waarop digitale tweelingen kunnen bijdragen aan besluitvorming over gebiedsontwikkeling. Hierin heeft het Rathenau samengewerkt met de Provincie Noord-Holland. Voor het vervolg van dit project is het instituut op zoek naar interessante praktijkcases.

De digitale tweeling als gesprekspartner dus. Hoe doe je dat op een verantwoorde manier? Wie kan hier praktijkcases van laten zien?

Dit artikel is geschreven door Romy Dekker (Rathenau Instituut), Paul Strijp (Provincie Noord-Holland) Allerd Nanninga (Rathenau Instituut) en Rinie van Est (Rathenau Instituut) en gepubliceerd op iBestuur. De auteurs danken Brian de Vogel, Henk Scholten, Arny Plomp, Herman Wilken, Rosemarie Mijlhoff, Jan Bruijn en Martine Verweij voor hun waardevolle inbreng in het project.

Beeld: Shutterstock

Paul Strijp's picture #DigitalCity