Stay in the know on all smart updates of your favorite topics.
Moving from a linear to a circular economy means minimising the waste and pollution by reducing, recycling and reusing. The City of Amsterdam aims to redesign twenty product- or material chains. The implementation of material reuse strategies has the potential to create a value of €85 million per year within the construction sector and €150 million per year with more efficient organic residual streams. Amsterdam set up an innovation program on the circular economy; www.amsterdamsmartcity.com/circularamsterdam. By converting waste into electricity, urban heating and construction materials, the Amsterdam Electricity Company generates 900 kWh per 1000 kg of waste. 75% of the sewage system is separated for waste and rain water and the silt which remains after treating waste water is converted into natural gas. Share your innovative concepts and ideas on circular economy here.
In Residence Open Events program 2025
Entrepreneurs test innovations during SAIL and Marathon
Public events like SAIL and the Marathon draw millions of visitors to Amsterdam. These events often take place in central locations where large crowds gather. As a result, various logistical arrangements need to be made, such as providing food and drinks, public toilets, and temporary modifications to streets. These situations pose sustainability and accessibility challenges for the city. However, they also make these events ideal testing grounds for innovations.
Testing with the city and event organizers
The In Residence program offers entrepreneurs the opportunity to test their innovations during public events. They work closely with event organizers, the City of Amsterdam, and an experienced mentor. Additionally, funding is available to support the pilot. If the innovation proves to benefit the city, the municipality may purchase it after the program.
Applications are open from October 1 to November 17. Selected entrepreneurs will prepare their pilot in early 2025, and most pilots will take place during the summer events, especially during SAIL 2025.
Apply via the website: https://innovatiepartners.nl/project/in-residence-open-evenementen-2025
Amsterdam 750th anniversary year
This is the second round of the In Residence Events program. During the 2024 event season, nine entrepreneurs tested their innovations, including at Pride Week, the Marathon, and the Dam tot Dam Run. If successful, innovations from both rounds of the program may be implemented during the events of Amsterdam’s 750th anniversary celebrations.
Interested or any questions? You can get in touch with Mark Stoevelaar (mark.stoevelaar@amsterdam.nl)
Photo: Edwin van Eis
Buurttuinen redden samen ruim 25.000 kilo groente- en fruitafval
Dankzij de inspanningen van organisatie Afval naar Oogst en honderden vrijwilligers hebben vijftien buurttuinen dit jaar al meer dan 25.000 kilo groente- en fruitafval van de vuilnisbak kunnen redden. Dit resultaat wordt gevierd op 28 september tijdens het Afval naar Oogstfeest. Ook openen er dan elf nieuwe inleverpunten waar Amsterdammers zich kunnen aanmelden om hun gf-afval in te leveren.
Van Afval naar Oogst
Maar liefst een derde van de vuilniszak van Amsterdammers bestaat uit groente-, fruit- en tuinafval, dat nu in de verbrandingsoven belandt. Zonde! Deze keukenresten kunnen we omzetten in een waardevolle grondstof: compost.
Afval naar Oogst maakt het voor Amsterdammers mogelijk om hun schillen en klokhuizen in te leveren bij buurttuinen en stadsboerderijen. De organisatie begeleidt vrijwilligers bij het maken van hoogwaardige compost, die zij weer gebruiken om de tuinen te voeden. Daardoor kunnen er opnieuw groenten, kruiden, fruit en bloemen groeien. Van afval naar oogst dus!
Wist je dat de tuin elk jaar compost nodig heeft om de bodem en dus de planten gezond te houden?
Laagdrempelig en lokaal
Afval naar Oogst begon met één locatie in Amsterdam-West en is inmiddels uitgegroeid tot 22 plekken verspreid over de stad. Tijdens het Afval naar Oogstfeest kunnen bezoekers daar onder andere uitleg krijgen over composteren én zich aanmelden als groente- en fruitafval donateur.
Deelnemer van het GWL-terrein in West: “Ik ben zo blij dat ik in mijn buurt makkelijk een duurzame bijdrage kan leveren. Hier was ik jaren naar op zoek.”
Mooi programma
Tijdens het Afval naar Oogstfeest kun je ook ontdekken wat je nog meer met keukenafval kunt doen. Doe bijvoorbeeld mee aan een workshop verf maken met groenteschillen. Of verdiep je in de wonderlijke wereld van de bodem. In Amsterdam-West kun je meedoen aan een speciale Afval naar Oogst fietsroute! Meer informatie over het programma en de deelnemende locaties vind je op de website of sociale media van Afval naar Oogst. Aanmelden is niet nodig.
Afval naar Oogst slaat aan
Honderden stadsbewoners leveren inmiddels hun groente- en fruitafval in. Ook de gemeente Amsterdam is enthousiast. De stad wil in 2030 zeker 75% van het gft-afval hergebruiken. Afval naar Oogst helpt daarbij door bewustwording te vergroten. Initiatiefnemer Natascha Hagenbeek: “In onze tuinen kunnen Amsterdammers de kringloop zien en ervaren. Compost maken van ‘afval’ is al een prachtig proces. Er vervolgens groente en fruit uit te zien groeien, is betoverend.”
Building local mini-economy within planetary boundaries
Scroll naar beneden voor de Nederlandse versie
Growth is an end in itself, dictates the current economic model. For only growth would keep our economy going and be indispensable to further sustainability. At the same time, our planet is being depleted by this drive for green growth.
Is it time to abandon economic growth as a social ideal? And then what are workable, more social alternatives?
More and more business owners are opting for sustainable operations. They settle for less financial gain to do valuable work with positive social and environmental impact. The rise of the commons movement, housing-, energy- and food cooperatives, as well as social initiatives in health and welfare, show that people want to stand together for values other than financial gain.
Achievable and real alternatives
New economic models offer different perspectives for considering the economy as part of a society. They offer tools to make that economy more equitable and sustainable. Yet the new economic thinking is still often dismissed as unrealistic and unachievable. Only by trying out these theories in practice can we demonstrate that these are real alternatives.
New economic thinking, New economic acting
To experiment with new economic theory and models in practice, the Amsterdam Economic Board has started the New Economic Models exploration. In April, we introduced the living lab project “New Economic Thinking, New Economic Acting” at the Marineterrein in Amsterdam. In this we work on socio-economic experiments, together with AMS Institute, AHK Culture Club, And The People, Bureau Marineterrein, Kennisland, The Next Speaker and the knowledge coalition ‘Art, Tech & Science’.
The Marineterrein is the ideal place to do this because it is an official experiment site. Moreover, companies located here are often already working on circular and social projects. Cultural institutions and organisations at the Marineterrein, in turn, can represent what thriving without economic growth could look like and fuel our desire for a new economy.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bouwen aan lokale mini-economie binnen planetaire grenzen
Groei is een doel op zich, dicteert het huidige economische model. Want alleen groei zou onze economie draaiende houden en onmisbaar zijn om verder te verduurzamen. Tegelijkertijd raakt onze planeet uitgeput door die drang naar groene groei.
Wordt het tijd om economische groei als maatschappelijk ideaal los te laten? En wat zijn dan werkbare, socialere alternatieven?
Steeds meer ondernemers kiezen voor een duurzame bedrijfsvoering. Zij nemen genoegen met minder financiële winst om waardevol werk te kunnen doen, met positieve sociale en ecologische impact. De opkomst van de commons-beweging, woon-, energie- en voedselcoöperaties en maatschappelijke initiatieven in zorg en welzijn, laten zien dat mensen zich samen sterk willen maken voor andere waarden dan financieel gewin.
Haalbare en reële alternatieven
Nieuwe economische modellen bieden andere perspectieven om de economie als onderdeel van een samenleving te beschouwen. Ze bieden handvatten om die economie rechtvaardiger en duurzamer in te richten. Toch wordt het nieuwe economisch denken nog vaak weggezet als onrealistisch en niet haalbaar. Alleen door deze theorieën in de praktijk uit te proberen kunnen we aantonen dat dit reële alternatieven zijn.
Nieuw economisch denken, Nieuw economisch doen
Om te kunnen experimenteren met nieuwe economische theorie en modellen in de praktijk, verkent Amsterdam Economic Board deze in de verkenning Nieuwe economische modellen. In april introduceerden we het proeftuinproject ‘Nieuw economisch denken, Nieuw economisch doen’ op het Marineterrein in Amsterdam. Hierin werken we aan sociaaleconomische experimenten, samen met AMS Institute, AHK Culture Club, And The People, Bureau Marineterrein, Kennisland, The Next Speaker en de kenniscoalitie ‘Art, Tech & Science’.
Het Marineterrein is de ideale plek om dit te doen, omdat het een officieel ‘experimentterrein’ is. Bovendien zijn de hier gevestigde bedrijven vaak al bezig met circulaire en sociale projecten. Culturele instellingen en organisaties op het Marineterrein kunnen op hun beurt verbeelden hoe bloei zonder economische groei er uit kan zien en ons verlangen aanwakkeren naar een nieuwe economie.
Data Dilemma's verslag: De Voedseltransitie
Op 30 mei nodigden we onze community uit bij AMS Institute op het Marineterrein voor een Data Dilemma’s event over de Voedseltransitie. Het ging deze middag over technische dilemma’s rond data en de verduurzaming van voedselketens, en; wat is nou echt lokaal voedsel?
Data Commons: Een digitaal gemeenschapsgoed met een gezamenlijk doel
Jan Wester, directeur van Big Data Value Center, vertelde ons meer over het project ‘Data Value Center Agri & Food Korte Keten’. Aanleiding voor dit project is de transitie naar een duurzamer voedselsysteem waarbij digitalisering en data een belangrijke rol spelen. Er is de wens dat relatief meer voeding uit de regio komt (in plaats van langere ketens), dat er meer transparantie en efficiëntie is in ketensamenwerking en dat er meer informatie wordt vastgelegd over productie en herkomst (denk aan True Pricing). Dit vraagt om een neutraal precompetitief platform. Dit platform kan je zien als een zogenaamde Data Commons: een digitaal gemeenschapsgoed waarin je samen afspraken maakt over het delen van data; wat deel je, met wie, en wat is het gezamenlijke doel ermee?
De Agrifood Data Common is een veilige data-deel omgeving/marktplaats/dashboard, met verschillende gebruikersgroepen. Ondernemers kunnen hiermee bijvoorbeeld markten transparanter maken, ketensamenwerking verbeteren en meervoudige verdienmodellen creëren. Overheden kunnen gebruik maken van de omgeving voor meer evidence-based beleid en het monitoren van impact. Ten slotte kunnen kennisinstellingen gebruik maken van het platform voor de opbouw van referentiedata en het delen van data uit experimenten en fieldlabs. Belangrijk is dat de verschillende partijen vertrouwen met- en in elkaar opbouwen om dit samen te laten werken.
De cateringketen van de Hogeschool van Amsterdam als case
DVC Agri & Food is samen met partners cases aan het bouwen die het nut en belang van dit digitale gemeenschapsgoed in de praktijk tonen. Kees Willem Rademakers van de Hogeschool van Amsterdam vertelde ons meer over het ‘Food Governance 2.0’ project met betrekking op hun eigen cateringketen.
De HvA wilt zich actiever afvragen wat ze van (hun) voedsel vinden en hoe ze een nieuwe rol kunnen spelen in hun eigen lokale voedselsysteem. Ze kijken naar factoren als gezondheid, biodiversiteit, betaalbaarheid en energiegebruik. Als je hier kritisch naar wilt kijken blijkt hoe moeilijk het is om te onderzoeken waar kantineproducten precies vandaan komen. De precieze oorsprong, de reizen die het afgelegd heeft, de arbeidsomstandigheden; het zijn onderdelen waar je als afnemer grip op- of in ieder geval een beeld van wilt hebben. Er is nu een ongelijke machtsverdeling waarbij de leverancier meer data over de keten bezit en dit gebruikt als verdienmodel.
Binnen een keten die digitaal en transparant is georganiseerd, kan de HvA zien wat er nu gebeurt, kan er onderhandeld worden, en kunnen ze samen gaan hervormen waar ze naartoe willen. Het is belangrijk om daarom de governance structuren over voedselketens en de informatiestructuren daarbinnen opnieuw vorm te geven met elkaar. Jan Wester en Kees Willem Rademakers concluderen samen dat deze hervorming vooral zit in wederkerigheid en bereidheid om meer data met elkaar te delen, en de digitale platformen die dit mogelijk maken.
Flevo Campus: Samen werken aan het stedelijk voedselsysteem van de toekomst
Lenno Munnikes vertelde ons meer over lopende initiatieven bij de Flevo Campus. Een organisatie waar onderzoek, onderwijs, ondernemerschap en overheden samenkomen om samen te werken aan het stedelijke voedselsysteem van de toekomst. Hier verbinden ze economische, maatschappelijke en kennis-vraagstukken op het gebied van een duurzame voedseleconomie en een gezonde voedselomgeving.
In een project rond ‘de supermarkt van de toekomst’ zijn ze aan het experimenteren met het verbreden van het assortiment van lokale producten in de schappen. Als je een deel van een supermarkt bijvoorbeeld reserveert voor lokale ondernemers, ontstaat er al sneller een match tussen lokale consumenten en lokale producenten. Ook wordt er gekeken hoe je stadstuinderijen kan ontwikkelen met een mix van verschillende functies. Naast voedselzekerheid, kan zo’n plek ook een belangrijke educatiefunctie vervullen voor kinderen en jongeren in de buurt, kan er onderzoek plaatsvinden, kunnen er nieuwe verdienmodellen worden uitgeprobeerd, en kan de tuin gekoppeld worden aan een zorgcentrum in de buurt.
Ten slotte vertelde Lenno over hun projecten in de zogenaamde Labs. Hier experimenteren ze op kleine schaal om ons aan het denken te zetten over ons voedselsysteem. Een bekend voorbeeld is het hergebruiken van de ‘reststromen’ van de kip. Na slachting wordt zo’n 70% van het dier als reststroom verscheept naar andere continenten. Maar wat als je nou alles van de kip verwerkt? Hoe kan je omgaan met onderdelen van een dier dat je niet opeet? Met deze vragen gingen ze aan de slag en creëerden ze bijvoorbeeld een tasje van de huid, zeep van het vet en keramiek van de botten. Een experiment als dit kan op kleine schaal worden uitgevoerd, maar via nieuwskanalen veel mensen bereiken en aan het denken zetten over ons voedselsysteem.
Onderzoek naar de klimaatimpact van een voedselketen; van verantwoording naar nieuwsgierigheid
Leen Felix, adviseur Agrifood en Biodiversiteit bij Metabolic, nam ons mee in het proces waarmee ze bedrijven adviseert over de duurzaamheid van hun voedselketen. Het begint simpel, bij de ingrediëntenlijst van een product. In plaats van de locatie van de leverancier, moet je echt op zoek naar de productielocatie; het land van herkomst per ingrediënt. De impact van voedselproductie hangt namelijk af van de combinatie van het productieproces en de productielocatie. Maten van landgebruik, bodemtransformatie en uitstoot van broeikasgassen, bijvoorbeeld, hebben ieder een effect op de natuurlijke omgeving. De ruimtelijke context bepaald hoe schadelijk deze processen zijn voor de aarde en het klimaat. Je kan hierbij denken aan de volgende voorbeelden: Het verbouwen van soja, waarbij veel land voor nodig is, is schadelijker als er regenwoud in Brazilië voor wordt gekapt. Het transformeren en homogeniseren van de bodem is schadelijker voor het klimaat, als dit gebeurt op een plek waar voorheen een relatief hoge mate van biodiversiteit aanwezig is. Water-intensieve productieprocessen hebben meer impact op mens en natuur als het plaatsvind op locaties waar water schaars is.
Metabolic koppelt daarom ruimtelijke context aan productieprocessen. Via scores is te zien hoe de negatieve impact van productieprocessen nog sterker is in ‘gebieden met een gevoeligheid’. Dit legt de complexiteit vast waar je in mondiaal voedselsysteem mee te maken hebt. Hoe meer ingrediënten in een product, hoe meer productielocaties, hoe meer factoren die de klimaatimpact beïnvloeden. Het is voor Leen als analist en adviseur de balans zoeken tussen het weergeven van álle data en de complexiteit van de keten, en het adviseren met een platgeslagen verhaal waar de opdrachtgever soms naar op zoek is. Je wilt een bedrijf niet verlammen met de data, maar ze ook wel gericht handvatten geven om bijvoorbeeld risicolocaties en ingrediënten te vermijden.
Leen sluit af met een drietal lessen voor het publiek:
- Perfecte data bestaat niet, en dat is niet eens zo erg: focus op het verhaal wat je ermee kan en wilt overbrengen.
- Van verantwoording naar nieuwsgierigheid: Je kan dus niet 100% verantwoorden en berekenen, maar je moet wel een nieuwsgierige houding tonen over bijvoorbeeld alle bijkomende milieulasten en context risico’s.
- Geen top 10 maar systeemdenken: Duurzaamheid als een simpel thema laten vallen, het is geen top 10 maar denk in systeem met contrasten, schaal, complexiteit, ruilfuncties. ‘One size fits all’ oplossingen werken niet.
Dank aan de sprekers voor hun verhalen en het publiek voor de levendige discussies na afloop. Wil je bij onze volgende Data Dilemma's zijn? De volgende editie van deze serie open events vindt plaats op 16 juli. Ook staan we altijd open voor nieuwe thema’s en onderwerpen voor deze serie; we zijn benieuwd wat voor data dilemma’s jij mee in aanraking komt bij je werk!
Ondernemers met duurzame oplossingen gezocht voor aanbesteding
De aanbesteding Scale Up Toekomstbestendige kunstgrasvelden is gepubliceerd. Met het project dagen de gemeenten Amsterdam en Haarlem ondernemers uit om duurzame oplossingen op kunstgras sportvelden toe te passen. De inschrijving hiervoor sluit op 17 juni 2024 om 14.00 uur.
De genoemde gemeenten zijn op zoek naar partijen met innovaties op het gebied van: duurzame energie, klimaatadaptie, circulariteit of slim en schoon bouwen. De duurzame oplossingen willen ze vervolgens toepassen bij de vervanging en nieuwe aanleg van kunstgras sportvelden. Naar verwachting staan er de komende tien jaar meer dan 200 velden op het programma. Hiermee wordt verwacht een grote bijdrage te leveren aan de doelstelling van de gemeenten Amsterdam en Haarlem om in 2050 een klimaatneutrale stad te zijn.
Doe mee!
Doe mee met dit project en schrijf je in voor de aanbesteding op Mercell.
Kijk voor meer informatie op de website van het project of stel je vraag door een e-mail te sturen naar sportveldvandetoekomst@amsterdam.nl.
Disclaimer: Het project wordt medegefinancierd door het LIFE Programme van de Europese Unie. Noch de Europese Unie, noch de subsidieverlenende autoriteit kan voor de inhoud van het project verantwoordelijk worden gehouden. Aan dit artikel kunnen geen rechten worden ontleend, de aanbestedingsdocumenten zijn leidend.
Reducing Carbon Footprints: Erasmus MC Leads the Way to Climate-Neutral Hospitals
The healthcare sector is responsible for approximately 7% of all greenhouse gas emissions in the Netherlands. How can a hospital become climate-neutral?
The first step on the sustainability journey is to measure the organization’s carbon footprint. A precise carbon footprint is crucial for setting impactful and realistic targets, and for aligning with regulations and Green Deal Healthcare 3.0.
In support of Erasmus Medical Center's sustainability goals to reduce its CO2e emissions by 55% by 2030 and to achieve climate neutrality by 2050, Metabolic mapped its carbon footprint, focusing on scope 1, 2, and 3 emissions.
💡A sneak peek: 60% of Erasmus’ CO2e footprint results from indirect emissions from purchased goods and services, such as medicines.
Erasmus MC is one of the first hospitals to use this method to map emissions across all its operations. This research provides the hospital—and the entire sector—with insights into emission hotspots and highlights potential areas for impactful sustainability interventions.
Explore Metabolic's work with Erasmus in the link below
Interested in learning more about carbon footprint assessment? This is for you: https://bit.ly/3UUdMHf
#sustainability #carbonfootprintassessment #environmentalimpact #sustainablehealthcare
Samenwerken aan transitievraagstukken; wat is er nodig? - Opbrengsten van het Amsterdam Smart City partnerdiner 2024
Als Amsterdam Smart City netwerk bijten we ons vast in complexe stedelijke transitievraagstukken. Ze zijn complex omdat doorbraken nodig zijn; van kleine doorbraakjes, tot grotere systeem doorbraken. Denk aan bewegingen rond; organisatie-overstijgend werken, domein-overstijgend werken, en van competitief naar coöperatief. Als netwerk zetten we samenwerkingsprojecten op waarin we gaandeweg ondervinden met wat voor barrières we te maken hebben en wat voor doorbraken er nodig zijn.
Tijdens ons jaarlijkse Partnerdiner op 2 april, hadden we het samen met eindverantwoordelijken van onze partnerorganisaties over de strategische dilemma’s die spelen bij transitievraagstukken. Als gespreksstarters gebruikten we onze lopende onderwerpen van 2024: De coöperatieve metropool, de ondergrond, de circulaire metropool en drijvende wijken. De gesprekken aan tafel gingen echter over wat er aan de basis staat van het werken aan transitievraagstukken. Zo ging het bijvoorbeeld over; het samenwerken aan visies en scenario’s, leiderschap, burgerlijke ongehoorzaamheid en de kracht van coöperaties. In dit artikel bespreek ik beknopt een aantal onderwerpen die onder de aandacht werden gebracht door onze gasten.
Belangen en visie organiseren
Bij een vraagstuk of onderwerp als de ondergrond, gaan we het al snel hebben over de data en de oplossingen. Dat is ‘te makkelijk’. Technisch gaat het allemaal wel kunnen, maar als we daar te snel beginnen met de oplossing lopen we over een aantal jaar weer vast. Het is belangrijk om eerst een stapje terug te doen en een gedeeld belang en gedeelde visie te organiseren.
Hoe je belanghebbenden verzamelt, en de methode om tot een gedeelde visie te komen, dat is wat meer aandacht verdient. Neem het ondergrond vraagstuk als voorbeeld. Op welke schaal organiseer je daarvoor de belanghebbenden? Aan de oppervlakte hebben we Gemeentelijke en Provinciale grenzen, maar in de ondergrond liggen netwerken van kabels en leidingen die op andere schaal zijn geïnstalleerd en hebben we te maken met bodemtypologieën met verschillende behoeften.
Samen voorstellen en voorspellen
Dat waar je naartoe wilt werken, dat moet van iedereen voelen. Het is belangrijk om een setting te creëren van gedeeld eigenaarschap, waarin iedereen zich ook gehoord voelt, en dat je voelt dat de mensen met wie je gaat samenwerken ook voor jouw belangen op zullen komen. Om samen tot een visie te komen, is het belangrijk om te werken aan scenario’s en die samen te doorleven. Je moet het dan niet alleen hebben over waar je heen wilt, maar ook uitwerken wat er gebeurt als je niets doet of als het helemaal verkeerd uitpakt.
De scenario’s zouden op waarden moeten rusten. Het beeld wat bij de scenario’s hoort is veranderlijk, maar de waarden niet. Samen ben je continu in samenspraak over wat de waarden betekenen voor het verhaal dat je creëert.
Leiderschap en een interdisciplinaire werkwijze
Transitievraagstukken en bovenstaande aanpakken verdienen een bepaald soort leiderschap. Zo zou een leidinggevende bijvoorbeeld een veranderlijke en faciliterende houding moeten tonen, en moet hij/zij vanuit waarden werken die inspireren en verbinden. Het zou meer moeten gaan over het faciliteren van doeners, het stimuleren van doelgericht samenwerken in plaats van taakgericht en ruimte bieden voor menszijn en persoonlijke expertises. Met dit laatste wordt verwezen naar een stukje burgerlijke ongehoorzaamheid. Om dingen die we belangrijk vinden in gang te zetten moeten we soms even los kunnen denken van onze organisatiestructuren en functies. We zouden wel wat vaker mogen appelleren aan ons menszijn.
Meer faciliteren en minder hiërarchie helpt ons om beleid en praktijk dichter bij elkaar te brengen, en om van competitief naar meer coöperatief te bewegen. Als je naar de uitvoering gaat mag de kracht verplaatsen naar de uitvoerders. De machtsverschuivingen tussen leidinggevenden en de doeners, met specifieke rollen en expertises, mag in een constante wisselwerking rond gaan.
Ook interdisciplinair samenwerken aan transitievraagstukken zal nog meer moeten worden gestimuleerd, en misschien wel de norm moeten worden. Bij overheden en bestuurders bijvoorbeeld, zijn transitie thema’s verdeeld over domeinen als energie, mobiliteit, etc. maar de vraagstukken zelf zijn domein overstijgend. Als voorwaarde zou je kunnen stellen dat je altijd twee transities aan elkaar moet koppelen. We zouden meer inspirerende voorbeelden moeten laten zien waarbij verschillende domeinen en transities aan elkaar worden gekoppeld, door bijvoorbeeld overheden.
Publiek-privaat-civiel
Publieke, private en civiele partijen zouden nog meer naast elkaar aan tafel mogen, in plaats van tegenover elkaar. Bedrijven kunnen verzuild zijn, of zich zo voelen, en zouden nog meer om zich heen kunnen kijken en samenwerken. Niet alleen met overheden, maar ook met civiele organisaties. Er zijn vaak meer gezamenlijke belangen dan we denken.
In een beweging naar niet-competitief samenwerken kunnen coöperaties een belangrijke factor zijn. Wanneer je meer autoriteit bij coöperaties neerlegt, weet je zeker dat er in de basis voor een wijk, een stad, haar inwoners, een publiek belang wordt gewerkt. Er liggen dan ook veel kansen bij een faciliterende houding vanuit de overheid naar coöperaties toe, en in de samenwerking tussen bedrijven en coöperaties.
Er zijn tijdens dit diner veel onderwerpen aan bod gekomen waar we met het netwerk mee aan de slag kunnen in onze programmering. De input wordt gebruikt voor onze lopende vraagstukken en we gaan de komende tijd in gesprek met partners om te kijken of we van start kunnen met verdiepende sessies of het ontwikkelen van methoden op (enkele van) deze onderwerpen.
<em>Wil je doorpraten over deze onderwerpen, met ons - of een van onze partners? Mailen kan naar pelle@amsterdamsmartcity.com*</em>
Recycling start-up Droppie has announced their first recycling hub in Amsterdam
Droppie, the innovative recycling start-up, is gearing up to open its first recycling hub in Amsterdam starting June 2024.
At Droppie, we're on a mission to make the world a cleaner place by adding value to recyclables. We've developed a unique collection system and a handy mobile app that rewards users for responsibly recycling all sorts of materials, from textiles to plastics to e-waste!
Bag it. Drop it. Cash it.
Stay tuned for more updates as we countdown to our official launch. Get ready to join us on this exciting journey as we continue to innovate, grow, and make a difference together!
Join AMS Institute's Scientific Conference, hosted by TU Delft, Wageningen University & Research, MIT and the City of Amsterdam.
Do you want to learn from and network with the best researchers and scientists working to tackle pressing urban challenges?
AMS Institute, is organizing the AMS Scientific Conference from April 23-25 at the Marineterrein, Amsterdam, to address pressing urban challenges. The event is organized in collaboration with the City of Amsterdam.
The conference brings together leading institutions in urban research and innovation, thought leaders, municipalities, researchers, and practitioners to explore innovative solutions for sustainable development in Amsterdam and other global cities.
Keynotes, research workshops, learning tracks, and special sessions will explore the latest papers in the fields of mobility, circularity, energy transition, climate adaptation, urban food systems, digitization, diversity, inclusion, living labs experimentation, and transdisciplinary research.
Attendees can expect to gain valuable insights into cutting-edge research and engage in meaningful discussions with leading experts in their field. You can see the full program and all available sessions here.
This year's theme is 'Blueprints for messy cities? Navigating the interplay of order and messiness'.
The program
Day 1: The good, the bad, and the ugly
Keynotes by Paul Behrens of Leiden University and Elin Andersdotter Fabre of UN-Habitat will be followed by a city panel including climate activist <strong>Hannah Prins</strong>. The first day concludes with a dinner at the Koepelkerk in Amsterdam: you're welcome to join our three-course meal with a 50 euro ticket.
Day 2️: Amazing discoveries
Keynotes by Carlo Ratti of MIT and Sacha Stolp of the Municipality of Amsterdam discuss innovation and research in cities. <strong>Corinne Vigreux</strong>, co-founder of TomTom, and Erik Versnel from Rabobank will participate in the city panel.
Day 3️: We are the city
Keynotes by Paul Chatterton of Leeds University and Victor Neequaye Kotey Deputy Director of the Waste Management Department of the Accra Metropolitan Assembly, Ghana. They discuss how we shape the future of our cities together. This will be followed by a city panel including Ria Braaf-Fränkel of WomenMakeTheCity and prof. dr. Aleid Brouwer of the Rijksuniversiteit Groningen.
To buy tickets: You can secure your conference tickets through our website.
Dinner tickets: On April 23 we’re hosting a dinner at the Koepelkerk in Amsterdam. Tickets for this can be added to your conference pass or bought separately.
Amsterdamse ziekenhuizen gaan data delen
Amsterdam UMC, OLVG en het Antoni van Leeuwenhoek (AVL) gaan elkaars medische data gepseudonimiseerd hergebruiken in Health Data Space Amsterdam.
HDSA is een geheel nieuwe, regionale zorgdata-infrastructuur. Deze ondersteunt patiëntenzorg en medisch wetenschappelijk onderzoek naar gezondheid en preventie. Met als doel: gezondheidsverschillen in de regio te verkleinen en de gezondheidszorg toegankelijk te houden.
Het initiatief van de drie Amsterdamse ziekenhuizen komt voort uit een bredere samenwerking met de Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit Amsterdam, Gemeente Amsterdam, Amsterdam Economic Board en Philips. Verder trekken de ziekenhuizen nauw op met Amsterdam AI, het Amsterdamse samenwerkingsverband voor kunstmatige intelligentie, en Health-RI, dat zich inzet voor een landelijke geïntegreerde gezondheidsdata-infrastructuur voor onderzoek, beleid en innovatie.
HDSA faciliteert met deze betere en snellere uitwisseling van zorgdata wetenschappelijk onderzoek naar gezondheid, beter medisch inzicht in hoe mensen langdurig gezond kunnen blijven, gepersonaliseerde preventie en behandeling van ziekten. De samenwerking is een eerste stap in de aansluiting op (een nog te bouwen) nationale infrastructuur vanuit het Integraal Zorgakkoord (IZA) en een Europese samenwerking via het European Health Data Space (EHDS).
Lees het complete bericht via
Unlocking circular innovation: Launch of the Circular Innovation Collective program guide
Exciting news! We're happy to announce the launch of the Circular Innovation Collective program guide!
Launched during the #WeekofCircularEconomy2024, the guide is a practical roadmap for local governments to foster circular innovation within their cities and regions.
Gathering insights from its first pilot program in the Metropolitan Region Amsterdam, the guide offers practical and comprehensive instructions for scoping out, designing, and executing local innovation programs. Here’s what Egon van Wees from Amsterdam Impact said about the program:
"To transition to an impact economy we need to radically change our approach. We need to work with front runners and entrepreneurs that tackle societal challenges and influence the broader ecosystem. With the CIC approach you can do just that.” - Egon Van Wees, Program Coordinator, Amsterdam Impact (CIC program Funder).
Wanting to empower other cities and regions across Europe, the CIC is sharing its FREE program guide to accelerate the transition to the new circular economy.
Download the guide in the link below
The Circular Innovation Collective is a consortium of impact-driven organizations initiated by Metabolic, Impact Hub Amsterdam, and Bankers without Boundaries. With the support of the City of Amsterdam (Amsterdam Impact), The DOEN Foundation, and Goldschmeding Foundation, this initiative specifically targeted achieving 70% circular textiles in the Metropolitan Region Amsterdam by 2030. Demonstrating the potential for impactful change, CIC is now dedicated to sharing its knowledge, experience, and strategies in an open-source manner.
#circularinnovationcollective #circularcities #ventures
Exploring Smart Parking Solutions in Amsterdam: The Role of Mobypark in Shaping Urban Efficiency
The quest for parking in Amsterdam presents a unique set of challenges, including narrow lanes, constant vehicular flow, and strict parking policies. This iconic city, celebrated for its canal system, historical buildings, and cultural vibrancy, also faces the modern urban dilemma of parking scarcity. Amidst these challenges, Amsterdam's approach to parking, characterized by a zonal system with variable rates, mirrors its commitment to promoting sustainable urban mobility. Within the bustling heart of the city, parking fees can soar to €7.50 per hour, a pricing strategy designed to incentivize public transport and biking, cherished and eco-friendly travel methods among the locals.
Amsterdam's dynamic parking strategy also paves the way for innovative solutions like Mobypark, a platform revolutionizing parking by facilitating the rental of private parking spots. This initiative not only offers a cost-effective alternative to the traditional parking hunt but also optimizes the use of existing spaces, aligning with the city's sustainability goals.
For those seeking affordability without sacrificing convenience, Amsterdam's Park and Ride (P+R) facilities serve as a beacon. Strategically located at the city's periphery, these parking havens offer reduced rates, encouraging drivers to park their vehicles and hop on public transport to reach the city's core. This system significantly mitigates urban congestion and lowers parking costs for both tourists and daily commuters.
The allure of P+R locations is undeniable, especially when juxtaposed with the exorbitant costs of street parking. To access P+R discounts, users must integrate their parking with public transportation, highlighting the city's efforts to weave sustainability into the fabric of urban travel. Mobypark's P+R options stand out for their simplicity and affordability, offering seamless access to the city center without the usual prerequisites. Examples include:
Amsterdam's strategy to curtail on-street parking availability is a deliberate move towards fostering a more sustainable, pleasant cityscape. By endorsing alternatives like public transport, cycling, and Mobypark's innovative parking solutions, Amsterdam is making strides in reducing traffic jams, cutting down on pollution, and improving urban life quality. These initiatives are testament to Amsterdam's dedication to a sustainable future, highlighting Mobypark's pivotal role in transforming the city into a smarter, more navigable urban space.
Find a link to Mobypark here: Amsterdam parking
Open evenementen voor het testen van innovatie [Innovation wanted!]
Evenementen in de stad willen we verder verduurzamen en toegankelijker maken. Vaak vinden evenementen plaats op centrale plekken waar mensen bij elkaar komen en waar veel afval, drinkwater en consumptievoorzieningen zijn. Dit zijn goede plekken om nieuwe innovaties te testen en verder te ontwikkelen. Tot 29 februari kunnen ondernemers zich inschrijven om hun innovatie te testen via het In Residence programma Open Evenementen.
In Residence programma
Innovatieve ondernemers kunnen zich inschrijven voor het In Residence programma van het stedelijk innovatieteam, waarin open evenementen in Amsterdam worden ingezet voor het testen van innovaties. Het doel van dit programma is om kennis te ontwikkelen voor zowel het verduurzamen van evenementen, als voor het vinden van praktische oplossingen voor een toekomstbestendige stad.
Geselecteerde ondernemers krijgen daarbij professionele begeleiding bij het verder ontwikkelen van hun innovatie en de mogelijkheid samen te werken met ambtenaren en evenementenorganisatoren. Voor het testen van hun innovatie krijgen ondernemers een budget tot €15.000,- toegewezen. Het programma duurt 6 maanden, van mei tot en met oktober 2024. Op 26 april worden de 8 ondernemers bekend gemaakt die dit jaar aan het programma mee zullen doen.
Het In Residence programma Open Evenementen vindt plaats in aanloop naar het jubileumjaar 2025 – het jaar van Amsterdam 750 en SAIL – dat groots gevierd zal worden in de hele stad. Innovaties die de komende tijd op evenementen worden getest en door ontwikkeld kunnen mogelijk een rol hebben tijdens de grootschalige evenementen die dat jaar plaatsvinden.
Evenementen als proeftuin
Meerdere grote evenementen nemen deel aan het programma. De organisaties van onder andere Pride en de Marathon bieden geselecteerde ondernemers mogelijkheden om innovaties op thema’s als duurzaamheid, circulair, mobiliteit, inclusie en toegankelijkheid te testen tijdens deze evenementen. Kansrijke innovaties krijgen hierdoor de mogelijkheid om door te ontwikkelen en een positieve bijdrage te leveren aan de opgaven van de stad.
Innovatieve ondernemers kunnen innovaties opgeven binnen de volgende thema's:
- Voedsel
- Circulaire materialen
- Circulaire verpakkingen
- Mobiliteit
- Inclusiviteit en toegankelijkheid
- Extreem weer
- Digitale veiligheid
Er is ook een wildcard voor een kansrijke innovatie die buiten deze categorieën valt.
De Inschrijving verloopt via: https://innovatiepartners.nl/project/open-evenementen-2024/ en sluit op 29 februari.
Meer informatie over hoe wij samenwerken met ondernemers vind je op:www.innovatiepartners.nl. Op 6 en 8 februari vinden er twee informatiewebinars plaats waarin meer verteld zal worden over het In Residence programma en de selectieprocedure. Ook is er dan ruimte om vragen te stellen.
Recap of Demoday #22
On Thursday December 14th, Amsterdam Smart City partners concluded 2023 with an afternoon full of inspiration, exchange and connections at our 22nd Demoday! Our partner Deloitte welcomed our network in The Garage, where their ‘Deloitte Studios’ department is located. In this article, we’ll give you a quick overview of the Knowledge Session, Work Sessions and Pitches. Interesting in learning more? Read the full reports by our Programme Managers Noor, Pelle and Sophie (linked below).
About our Demodays
The Demodays are one of the tools we use to stimulate innovation and encourage connection between our partners and community. The purpose of the Demodays is to present the progress of various innovation projects, ask for help, share dilemmas and involve more partners to take these projects to the next level. More information about the Demodays can be found here.
Knowledge Session: Change in the here and now, with Theory U
To kick-off our final Demoday of 2023, our brand-new partner Hieroo led an inspiring knowledge session about the change method they use for social innovation in the city: Theory U. Dorien Schneider and Maartje Krijnen taught us more about this methodology and how it can help us solve complex problems by shifting from ego to eco-thinking. Read the full report here.
Work sessions
After the plenary Knowledge Session we split up in different worksessions, each exploring regional innovation challenges. As always, we had set up the sessions’ topics and moderation in collaboration with our partners.
Mobility | Decision-making along the principles of Inclusive Prosperity – Jurhan Kwee (Municipality of Amsterdam)
In The Netherlands, the concept of ‘Inclusive Prosperity’ is on the rise. Policy makers are busy defining this concept, figuring out how to put this concept into practice and what it means for their decision-making process. Together with his colleagues at the Municipality of Amsterdam, Yurhan Kwee hosts sessions on decision-making along the principles of Inclusive Prosperity. With the input he gathers, he hopes to make the decisions needed for our Inclusive Prosperity ambitions more understandable and transparent, both for Amsterdam’s administrators and councillors as well as its citizens. Read Pelle’s recap article here.
Digital | Data Commons Collective: Using data for a liveable city – Lia Hsu (Amsterdam Economic Board) and Simone van der Burg (Waag)
In the big tech-dominated era, data has been commercially exploited for so long that it is now hard to imagine that data sharing might also benefit the community. Yet that is what a collective of businesses, governments, social institutions and residents in Amsterdam aim to do. Sharing more data to better care for the city. On behalf of the Data Commons Collective, Lia Hsu (Strategic Advisor at Amsterdam Economic Board) asked the Amsterdam Smart City network for input and feedback on their Data Commons initiative. Read Sophie's recap article here.
Energy | How can we continue to facilitate the homeowner in driving the energy transition? | Wouter van Rooijen (Alliander)
Wouter van Rooijen (Alliander) discussed the challenges related to grid congestion. From 2030 onwards, it is expected that a significant portion of the low-voltage network will experience both over- and under-voltage. While the network will be reinforced as quickly as possible, the lack of labour capacity is also prompting the consideration of alternative solutions.
The solution that emerged from Wouter's co-creation process was WijkWise. In this work session, Wouter aimed to validate the WijkWise concept and find parties that could contribute to its development and market implementation. Dave van Loon from Kennisland moderated the session. Read Noor’s recap article here.
Circular | Navigating eco-emotions: The impact of working in sustainability on your mental wellbeing| Marian Zandbergen (Hogeschool van Amsterdam)
This work session, led by Marian Zandbergen (CIRCOLLAB, HvA) and moderated by Mareille de Bloois (Royal HaskoningDHV), explored the challenges and opportunities associated with eco-emotions, both personally and within organizations. The key question addressed was: How can individuals and organisations constructively manage eco-emotions, and what implications does this have for organisations? Read Noor’s recap article here.
Pitches
To end this festive afternoon and the year 2023 as a whole, we invited project owners and -members to present their progress and next steps on topics brought in during our events and deep-dives throughout 2023. The following projects were presented. You can read more about these topics on their dedicated articles and project pages, linked below.
Local Energy Systems: Where we started, what we have achieved, and what are the next steps – Omar Shafqat (University of Applied Sciences Amsterdam)
Connecting the resource- and energy transition – Edwin Oskam (MRA)
ChatGPT and the government: Possibilities and impact on our work – Jeroen Silvis (Province of North Holland)
Floating urban districts: Future-proof living in the Metropolitan Region – Joke Dufourmont (AMS Institute)
Mobility Justice: Raising the topic of Mobility Poverty and the working group’s progress – Bas Gerbrandy (Province of North Holland)
Our next Demoday will take place in April. Do you have an inspiring story or project you want to pitch to the Amsterdam Smart City network? Let us know via sophie@amsterdamsmartcity.com
Demoday #22: Navigating eco-emotions: The impact of working in sustainability on your mental wellbeing
Professionals in the field of circularity and sustainability may experience "eco-emotions," a spectrum of feelings which can have both negative and positive effects on mental health. Eco-emotions arise from ecological crises, such as climate change, and can lead to stress, fatigue, and a sense of powerlessness, but also heightened motivation for professionals.
This work session, led by Marian Zandbergen (CIRCOLLAB, HvA) and moderated by Mareille de Bloois (Royal HaskoningDHV) on the 14th of December, explored the challenges and opportunities associated with eco-emotions, both personally and within organizations. The key question addressed was: How can individuals and organisations constructively manage eco-emotions, and what implications does this have for organisations?
Defining eco-emotions
Eco-emotions are feelings resulting from ecological crises, which can be categorized into backward-looking and forward-looking emotions.
- Backward-looking eco-emotions: include eco-guilt, eco-grief, and eco-anger about past events, such as feeling guilty about the carbon footprint of a vacation flight.
- Forward-looking eco-emotions: encompass eco-anxiety, and focus on current and anticipated future decisions. While eco-anxiety can drive proactive engagement with ecological issues, excessive amounts may lead to feelings of helplessness.
Negative eco-emotions can thus harm your mental health and can even lead to burnout. Therefore, it is important to use strategies to counter the negative effects of eco-anxiety.
Changing attitudes - taking action
Attitudes shape behaviour, and self-efficacy—the belief in one's ability to contribute to problem-solving—is crucial. Concrete action perspectives empower individuals, fostering a sense of control over problems and mitigating feelings of helplessness of eco-anxiety.
Social support - acting as a group
Collaborative efforts within a group can positively impact perceived self-efficacy. Strong collaboration can turn negative effects of eco-anxiety into positive outcomes. Trust and shared motivation play vital roles in effective collaborations, fostering understanding across personal and organisational perspectives.
In the group - recognition and solutions
The participants of the workshop shared personal experiences of eco-emotions and brainstormed constructive ways to incorporate these emotions into circular transition collaborations. Ideas included conducting organizational research to understand the extent of eco-emotions and gain insight into personal motivations in businesses and collaboration, and demonstrating how intrinsic beliefs contribute to shared goals.
Proposed solutions
To address eco-emotions within organizations, various methods were proposed, including workshops with inspiration and practical applications, an HR framework, 'meet & share' sessions featuring talks with industry leaders, and personal purpose hours.
Marian expressed a desire to continue researching this topic, inviting contributions through qualitative interviews within organizations. Are you interested in contributing to this research, please let me know in the comments, or email me at noor@amsterdamsmartcity.com.
Amsterdam Region’s Insights on Local Green Deals during COP28
Participating in a COP28 side event organized by the European Commission, the Amsterdam Region delved into Local Green Deals as instrument for achieving the green transition. The primary goal for the session was to uncover actionable strategies and prerequisites essential for fostering public-private collaboration to realize the sustainability transition. Marja Ruigrok, vice-mayor for the municipality of Haarlemmermeer, represented the Amsterdam Region alongside political and business leaders from Braga (Portugal), Aalborg (Denmark) and Skelleftea (Sweden).
Commencing the session, Valentina Superti, DG for Internal Market, Industry, Entrepreneurship, and SMEs at the European Commission, highlighted Europe's ambition to become the first climate-neutral continent by 2050. This necessitates a transformative shift towards sustainability, digitalization, and resilience, which is why the Commission is introducing critical legislation like the Net-Zero Industry Act and the Critical Raw Materials Act.
Ruigrok shared insights from the Amsterdam Metropolitan Region’s efforts in establishing Local Green Deals, emphasizing her role as political ambassador and champion for the Green Deal Bikes initiative. She stressed the importance of cycling, explaining that despite its reputation as a cycling paradise, approximately 20% of young people in the Amsterdam Region can not ride a bike: “If you don’t learn to ride a bike at a young age, you are also much less likely to use a bike for commuting later in life. That’s why in this Green Deal, we stimulate young people to learn to ride bikes, and encourage employers to support commuting by bike. This is crucial because employees who bike take on average 2.5 fewer sick days compared to those who don’t bike.”
Reflecting on success factors, Ruigrok emphasized the need for political commitment, and clear project ownership: "From a political point of view, you need long term commitment, and you have to create ownership. Someone has to take ownership and say ‘this is my project.’ This might be a governmental agency, a company, a knowledge institution, or civil society organisation - but someone has to take the lead. Otherwise, you will continue to talk, and nothing will happen."
Throughout the session, participants provided practical insights and recommendations for fostering successful public-private collaborations in general, and Local Green Deals in specific:
- Lasse Frimand Jensen, mayor of the City of Aalborg, emphasized the necessity of accountability mechanisms: “Mutual commitment is necessary and there must be mechanisms in place to keep each other accountable.”
- Ricardo Rio, mayor of City of Braga and Member of the European Committee of the Regions, highlighted the role of local authorities in mobilizing capacity and engaging stakeholders: “Local authorities need to have the spirit to engage stakeholders and shape partnerships. We also need governance models that tranced political cycles, and that allow people to participate and hold us accountable.”
- Jens Broberg, representing the business sector, emphasized the urgent need for appropriate incentives: “Governments must use policy frameworks to incentivize and regulate businesses and industry towards a green economy.”
- Evelina Fahlesson, vice-mayor of Skelleftea Municipality emphasized the need for open and honest dialogue: “As a municipality, you have to be open about your challenges and willing to start a dialogue with your citizens and companies. Use procurement and new financing models as tools to implement a shared vision.”
- David Nordberg, from Skanska Sweden, encouraged business leaders to align their business models with sustainability ambitions: "Be brave: try new ways of doing business and work in collaborations. In the long term, there is no conflict between sustainability and the economy."
The session highlighted the pivotal role of collaborative multi-stakeholder partnerships in achieving the green transition, emphasizing sustained political commitment, robust governance structures transcending political timelines, and policy frameworks incentivising sustainable businesses.
In the context of COP28, the true challenge lies in replicating these successful approaches on a wider scale, extending beyond the relatively affluent European context to a global landscape with more limited resources. In many regions, the urgent and acute impacts of climate change are already pervasive, amplifying the need for swift, comprehensive action. This necessitates a global and concerted effort of nations and industries, to surmount the hurdles posed by resource scarcity and varying levels of socio-economic development. This calls for collaboration not only within regions but across continents, fostering knowledge-sharing, technology transfer, and collective efforts in tackling climate challenges. The urgency of the climate crisis demands a united global front, where the lessons learned and successes achieved in Local Green Deals can serve as guiding principles towards a more sustainable and resilient future for all.
Hoe brengen we weer lucht in het stikstofvraagstuk?
De problematiek rondom stikstof is complex en ingrijpend. Ze is diep verweven met uiteenlopende sectoren, belangen en maatschappelijke discussies. Van de veehouderij tot de industrie, van de woningbouw tot de luchtvaart: de opgave die er ligt is enorm — ook voor overheden. Tegen welke dilemma's lopen zij aan? Hoe is de onderlinge rolverdeling? En welke concrete stappen kunnen overheden zetten om zaken weer vlot te trekken? Een dubbelinterview met Deloitte’s Gijsbert Duijzer, Partner Real Estate bij Deloitte, en Mario Kortman, Director Major Programs Public Sector bij Deloitte.
Gijsbert Duijzer kent de stikstofproblematiek op het platteland van binnenuit. Hij heeft in Wageningen gestudeerd en woont op een boerderij in de Gelderse Vallei: nergens in Nederland is de stikstofopgave groter dan daar. In zijn directe omgeving ziet hij veehouders op dit moment worstelen met hun toekomst-perspectief en signaleert hij veel wantrouwen in de (rijks)overheid.
Mario Kortman heeft uitgebreide ervaring in het begeleiden van complexe en politiek gevoelige dossiers voor de rijksoverheid, onder meer voor de ministeries van Economische Zaken, Sociale Zaken en Financiën. Hij is op z'n best als gangmaker van grootschalige transformaties voor beleidsdepartementen en uitvoeringsorganisaties.
Om te beginnen, waar zit de grootste uitdaging?
Kortman: "In de kern draait het om de vraag: hoe kom je tot een gebiedsgerichte aanpak die werkt? Hoe zorg je dat rijk, provincies en gemeenten elkaar gaan vinden in het belang van de regio? En dat al die verschillende lagen van stakeholders ook echt met elkaar gaan samenwerken? Dat organiseren is bij stikstof al extreem ingewikkeld. In die dynamiek spelen ook technische aspecten een rol. Zoals met wat voor model je stikstof meet en of de uitkomst van zo’n model zwart of wit is. Als je daarover een knoop hebt doorgehakt en een fragiele balans hebt gevonden tussen alle belangen, dan moet je dat ook nog toetsen aan de menselijke maat. Met andere woorden: hoe organiseer je na al die afspraken en modellen en regels ook nog ruimte voor individueel maatwerk? Ga er maar aan staan."
Wat wordt er specifiek van de overheid verwacht?
Duijzer: "Uiteindelijk draait het allemaal om twee vragen: 'Wat wordt het beleid?' en 'Hoe gaan we het uitvoeren?'. In dit dossier hebben we het dan concreet over perspectief en duidelijkheid bieden aan de agrariërs. Als overheid zul je boeren op korte termijn helderheid moeten bieden. Alleen dan kunnen zij onderbouwd keuzes maken. En op de lange termijn zijn betrouwbaarheid en voorspelbaarheid cruciaal, maar wees ook transparant als die helderheid nog niet op alle fronten geboden kan worden."
Bij wie zou de regie moeten liggen?
Duijzer: "Rijk, provincies en gemeenten hebben allemaal een cruciale rol. De rijksoverheid zal stabiele kaders moeten bieden voor de lagere overheden, zodat zij die kunnen invullen. Maar wie gaat er formeel over de natuurvergunning? Dat is de provincie. Zij is het bevoegd gezag dat een uitspraak kan doen over het langjarige perspectief van een boerenbedrijf op een specifieke plek. En die provincies komen net uit de verkiezingen, ze hebben zojuist nieuwe gedeputeerden aangesteld. Zij zitten met veel vragen, kijken naar het rijk, naar het RIVM, naar Europa... Dat helpt niet om snel duidelijkheid te kunnen geven. Ten slotte moeten we ook de rol van de gemeenten niet vergeten, zij zijn degenen die de boeren het best kennen en vaak veel vertrouwen genieten."
Hoe staan we er momenteel voor?
Kortman: "Veel problemen in onze tijd komen neer op het anders inrichten van de balans tussen economische activiteiten en onze natuurlijke omgeving. Dat is niet eenvoudig. Hoe bescherm je het milieu en onze voedselproductie? Hoe versnel je de reductie van uitstoot, maar verlies je geen mensen onderweg? Als rijksoverheid ben je daar niet altijd op ingericht. Veel vraagstukken overstijgen individuele beleidsdepartementen, bevatten interne tegenstrijdigheden die ook in de overheid zelf tot uitdrukking komen of missen een natuurlijke regiepartner in de samenleving. En dan heeft het stikstofvraagstuk nog een eigen minister — wat voor veel andere integrale vraagstukken niet geldt."
"Wat heb je in dit dossier aan consultants die nog nooit een koe van achteren hebben gezien?"
Duijzer: "En laten we niet vergeten: de samenleving zit niet altijd te wachten op een regievoerende overheid. Op het platteland wordt toch vooral met achterdocht naar de plannen uit Den Haag gekeken. Ook niet zo gek, want boerengezinnen worden geraakt in hun bestaanszekerheid en maatschappelijk worden er heel andere verwachtingen uitgesproken richting de boeren. Daar komt nog bij dat de huidige regelingen natuurlijk open staan voor agrariërs die willen stoppen — maar er zijn er heel veel die juist dóór willen. En ook zij staan momenteel op pauze. Ze weten niet óf ze door kunnen, hoe dan en waar. En wat hun buren gaan doen... Mensen weten niet waar ze aan toe zijn."
Vraagt dat om een andere rol van de overheid?
Kortman: "Absoluut. Het rijk moet structureel met onzekerheden leren omgaan. Immers, techniek is ambigu, wetenschap geeft geen eenduidige antwoorden, de spagaat tussen collectieve en individuele belangen groeit... In de afgelopen tien jaar is besturen gewoon veel ingewikkelder geworden. En dat zal ook niet eenvoudiger worden. Daar moeten we ons op instellen. Anders communiceren, anders kijken naar het mandaat van uitvoerders, naar de samenwerking tussen departementen. Dit speelt nu op stikstof, maar eigenlijk op veel méér terreinen, alleen al als gevolg van klimaatverandering."
Duijzer: "Tegelijk moeten we wel, overal waar het kan, die complexiteit zien te reduceren. Anders kom je eenvoudigweg niet uit de startblokken. Op een gegeven moment moet je zeggen: op de plekken waar we kúnnen beginnen met een gebiedsgerichte aanpak, gaan we ook starten. Dat vraagt om bestuurlijk lef: starten met de uitvoering terwijl er nog vragen open staan."
Misschien een gekke vraag, maar wat werkt níet?
Kortman: "We maken het onszelf vreselijk lastig als we met z'n allen blijven zoeken naar die silver bullet, naar die technische uitweg. Vastklampen aan technologische oplossingen is niet de oplossing. En als we ons vastleggen in complexe akkoorden waardoor er geen flexibiliteit meer is: dat werkt ook niet. Het leidt af én het heeft veel ongewenste neveneffecten. Want iedereen die net iets buiten de norm valt, belandt buiten de regeling — terwijl er maar een fractie verschil is met de buren. We moeten realistisch zijn en beseffen dat kleine stapjes voorwaarts soms het maximaal haalbare is."
Duijzer: "En wees daar ook eerlijk over. Veel zekerheden uit het verleden zijn er vandaag niet meer. Neem bijvoorbeeld de bank. Die financierde boeren altijd op basis van twee zekerheden, naast het onderpand: de vergunning en goedgekeurde technologie. Beide staan nu ter discussie. En dat zou best wel eens blijvend kunnen zijn. Alles kan veranderen. En dat geldt voor de overheid net zo. Als provincies nu op zoek gaan naar garanties voor boeren over vijftien jaar, dan gaan ze die niet vinden. We moeten niet vergeten: op dit moment staat de veehouderij praktisch stil. Bij de bank komen vrijwel geen nieuwe financieringsaanvragen meer binnen. Je moet als overheid durven zeggen dat je die duidelijkheid wél kunt geven voor de komende jaren en een richting voor de langere termijn, maar geen zekerheid voor de komende decennia."
En wat werkt wél?
Duijzer: "Momenteel maken we als onderdeel van onze opdracht van het ministerie van LNV een rondgang langs provincies, gemeenten, de georganiseerde landbouw en andere betrokken partijen om de huidige situatie in kaart te brengen. Onze inzet is: laat je niet verlammen door complexiteit. Er zijn voldoende punten waar je wel degelijk duidelijkheid kunt geven en waar je nu al concrete stappen kunt zetten. Ook als die boodschap niet leuk is. Er zijn nu eenmaal plekken waarvan je al weet: op deze locatie kan ik een boer wél perspectief bieden — maar op die andere plek is dat perspectief er gewoon niet. Begin op die punten met het verschaffen van duidelijkheid."
"Stel je als overheid kwetsbaar op, je hoeft niet alles te weten, maar je moet wel in beweging komen."
Kortman: "Precies. Begin klein waar het kan. Durf te starten zonder dat alle problemen al helemaal opgelost zijn. Ga een constructieve dialoog aan, met belangengroepen, banken en boeren, maar mobiliseer ook alle lagen van de overheid. Stel je als regievoerder kwetsbaar op, je hoeft niet alles te weten, maar je moet wel in beweging komen."
Tot slot: zijn er nog do's en don'ts die het stikstofvraagstuk meer lucht kunnen geven?
Kortman: "Een dichtgetimmerd landbouwakkoord of een technische eindwaarde die alles oplost? Dat gaat niet de oplossing bieden in dit dossier. De onzekerheid en complexiteit zijn daar eenvoudigweg te groot voor. Alleen door transparant te zijn over onzekerheden kun je de stikstofproblematiek verteerbaar en hanteerbaar maken. En als je ondersteuning zoekt van consultants, eis dan dat zij niet de materie platslaan in een kortetermijnoplossing — maar duurzaam begrip hebben van jouw uitdaging. Dat ze de strategische problemen snappen én dat ze met praktische, haalbare oplossingen komen."
Duijzer: "Bij Deloitte werken we vanuit begrip van de situatie, de problematiek en de context, zowel op inhoud en techniek als op de dynamiek in het stakeholderveld. Mooi voorbeeld in dit verband: we hebben voor het ministerie van LNV en de provincies de zaakbegeleiders geworven om met de boeren in gesprek te gaan, om samen op zoek te gaan naar een werkbare oplossing. We snappen welk profiel daarvoor nodig is en weten de juiste mensen te vinden. Verder voeren wij verkenningen uit bij alle betrokken partijen. Wat is er nodig om boeren perspectief te bieden? En wat is er minimaal vereist om te kunnen starten met een oplossing? We zijn vooral een verbinder die kan helpen om verbeteringen daadwerkelijk te realiseren en in te richten. Maar daarvoor moet je dus wel die brug kunnen slaan. Want wat heb je in dit dossier aan een consultant die nog nooit een koe van achteren heeft gezien?"
ICC Phase 2: Kick off in Brussels
The Intelligent Cities Challenge (ICC) is one of the European Commission’s largest city support initiatives supporting European cities in their green and digital transitions. ICC delivers knowledge and support services to cities and their local economies to address two major challenges: making the transition to a net-zero economic model, while enabling social inclusion and sustainable development for every EU citizen.
Cities learn how to address these challenges through Local Green Deals: integrated, multi-disciplinary action plans to lead the green and digital transition across sectors from the built environment, urban mobility and renewable energy systems to tourism or small retailers. Cities become members of a vibrant network, gain access to advisory services, innovation and sustainability management techniques, cutting-edge technology and training and get inspiration and advice from peers and mentor cities.
Building on the success of the previous edition of the ICC programme (2020-22) and Digital Cities Challenge (2017-19), the ICC will now enter Phase 2!
Amsterdam as a Mentor City
Like previous years, Amsterdam has been selected to join the support programme as a mentor city. The city will play a leading support role by guiding the 64 core cities as they embark on their two year journey to create impactful strategies and develop innovative solutions that will place the cities at the forefront of the green and digital twin transition through Local Green Deals. A nice compliment, allowing the Amsterdam Region to share their experiences and learnings from setting up Local Green Deal initiatives over the past years.
The Intelligent Cities Challenge Strategy City Lab: Accelerating the Twin Transition (November 2023)
On 23 and 24 November 2023, over 200 people - a mix of Intelligent Cities Challenge (ICC) core and mentor cities, political leaders and representatives from European institutions gathered for the first time in-person to discuss the status quo of Twin Transition. Through examples and best practices, attendees had the honour to hear from over 30 speakers as they shared insights into collaboration methods, Local Green Deals, climate ambitions, digital transitions and more across the course of 20 sessions.
Amsterdam Smart CIty's Leonie van den Beuken travelled to this gathering in Brussels as one of the representatives of the Amsterdam Region. She summarized her trip as follows:
This EU program helps cities from north to south, east and west to connect, share and learn. A much needed interaction, as we all try to improve the quality of life of our citizens. We all struggle with the ever rising cost of living. And we all want to get our cities to become more sustainable.
None of this comes easy, but we all know that local collaboration plays a key role. Building local coalitions between government, businesses and citizens is one thing, but how do we make sure these so called coalitions of the willing actually become coalitions of the doing?
Some of the learnings we shared from the Amsterdam Region are; the need for political support and the importance of trust and respect.
Local political leadership will inspire and guide society and entrepreneurs to invest and contribute. However, make sure pilotical support doesn’t evolve into political ownership. When that happens, societal parties and businesses tend to step out the coalition.
Take the importance of trust and respect seriously. You need to show long term commitment, take time to create understanding between parties. Take competition between participating SME’s serious and define together how to handle this together. Create a workflow in which smaller parties are allowed to participate less intense but sill feel incorporated.
We'll keep you up to date on our participation in future gatherings and results from ICC Phase 2. Want to know more? Check https://www.intelligentcitieschallenge.eu/
Aanpak woningtekort: Begint met regievoering, verbinding en vereenvoudiging
De gevolgen van de woningnood manifesteren zich op vele manieren, van studenten en dertigers die nog bij hun ouders wonen tot mensen met een middeninkomen die tussen wal en schip raken, en dak- en thuislozen zonder nachtopvang. Onbetwistbaar is dat huisvestingsproblemen en het ontbreken van een stabiele woonsituatie grote sociaaleconomische gevolgen met zich meebrengen, waaronder impact op werk, gezondheid en onderwijs.
Het is dan ook niet verrassend dat het woord 'bestaanszekerheid' vaak voorkomt in diverse verkiezingsprogramma's. Het vraagstuk is urgenter en nijpender dan ooit. Er is een behoefte aan 900.000 woningen vóór 2030 vastgesteld. Daarnaast stijgt het huidige woningtekort dit jaar van 3,9 procent naar 4,8 procent, grotendeels als gevolg van toenemende migratie, ouderen die langer thuis blijven wonen en het feit dat er steeds minder mensen samen in een huis wonen.
Hoe pakken we het woningtekort aan?
In reactie op het oplopende woningtekort zei demissionair minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening): “We moeten met meer tempo en meer regie, meer betaalbare huizen gaan bouwen.” Maar: hoe doe je dat in zo'n complex krachtenveld?
Lennert Middelkoop en Gijsbert Duijzer leiden het Deloitte Real Estate team dat zich bezighoudt met alles rondom woningbouw. Momenteel werken ze in opdracht van het ministerie van BZK onder meer aan het versnellen van de realisatie van tijdelijke huisvesting.
Middelkoop: “Dat is ontstaan vanuit het idee dat we, naast analyses en diepgravend onderzoek, vooral de noodzaak zagen om te helpen bij het tekort aan realisatiekracht.”Duijzer: “We staan nu met onze voeten in de klei en zijn inmiddels betrokken bij zo'n 230 woningbouwprojecten door heel Nederland. We helpen onder meer woningcorporaties, bouwers, gemeentes, provincies, nutspartijen, en kijken wat er nodig is om de projecten van de grond te krijgen en richting realisatie te brengen. We spreken iedereen, werken met alle partijen samen, en maken op die manier verschil.”
Knelpunten
Duijzer en Middelkoop benadrukken dat het een complex vraagstuk is. Ze zien vier belangrijke knelpunten die de realisatie van huisvesting bemoeilijken. Draagvlak en locaties is een eerste punt. Middelkoop: “We merken dat er op bestuurlijk, politiek en maatschappelijk niveau vaak discussie en terughoudendheid is om bepaalde locaties toe te wijzen aan aandachtsgroepen, zoals arbeidsmigranten.” Duijzer: “Ruimte is schaars en er is altijd wel een reden te bedenken waarom er iets anders op een bepaalde plek moeten komen. Zeker als het gaat om mensen die momenteel niet tot de gemeenschap behoren van een bepaalde gemeente.”
Een tweede knelpunt is de business case die, zowel voor tijdelijke als reguliere huisvesting, op dit moment vaak niet rond te krijgen is. Duijzer: “Oorzaken zijn onder meer de stijgende rente en de hoge grond- en bouwkosten, waardoor de kosten van woningen te veel stijgen. Tegelijkertijd kun je de huurprijzen in de sociale huursector nauwelijks verhogen. Bovendien worden locaties nu vaak tijdelijk vergund voor een periode van maximaal 15 jaar, wat onduidelijkheid schept over de toekomst van deze woningen. Dit resulteert in een negatieve business case.”
Ruimtelijke ordening is een derde knelpunt. Duijzer: “De regelgeving rondom ruimtelijke ordening was al ingewikkeld, en de nieuwe omgevingswet zal bij veel gemeenten waarschijnlijk eerst vooral tot onzekerheid en vertraging leiden.” Middelkoop: “Iedereen heeft het recht er iets van te vinden, en er spelen vaak veel belangen. Denk bijvoorbeeld aan de regels voor bezwaar en beroep of de flora- en faunawet. Het is belangrijk dat we regelgeving hebben voor dit soort zaken, het gaat immers over belangrijke thema's als leefbaarheid en duurzaamheid, maar op dit moment ontbreekt een integrale uitvoering.”
Het laatste knelpunt is nutsvoorzieningen. Duijzer: “In veel delen van het land is er netcongestie en een tekort aan materialen en personeel bij netbeheerders, wat leidt tot lange wachttijden voor elektriciteitsaansluitingen.”
Het laatste knelpunt is nutsvoorzieningen.
Duijzer: “In veel delen van het land is er netcongestie en een tekort aan
materialen en personeel bij netbeheerders, wat leidt tot lange wachttijden voor
elektriciteitsaansluitingen.”
"Om verschil te maken als overheid, moet je een uitvoerende regie pakken."
Actieve betrokkenheid bij projecten
De grote vraag is hoe je binnen dit krachtenveld laveert en vooral wat dan wel werkt in de aanpak van het woningtekort. Als je als overheid verschil wilt maken, moet je een uitvoerende regie pakken, stellen Duijzer en Middelkoop. “Sturen door actief betrokken te zijn bij projecten”, zegt Duijzer. “Alleen op die manier kun je eigenaar worden van het probleem en echt snappen wat er in praktijk speelt. Actieve betrokkenheid legitimeert bovendien het beleid en helpt om de echte knelpunten te identificeren. Dat heeft tot gevolg dat je beleid en interventies kunt ontwikkelen die echt iets oplossen.”
Middelkoop: “Regie vanuit de Rijksoverheid is nodig. Als het gaat om draagvlak en locaties is het een illusie om te denken dat gemeenten daar alleen doorbraken zullen forceren. Daar ligt een taak voor de hele overheid.”
Duijzer: “De overheid moet locaties aanwijzen, maar dat moet wel hand in hand gaan met de uitvoering. Als je als Rijksoverheid actief en constructief betrokken bent bij de realisatie van woningbouwprojecten, en op basis daarvan locaties aanwijst, is dat veel effectiever en zal dat meer geaccepteerd worden dan wanneer je op afstand beleid formuleert.”
Middelkoop: “Een bindend beleidskader dat aanwijzen mogelijk maakt, heeft bovendien tot gevolg dat het voorspelbaar wordt waar in Nederland voor welke ruimtelijke invulling gekozen wordt. Daar is veel behoefte aan, ook bij professionele partijen die nu vaak moeten anticiperen op vele mogelijkheden en dan terugdeinzen voor grote investeringen zoals een robotlijn in een woningfabriek.”
Problemen vereenvoudigen
Volgens Duijzer en Middelkoop is er naast sturing en betrokkenheid bij de uitvoering van projecten nog een belangrijke rol weggelegd voor de Rijksoverheid: het verminderen van complexiteit. Middelkoop: “Bij de 230 projecten waar we bij betrokken zijn, zijn we continu bezig met het aanpakken van alle beren op de weg. We nemen elk probleem afzonderlijk ter hand en proberen het op te lossen."
"Ga in de bouwkeet of bij het projectteam zitten en vraag: wat hebben jullie nodig om een woning sneller neer te zetten?"
Duijzer: “Projecten lopen vaak vast door een overvloed aan uitdagingen. Het werkt echt om deze één voor één te lijf te gaan. Daarbij is het wel van belang dat alle partijen samenkomen, lef tonen en bereid zijn om concessies te doen.”Middelkoop: “Naast het geven van richting en het begrijpen van de lokale situatie, is het eveneens de taak van de Rijksoverheid om alle relevante partijen bijeen te brengen om samen te zoeken naar oplossingen. Het klinkt zo simpel, maar we merken vaak dat mensen soms jaren over elkaar kunnen praten, terwijl ze elkaar amper kennen.”
Het is verre van makkelijk om Nederland op een goede manier in te richten als het gaat om woningbouw. Middelkoop en Duijzer zeggen daarom: draai het om. Als het zo complex is op een plek, ga dan naar die plek toe om te praten met de betrokken partijen. Middelkoop: “Voer regie, zodat de uitvoering daar baat bij heeft, en niet andersom. Geef bindend richting en help waar nodig. Ga in de bouwkeet of bij het projectteam zitten en vraag: wat hebben jullie nodig om een bepaald type woning sneller neer te zetten? En pas dáár vervolgens je randvoorwaarden, beleid en regie op aan.”
Duijzer: “Regie en uitvoering zijn niet los van elkaar te zien. Als je draagvlak wilt creëren voor die regierol, hoort uitvoering daar altijd bij. Durf je te verhouden tot individuele projecten en ga ermee aan de slag. De rest volgt vanzelf. Na een bezoek aan een bouwkeet, gemeentehuis, woningcorporatie of participatieavond, ga je altijd naar huis met het idee: het kan anders, simpeler, en minder complex.”
A new challenge: Floating neighbourhoods with AMS Institute and municipality of Amsterdam
A lot of what we did in Barcelona was about making connections, sharing knowledge, and being inspired. However, we wouldn’t be Amsterdam Smart City if we didn’t give it a bit of our own special flavour. That’s why we decided to take this inspiring opportunity to start a new challenge about floating neighbourhoods together with Anja Reimann (municipality of Amsterdam) and Joke Dufourmont (AMS Institute). The session was hosted at the Microsoft Pavilion.
We are facing many problems right now in the Netherlands. With climate change, flooding and drought are both becoming big problems. We have a big housing shortage and net congestion is becoming a more prominent problem every day. This drove the municipality of Amsterdam and AMS institute to think outside the box when it came to building a new neighbourhood and looking towards all the space we have on the water. Floating neighbourhoods might be the neighbourhoods of the future. In this session, we dived into the challenges and opportunities that this type of neighbourhood can bring.
The session was split up into two parts. The first part was with municipalities and governmental organisations to discuss what a floating neighbourhood would look like. The second part was with entrepreneurs who specialized in mobility to discuss what mobility on and around a floating neighbourhood should look like.
Part one - What should a floating neighbourhood look like?
In this part of the session, we discussed what a floating district should look like:
- What will we do there?
- What will we need there?
- How will we get there?
We discussed by having all the contestants place their answers to these questions on post-its and putting them under the questions. We voted on the post-its to decide what points we found most important.
A few of the answers were:
- One of the key reasons for a person to live in a floating neighbourhood would be to live closer to nature. Making sure that the neighbourhood is in balance with nature is therefore very important.
- We will need space for nature (insects included), modular buildings, and space for living (not just sleeping and working). There need to be recreational spaces, sports fields, theatres and more.
- To get there we would need good infrastructure. If we make a bridge to this neighbourhood should cars be allowed? Or would we prefer foot and bicycle traffic, and, of course, boats? In this group, a carless neighbourhood had the preference, with public boat transfer to travel larger distances.
Part two - How might we organise the mobility system of a floating district?
In the second part of this session, we had a market consultation with mobility experts. We discussed how to organise the mobility system of a floating neighbourhood:
- What are the necessary solutions for achieving this? What are opportunities that are not possible on land and what are the boundaries of what’s possible?
- Which competencies are necessary to achieve this and who has them (which companies)?
- How would we collaborate to achieve this? Is an innovation partnership suitable as a method to work together instead of a public tender? Would you be willing to work with other companies? What business model would work best to collaborate?
We again discussed these questions using the post-it method. After a few minutes of intense writing and putting up post-its we were ready to discuss. There a lot of points so here are only a few of the high lights:
Solutions:
- Local energy: wind, solar, and water energy. There are a lot of opportunities for local energy production on the water because it is often windy, you can generate energy from the water itself, and solar energy is available as well. Battery storage systems are crucial for this.
- Autonomous boats such as the roboat. These can be used for city logistics (parcels) for instance.
- Wireless charging for autonomous ferry’s.
Competencies:
- It should be a pleasant and social place to live in.
- Data needs to be optimized for good city logistics. Shared mobility is a must.
- GPS signal doesn’t work well on water. A solution must be found for this.
- There needs to be a system in place for safety. How would a fire department function on water for instance?
Collaboration:
- Grid operators should be involved. What would the electricity net look like for a floating neighbourhood?
- How do you work together with the mainland? Would you need the mainland or can a floating neighbourhood be self-sufficient?
- We should continue working on this problem on a demo day from Amsterdam Smart City!
A lot more interesting points were raised, and if you are interested in this topic, please reach out to us and get involved. We will continue the conversation around floating neighbourhoods in 2024.
Stay up to date
Get notified about new updates, opportunities or events that match your interests.