Hi! I'm in charge of the animation of the guided tour industry in Brussels. The issue is : speaking loud & audible with a mask is not ideal for tours even if you are 6 (usually a guided tour is up to 25 people). I was wondering if you heard about initiatives regarding social distancing between transmitter and receivers, in the context of tour guides (app for wireless audio systems; touchless materials, whispers-audio-systems,...)? In the context of the crisis, I think such technology could be used for many other citizen activity (teacher in a classroom, public (physical) presentation,...).
Want to receive updates like this in your inbox?
Get notified about new updates, opportunities or events that match your interests.
Maybe you will also like these updates
Floating Urban Development Challenge; Co-creating imaginable, workable and attractive scenarios
Due to lack of space and climate change, the future of living might need to partly move on to water areas. In our history of conquering the water, the Dutch have a head start in some of the challenges associated with living on- and with water. Researchers and designers are therefore imagining and conceptualizing floating urban development. However, to make it a truly realistic and imaginable future scenario, there are more hurdles to overcome. To realize floating neighborhoods, we’ll need to find solutions for more than only the technical aspects, like; financing, community support, ecological aspects, affordability, politics, etc.
Overcoming these barriers will be difficult. We’re currently focusing on urgent (housing)crises and our collective belief on urban development is mainly focused on ‘family apartments on land’. This challenge revolves around creating imaginable and workable scenarios of urban development on water.
Data Dilemma's verslag: Data voor leefbare straten, buurten en steden
Hoe zetten we Data in voor leefbare straten, buurten en steden? En heb je die datasets echt zo hard nodig? "Of heb je de bewoner al voor je, kun je aan tafel, en kun je gewoon samen van start gaan met een idee?" (aldus Luc Manders).
Op 29 februari kwamen we in een volle Culture Club (Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten) bijeen om het te hebben over Data en Leefbare Wijken. In een fijne samenwerking met onze partner Hieroo en SeederDeBoer nodigden we verschillende sprekers en onze communities uit op het Marineterrein Amsterdam.
Leefbare wijken op de kaart en het visueel maken van data.
Sahar Tushuizen en Martijn Veenstra (Gemeente Amsterdam) namen verschillende kaarten mee om ons te laten zien hoe visuele data weergaven worden ingezet bij het maken van verstedelijkingsstrategieën, omgevingsvisies en beleid.
Een stad is opgebouwd uit verschillende wijken en gebieden. Simpel gezegd; in sommige wijken wordt vooral ‘gewoond’, in andere gebieden vooral gewerkt, en in sommige wijken vindt er een mooie functiemenging plaats. Samen zorgt dit voor een balans, en maakt het de stad. Maar vooral de wijken met een functiemix maken fijne wijken om in te leven, aldus Sahar en Martijn. Door de spreiding van functies visueel te maken met kaarten kan je inzichtelijk maken hoe het nu is verdeeld in Amsterdam, en inspelen op de gebieden waar functiemenging misschien wel erg achterloopt. Stedelijke vernieuwing is uiteindelijk ook een sociaal project. Het gaat niet alleen over stenen plaatsen, we moeten het ook koppelen aan bereikbaarheid en/van voorzieningen.
Sahar en Martijn gebruiken hun kaarten en gekleurde vlekken om de leefbaarheid van wijken terug te laten komen in Amsterdamse visies. Maar de kaarten vertellen niet het hele verhaal, benoemen ze op het einde van hun presentatie. “We gaan ook in gesprek met inwoners hoe functies en buurtactoren worden ervaren en gewaardeerd”. Dit maakte een mooi bruggetje naar de volgende twee sprekers.
Welzijnsdashboard.nl
Hebe Verrest (Professor aan de Universiteit van Amsterdam) nam ons daarna mee in het verhaal van welzijnsdashboard.nl. Een samenwerkingsproject tussen Amsterdamse buurtbewoners (Venserpolder) en onderzoekers van de UvA.
Dit project vond haar oorsprong in twee ontwikkelingen: Er zijn de bewoners die zich niet altijd kunnen herkennen in het beeld dat over hun wijk en economisch welzijn bestaat, en zich niet gehoord voelen in verbeterprocessen in hun eigen omgeving. En dan zijn er ook de wetenschappers die merkten dat data over levens vaak nauw economisch gestuurd is. De data en het meten ervan gebeurt op een hoog schaalniveau, en dus vroegen onderzoekers zich af hoe je op lokale schaal kunt meten met meetinstrumenten die van nature democratischer zijn.
Onderzoekers van de UvA en bewoners van de wijk Venserpolder (Amsterdam Zuid-Oost) creëerden daarom samen een dashboard. De bewoners mochten meedenken wat het dashboard allemaal voor functies had, en het belangrijkste; ze mochten samen de variabele indicatoren bedenken die ze van belang vonden voor de buurt. Met behulp van de samengestelde indicatoren konden ze hun (persoonlijke) ervaringen vertalen naar data over de leefbaarheid en staat van hun buurt. De bewoners ervaarden meer zeggenschap en gehoor, en werden steeds beter in het werken met het dashboard en het vertalen van persoonlijke ervaringen naar wat algemenere data. De onderzoekers leerden met het dashboard over het ophalen van subjectieve, maar bruikbare data. En ten slotte was het voor beleidsmedewerkers en experts een mooie middel om een mix van ‘verhalen uit de buurt’ en abstractere data te verkrijgen.
Het project loopt nog steeds en zal worden toegepast op verschillende buurten. Voor nu sloot Hebe haar presentatie af met een belangrijke learning: "Wat de bewoners belangrijke variabelen vinden, lijken ook die te zijn waar een probleem speelt".
Van data naar datum
Ten slotte hield Luc Manders (Buurtvolk) een inspirerend pleidooi over zijn ervaringen met interventies in kwetsbare wijken. Hoewel data zeker bruikbaar kan zijn voor het signaleren en voorspellen van problemen, wilde hij het publiek tonen dat het uiteindelijk vooral gaat om het in gang zetten van een dialoog en interventie, samen mét de buurtbewoners.
Data kan zeker bruikbaar zijn voor het signaleren en voorspellen van problemen. Het in kaart brengen van risico’s in wijken kan ons tonen waar actie nodig is, maar uiteindelijk gaat leefbaarheid en welzijn over een geleefde werkelijkheid. Het gevaar is dat we blindstaren op data en kaarten en dat we de kaarten ‘beter’ maken, in plaats van iets echt in gang zetten in de wijk zelf. Want ook daar waar de cijfers verbetering aangeven, kunnen nog steeds dingen spelen die we niet weten te vangen met onze data en meetinstrumenten.
Luc noemde zijn presentatie daarom ‘Van data naar datum’. We zouden het iets minder mogen hebben over data, en het méér moeten hebben over de datum waarop we van start gaan met een project, een initiatief of een dialoog met buurtbewoners. Het liefst gaan we zo snel mogelijk met de bewoner aan tafel en zetten we iets in gang. Het begint bij het delen van verhalen en ervaringen over de situatie in de wijk, deze gaan verder dan cijfers die hoogover zijn opgehaald. Dan kan er samen met de bewoners worden nagedacht over een interventie die de wijk ten goede zou komen. Luc benadrukte hierbij ook dat we nog in te korte termijnen denken. Projecten van 2 jaar en professionals die zich 2 jaar in een wijk vastbijten vinden we al een mooie prestatie. Maar interventies in het sociaal domein hebben langer nodig. We zouden moeten denken in investeringen van bijvoorbeeld 10 jaar, zo kunnen we samen met bewoners meer leren van elkaar en meer vertrouwen op bouwen, en hoeven we niet steeds het wiel opnieuw uit te vinden.
Luc deelde ervaringsvoorbeelden, waarbij kleine interventies positieve bij-effecten in gang zetten, en moedigde het publiek aan: "Kosten en investeringen zullen aan de voorkant komen en blijven. Maar blijf het langdurig doen, leer samen met de bewoners, en denk aan het sneeuwbaleffect dat kleine interventies in gang zetten".
Dank aan de sprekers voor hun verhalen en het publiek voor de levendige discussies na afloop. Wil je bij onze volgende Data Dilemma's zijn? De volgende editie van deze serie open events vindt plaats op 30 mei. Het onderwerp en de sprekers worden binnenkort bekendgemaakt via ons platform en LinkedIn. Tot dan!
ESG in de publieke sector: benut de EU duurzaamheidsagenda
Gebruik deze als kapstok voor uw strategie
De kracht van een integrale strategie die financiën, mens en milieu met elkaar in balans brengt. Duurzaamheid is de nieuwe norm. Veel organisaties hebben duurzaamheid reeds een plek gegeven in hun strategie. Maar hoe zorgt u dat u tot een integrale strategie en juiste verantwoording komt? De standaarden die de EU zet op het gebied van duurzaamheid, vanuit haar ambitie om de EU een duurzame regio te laten zijn in 2050, geven de mogelijkheid om als publieke instelling relevante duurzaamheidsthema’s te selecteren en prioriteren tot een integrale strategie en een heldere verantwoording. In aansluiting op de wensen en verwachtingen van alle stakeholders.
De meerwaarde van ESG voor uw organisatie
Onze maatschappij verlangt steeds sterker van organisaties dat zij hun financiële resultaten in balans brengen met hun sociale belangen en het milieu. In antwoord hierop heeft de EU de Green Deal vastgesteld, die de regio duurzaam moet maken op basis van vijf milieuthema’s (klimaat, vervuiling, water, biodiversiteit en circulariteit). Om daarop te kunnen sturen heeft de EU ook richtlijnen voor verslaggeving vastgesteld, de zogenoemde Corporate Sustainability Reporting Directive (hierna CSRD) vastgesteld. Uit deze richtlijn zijn de European Sustainability Reporting Standards (ESRS) voortgekomen. Deze standaarden bieden handvatten voor hoe een organisatie zich op het gebied van milieu (Environment), mens (Social) en bestuur (Governance) kan verantwoorden.
De EU-standaarden bieden publieke organisaties de kapstok om duurzaamheid een integraal onderdeel te maken van de organisatiestrategie en voorop te (blijven) lopen in de beweging. De ESRS zijn weliswaar primair gericht op verslaggeving, maar bieden ook een mooi afwegingskader voor bestuurders en management bij het maken van strategische keuzes. Daarmee bereidt u zich voor op een toekomst waarin organisaties nadrukkelijker worden gevraagd om een positieve impact op mens, milieu en maatschappij te maken en waarin bepaalde duurzaamheidsontwikkelingen (zoals klimaatverandering) risico’s kunnen gaan vormen voor uw organisatie.
Welke verplichtingen gelden voor publieke instellingen?
Iedere publieke instelling krijgt naar verwachting te maken met eisen op het gebied van duurzaamheid en transparantie daarover. Hetzij omdat dit verplicht wordt in Nederlandse wetgeving, dan wel doordat uw stakeholders u om verantwoording gaan vragen. Zo zal bijvoorbeeld uw bank bij het verstrekken van financiering naar verwachting u bevragen over het effect van de verstrekte lening op mens, milieu en maatschappij. Een bank heeft namelijk de verplichting te rapporteren over de duurzaamheid van haar portefeuille.
"Het is zo goed als zeker dat publieke organisaties gevraagd gaan worden zich te verantwoorden over duurzaamheid"
De weg naar een integrale strategie en heldere ESG-rapportage
Onderstaande roadmap vertelt hoe u in 7 stappen tot een integrale strategie en verantwoording kan komen. Het vormgeven van een integrale strategie - waarin duurzaamheid een prominente plek inneemt - en u als organisatie hierover kunnen verantwoorden, is een proces dat niet alleen afstemming behoeft met de stakeholders, het vraagt ook om inbedding in alle processen van het bedrijf – en dat komt met de nodige inspanning en doorlooptijd. Wij adviseren u dan ook om hiermee tijdig aan de slag te gaan.
Essentieel is allereerst te bepalen wie hiervoor verantwoordelijk is binnen uw organisatie (stap 1). Om vervolgens te beoordelen op welke duurzaamheidselementen uw organisatie een significante impact heeft (stap 2). Wanneer sprake is van een significante impact noemen we dat ook wel ‘materiële impact’.
Hoe bepaalt u op welke onderdelen uw impact materieel is?
Welke duurzaamheidsthema’s relevant zijn, wordt bepaald door de aard van uw activiteiten, de behoeften van de belanghebbenden van uw organisatie op dit vlak én uw eigen ambitie en beleid.
Uw stakeholders, zowel intern als extern, kunnen belangrijke informatie geven in de materialiteitsanalyse over de duurzaamheidsthema’s waar uw organisatie het verschil maakt. Zij zijn echter niet allesbepalend. U kent zelf uw organisatie het beste en de aanwezige expertise binnen uw organisatie is ook zeker van belang om te bepalen waar de belangrijkste thema’s liggen. Uiteindelijk bepaalt u als management welke thema’s u zich op richt, op basis van de verkregen input en aangevuld met uw eigen strategische keuzes.
Een materialiteitsanalyse is tweeledig: u kijkt niet alleen naar de impact van de organisatie op de omgeving, maar ook naar de financiële impact van duurzaamheidsthema’s op de organisatie. Als u bijvoorbeeld denkt aan vervoersbewegingen - en daarmee samenhangende uitstoot - die uw dienstverlening teweegbrengt, dan is niet alleen de vraag hoe groot de invloed van die uitstoot is op de omgeving, maar ook wat er gaat veranderen door bijvoorbeeld regelgeving. Komt er bijvoorbeeld regelgeving die uitstootreductie verplicht en betekent dat dat elektrisch vervoer de standaard wordt? Dan kan dat belangrijke financiële impact hebben op de waarde en levensduur van uw huidige vervoersmiddelen.
"Met input van uw stakeholders en experts bepaalt u in een materialiteitsanalyse de duurzaamheidsthema’s waar uw organisatie het verschil maakt."
In een volgende publicatie zullen we dieper ingaan op stappen 3 t/m 7.
Hi Emilie, you should try looking at WiFi assistive listening systems, I think with the right kind of microphone this could work for you
https://try.listentech.com/assistive-listening-devices-and-systems/
listeners could use their own phones with an App (byod safer for Covid)
you could pair this with a transdermal throat microphone
https://shop.motorolasolutions.com/tactical-throat-microphone/product/PMLN6828A