'Weg met de wegwerpmentaliteit'

Wat is er nodig om de circulaire transitie te versnellen? Een andere kijk op produceren en consumeren is cruciaal, vertelt Inge Oskam, HvA-lector Circulair ontwerpen en ondernemen

De Nederlandse economie moet in 2050 volledig draaien op herbruikbare grondstoffen, is de ambitie. Dat vraagt van consumenten om een shift van ‘bezit naar gebruik’. En van producenten vraagt het een omslag in de visie op afval. Want deze restmaterialen zijn te gebruiken voor nieuwe, waardevolle producten. Zeker als bedrijven vaker samenwerken, waarbij het afval van de één de grondstof is in het productieproces van een ander bedrijf. ‘Gezamenlijk een nieuw businessmodel realiseren is de weg naar systeemverandering en een circulaire wereld’.

Circulaire economie

‘Ik werk thuis aan een bureau van Ahrend, dat gerefurbished is; samengesteld uit herbruikbare onderdelen van oude bureaus’, vertelt Inge Oskam, lector Circulair ontwerpen en ondernemen aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Ahrend ontwikkelt duurzame producten voor de werkomgeving. Het is een van de partners waarmee de HvA de waarde van oude materialen en grondstoffen onderzoekt en deze toepast in nieuwe producten. ‘Zij zijn daar succesvol in omdat ze een circulair businessmodel hebben, met een duidelijke waardepropositie: de verbinding tussen ecologische, economische en sociale waarde. En de verbinding tussen producent en consument. De gebruiker moet natuurlijk ook circulair willen.’

Oskam pleit daarom voor een herijking van ons economisch systeem en voor nieuwe businessmodellen die niet alleen duurzaamheid en circulariteit centraal zetten, maar ook sociale waarde nastreven. ‘Dat vereist meer samenwerking, van ondernemers tot samenleving’, verklaart Oskam. ‘Een algehele systeemverandering.’

Ecologische, economische en sociale waarde

‘In het onderzoek naar de circulaire transitie bij de HvA denken we vanuit de waarde van een restmateriaal; hoe we dat opnieuw kunnen inzetten voor andere producten en doeleinden. Zo maken we van oude plastic ArenA-stoeltjes designstoelen en van afvalhout nieuwe interieurproducten. Dat levert duidelijk ecologische waarde op. Je hebt geen nieuwe grondstoffen nodig. Daarnaast creëer je economische waarde, omdat je een nieuw, aantrekkelijk product op de markt brengt. En waar je misschien wel een nieuwe doelgroep mee aanspreekt. Tenslotte ontwikkel je sociale waarde, door bewustzijn te creëren bij de gebruiker over circulariteit en duurzaamheid. Vertel iets over de herkomst van het product. Bij de nieuwe designstoelen, gemaakt van oude ArenA-stoeltjes, was sprake van een grote emotionele waarde voor de nieuwe eigenaren.’

Studenten experimenteren bij partners

‘HvA-studenten ‘Engineering’, ‘Technische bedrijfskunde’ en ‘Product ontwerpen’ zetten zich in bij partners als Ahrend en Bugaboo (producent kinderwagens) om casestudies te doen. Samen met onze onderzoekers helpen zij de bedrijven om vanuit een restmateriaal te denken en tot een nieuwe waardepropositie te komen: wat voor waarde zit er in het materiaal, wat voor toepassingen kunnen we ermee realiseren, hoe ontwerp je daarmee en hoe breng je het op de markt? Samen doen we onderzoek naar het ontwerpproces, creëren we nieuwe producten uit de restmaterialen om tastbaar te maken wat er mogelijk is. Ook ontwikkelen we nieuwe, circulaire businessmodellen.’

Samenwerking voor systeemverandering

Logischerwijs wil je reststromen van producten en materialen nieuwe waarde geven binnen je eigen sector. Zoals partner Bugaboo oude onderdelen of materialen van een kinderwagen wil inzetten voor nieuwe producten voor ouders en kinderen. Of partner Ahrend die reststromen van kantoorproducten hergebruiken voor de werkomgeving. Maar dat kan niet altijd. Wat nou als je reststromen hebt waar lokale makers en ontwerpers maar al te graag mee willen werken? Oskam: ‘Die verbinding maken tussen stakeholders, daar ligt een enorme kans waarmee systeemverandering gerealiseerd kan worden; een gezamenlijk businessmodel tussen en voor meerdere bedrijven.’

‘Een netwerk kan zijn: afvalbedrijven, gemeente, lokale makers, ontwerpers, producenten, verkopers én consumenten en bewoners. Stel, de consument brengt reststromen afval bij de gemeente of ander centraal punt. Die kan vervolgens werken met lokale ontwerpers en makers om het een nieuw leven te geven. Verkoop kan daarna mogelijk plaatsvinden via andere kanalen dan gebruikelijk. Omdat er ook een nieuwe doelgroep aangesproken moet worden.’

Van bezit naar gebruik

Gezien vanuit consumenten vraagt de transitie om een andere kijk op eigendom; een shift van ‘bezit naar gebruik’, zoals abonnementen of P**roduct-as-a-Service (PaaS). ‘Straks zien we veel meer deelauto’s en huren we elektronische producten’, verklaart Oskam. ‘Is er iets mis met je ‘gehuurde’ speaker en kun je het niet maken? Dan belandt het niet meer in de afvalbak, maar stuur je het terug naar de fabrikant voor reparatie of een nodige software-update. Of producten worden na een verhuurperiode door de producent (als eigenaar) gerecycled of gerefurbished en opnieuw in de markt gezet. We moeten af van de wegwerpmentaliteit.’

‘Er komen veel nieuwe schakelpunten bij kijken om kracht te zetten achter dit soort nieuwe services en samenwerkingen. Het is niet makkelijk, maar wel essentieel. Gezamenlijk, van bedrijven tot gebruikers, een nieuw, circulair businessmodel realiseren is de weg naar systeemverandering en een circulaire wereld.’

HvA week van de circulaire economie

HvA & de Week van de Circulaire Economie

Hoe versnellen we de circulaire transitie? In het kader van de Week van de Circulaire Economie  staat lectoraat Circulair ontwerpen en ondernemen van het Centre of Expertise Urban Technology van de Faculteit Techniek in het teken van een andere kijk op produceren én consumeren. Dagelijks licht de HvA onderzoeken, masterclasses en studentenprojecten uit die de transitie naar circulaire steden een boost geven.

https://www.hva.nl/urban-technology/gedeelde-content/nieuws/nieuws/2021/02/weg-met-de-wegwerpment...

Comments

Topics